Wido Smeets en Leon Verdonschot wisselen van gedachten over voorkeuren en ontwikkelingen in de popmuziek. Dit is aflevering 42. “En wie haalt dan elke dag de kinderen van school?”

Krijgen we ergens de vinger niet achter, geven we internet de schuld, bron van veel ellende. Neem de in elkaar gestorte muziekindustrie. Allemaal de schuld van illegaal downloaden en allerlei andere obscure paden waar je om niet aan je muzikale gerief te komen. Natuurlijk klopt het niet. De traditionele muziekindustrie zat gewoon te suffen toen het klassieke schijfje luisteren werd verdrongen door andere manieren om muziek te consumeren. Oude technieken worden vervangen door nieuwe, zo gaat het al eeuwen, dat is eerder gááp dan spectaculair.

Wat we ook overal lazen, was dat bands door die verdampte platenverkoop weer vol aan de bak moesten. Dus niet langer aan de rand van het zwembad via je smartphone de omzet van de dag binnen hengelen, maar hup de bus in, het podium op. In het zweet des aanschijns … et cet. Meer live optredens van onze favoriete bands, daar konden we trouwens goed mee leven.

Maar ook dat klopt weer niet helemaal. Of misschien wel helemaal niet. Vooral voor de major league popsterren lijkt er niet zoveel veranderd. De oude muziekindustrie is vervangen door een nieuwe, en er liggen andere partijen boven, nou ja, vooral iTunes, die er met de poen vandoor gaan. Maar verder? Op het eind van de dag komt er bij een ster als Adele toch gewoon hetzelfde binnen. Ik noem Adele omdat ze vanwege een kind een tijdlang niet optrad en tijdens deze maternal leave 40.000 euro per dag aan royalty’s opstreek. Het zij haar gegund, maar we kijken nu wél iets anders aan tegen profvoetballers die voor zo’n bedrag toch maar mooi elke dag helemaal naar een trainingsveld moeten rijden om twee uur lang achter een bal, een collega of beide aan te hollen.

Onze eigen Anouk, ooit powerbabe, nu Eurovisiebabe, heeft het ook begrepen. Aan optreden heeft ze een teringhekel, ze verkoopt haar muziek liever ingeblikt. Vandaar dat ze meedeed aan het Eurovisie Songfestival, waar 125 miljoen mensen naar plegen te kijken. Als een procent van hen denkt: ‘Goh, van haar ga ik toch eens wat meer beluisteren’, dan kan die internationale doorbraak er tóch nog van komen, zei ze vooraf in een interview. Zonder optredens uiteraard, de ambitie om zich scheel te toeren heeft ze niet meer. Bovendien, wie haalt dan elke dag de kinderen van school?

WIDO SMEETS

Ik volgde Anouk een paar dagen in Malmö, voorafgaand aan het Songfestival. Ze maakte opnieuw veel indruk op me. Toen ik haar een dag aan het werk zag in de studio, het gemak zag waarmee ze zingt, zanglijnen verzint en aanpast wanneer ze niet werken. En toen ik haar op dat enorme podium Birds zag repeteren. Ze heeft wat weinig artiesten op een podium hebben: ze kan haar ogen sluiten, inzetten en een zaal (in dit geval: een enorme hal) betoveren, in een paar seconden volledig meenemen in haar domein, haar sfeer. Ik blijf dat magisch vinden. Voor een deel valt te analyseren en te beredeneren wat er op dat moment precies gebeurt, in het niet-verklaarbare gedeelte zit voor mij de verslavende schoonheid van muziek.

Toch was er iemand die me zo mogelijk nog meer fascineerde dan Anouk. Uit de Oekraïne kwam Zlata, ze zong Gravity, een liedje met de wonderlijke zin ‘Nothing comes from love but love’. Tijdens de persconferentie vertelde ze dat het ging over je hart volgen en dat dan je dromen uitkomen, of zoiets. Ik zat maar half te luisteren, omdat ik mijn ogen niet kon afhouden van de man die naast haar zat. Hij was onderdeel van haar act: aan het begin van haar nummer kwam hij op het podium, tilde haar op een plastic blok en verdween weer. Wat hem bijzonder maakte was zijn lengte: 2 meter 42. Zo’n uit de hand gelopen menselijk lijf had ik nog nooit gezien. Niemand in de zaal trouwens. Het was volstrekt onmogelijk niet naar hem te blijven kijken, dat enorme hoofd te bestuderen, je het hart voor te stellen dat het bloed in deze kolos moest rondpompen.

Tot het zangeresje opeens over hem begon te praten – waar hij zelf bij zat. Toen maakte een enorm ongemak zich van me meester. Toen voelde ik wat ik eigenlijk zat te doen: staren naar de 2013-versie van het Monster van Frankenstein.

LEON VERDONSCHOT