De bedenkers van De Gek en De Orgelboot lieten zich inspireren door de schilder Jeroen Bosch. Nu te zien op het water van de Roer.
Het orgel vond kunstenaar Lucas Kramer op marktplaats. Afkomstig uit een kerk in Apeldoorn. Hij ontdeed het van zijn franje en plaatste het op een ijzeren platform, waar het de basis vormt van een werk waarin beeldende kunst, performance en muziek samenkomen: de orgelboot. Kramer bouwde er ook een stalen frame omheen zodat de pijpen kunnen bewegen. En het orgel naar beneden kan klappen. Want als het op een boot staat, moet je ook soms onder een bruggetje door.
Het idee voor de orgelboot is van audio-kunstenaar Bart van Dongen, tevens artistiek leider van klankwerkplaats Intro in situ in Maastricht. De orgelboot werkt zonder stroom en wordt door een fietser aangedreven. Hij heeft zijn handjes vol, want de boot weegt in totaal 4000 kilo. Een tweede fietser trapt alle lucht uit zijn longen richting het orgel. Want zonder lucht, geen muziek. “Een eenzame fietser levert een inspanning van het kaliber Tour de France om het orgel te laten klinken,” zegt Bart van Dongen, die samen met Marco Mlynek de muziek componeerde. De orgelboot gaat verder vergezeld van vier peddelaars, en de organist, niet te vergeten.
Het stuk werd afgelopen juni voor het eerst opgevoerd op de Parade in Den Bosch, en is tijdens het Limburg Festival te zien en te horen met De gek, een werk van kunstenaar Umberto (pseudoniem voor Bert Lemmens). Een enorme trechter op een bootje, model waterfiets. Hier geen fietsers en peddelaars, maar zwemmers. Geen organist, maar een zangeres, sopraan Rianne Wilbers, die haar stem door de megafoon over het water laat klinken.
Bart van Dongen haalde zijn inspiratie voor de orgelboot uit het leven van Jeroen Bosch (plm 1450-1516), die deel uitmaakte van het Illustere Lieve Vrouwe Broederschap. Een genootschap van vooraanstaande mensen, begin 14e eeuw opgericht in Den Bosch en nog steeds actief. Van Dongen: “Dat Jeroen Bosch er lid van was, leert ons iets over de positie van de kunstenaar in de samenleving op dat moment. Een kwestie die nu ook aan de orde is: maatschappelijke condities bepalen hoe het kunst en muziek vergaat.”
Hoewel Bosch als schilder niet tot de notabelen van de stad behoorde, werd hij toch toegelaten tot het genootschap. Ieder nieuw lid moest van tijd tot tijd ‘het laken leggen’ oftewel koken voor zijn medebroeders. Namen van de gasten en het boodschappenlijstje werden netjes bijgehouden in de rekeningboeken. Van Dongen: “Uit die boeken bleek dat de schilder al een jaar na zijn toetreding de gastheer was. Dat betekent dus dat hij geld en een positie had.” De letterlijke tekst van de rekening zette Van Dongen om in een muzikale en beeldende compositie.
Umberto liet zich voor De Gek eveneens inspireren door Jeroen Bosch, door het schilderij De Keisnijding. Een goedgelovig man laat door een kwakzalver een kei uit zijn schedel snijden om hem te verlossen van zijn dwaasheid. Het lukt niet, maar levert wel een bijzonder kunstwerk op.
De Gek en De orgelboot. Op 9, 10 en 11 augustus bij ECI Cultuurfabriek in Roermond (verschillende tijden). www.limburgfestival.nl