Time out of Mind 55:

Wido Smeets en Leon Verdonschot wisselen van gedachten over voorkeuren en ervaringen in de popmuziek. “Een goede vriend van me is fan van Kate Bush. Zijn dochtertje heet Kate, dat lijkt me duidelijk genoeg. “

Londen was afgelopen maand in de ban van Kate Bush. Ik zag foto’s voorbijkomen van een mevrouw met lang donker haar in een wijdvallende jurk en dacht aan de boeken van Harry Potter. Ik heb ze nooit gelezen, maar vermoed dat er vrouwen in voorkomen met lang donker haar in wijdvallende jurken. Ik las recensies, ze waren welwillend tot lovend. In sommige stukken kwamen ook fans aan het woord. Waarschijnlijk omdat de dienstdoende hoofdredacteur vindt dat de mening van een fan even zwaar weegt als die van een recensent. Te ver doorgevoerde democratisering of ordinaire zieltjeswinnerij?

Ik keek naar die wijdvallende jurk en dacht aan de poster van Kate Bush die ik ooit op mijn slaapkamer had hangen. Een lenige, katachtige fee in lichtblauwe maillots en een donkerblauwe trui. Ik hield meer van haar ook toen al keurig bedekte lichaam dan van haar muziek. Dat ze in ijle tonen zong over Heathcliff, een personage uit een traag en dik boek dat we toen moesten lezen voor de literatuurlijst Engels hielp ook niet echt.

Wat ik ook las, in die recensies, en dat beviel me nog het beste, is dat zowat alle zwaargewichten uit de popmuziek naar een van die twintig of wat Kate Bush-concerten zijn komen kijken. Ze zijn verder gekomen dan de poster, ze houden van haar muziek. En van haar performance, vermoed ik. Kate Bush was, samen met Genesis, dat wil zeggen: Peter Gabriel, niet die rare drummer, zo’n beetje de eerste die een geslaagde combi maakte van pop en theater.

Wie zijn klassieken kent, heeft mijn sympathie. Ook als het beeldenbestormers zijn die de klassieken onderuithalen. Madonna, Björk, Lilly Allen en al die anderen die kwamen kijken, benadrukten het belang van traditie: zonder oud geen nieuw. En ik maak me sterk dat er tal van nog onbekende klasbakken in het publiek zaten die zich de komende tien jaar gaan afzetten tegen al die poppenkast – of er een eigen interpretatie aan geven. Verder zat de zaal twintig of wat keer vol met fans. Daar hebben de recensenten zich maar bij neer te leggen.

WIDO SMEETS

Een goede vriend van me is fan van Kate Bush. Ik schrijf met opzet “fan”, en niet “liefhebber” of dat hij “houdt van”. Zijn dochtertje heet Kate, dat lijkt me duidelijk genoeg.

Nooit had hij durven dromen dat hij Kate Bush nog live zou zien. Als ze ooit nog zou touren, zei hij vaak, dan zou hij naar haar shows gaan, waar ook ter wereld. Dat werd dus Londen.

Het nieuwe touren (Prince deed het, Michael Jackson wilde het doen): in één stad blijven, en laat de fans maar tot je komen. Voor drie concerten kon hij kaartjes bemachtigen. Hij had liever voor alle 23 Kate Bush shows kaarten gehad, maar zijn vreugde kon niet stuk.

Met hem en twee andere vrienden hebben we een whatsapp-groepje gewijd aan Bruce Springsteen. Het heet Viva Bruce! en staat vol met tourgeruchten, linkjes naar bijzondere live-opnamen en nieuwtjes. Opeens heette het whatsapp-groepje Viva Kate!, en was de foto van Springsteen vervangen door een van Kate Bush. We hebben zijn liefde voor dat theatrale mens altijd gedoogd, maar dit leek verdacht veel op een oorlogsverklaring. Dus begonnen de pesterijtjes.

Het optreden van Kate Bush in het Sprookjesbos van de Efteling, inmiddels op YouTube te vinden, dook op. Een artikel uit de Volkskrant over de fans van Kate Bush werd toegevoegd. Althans, een passage uit het stuk: “Als groepen fans de verjaardag van Kate Bush vieren op het strand en een Kate Bush-vlieger oplaten, in de ijdele hoop dat de zangeres die misschien zal zien vanuit het raam van haar vakantieverblijf in Zuid-Engeland, krijg je zelf als niet Kate Bush zijnde enigszins de kriebels.”

Toen kwam het eerste concert, met inderdaad vooral lovende recensies. Behalve die in de Humo, met de kop ‘Kate Bush in Londen een kat in de zak’. Dus ook die ging het whatsapp-groepje in, en de duiding van haar fans (“waarzegsters en houtsprokkelvrouwtjes”) nog een paar keer in de herhaling.

Zijn reactie? Volslagen stoïcijns. Alle pesterijen gleden van hem af. Hij verheugde zich ongestoord op die shows, en toen de eerste achter hem lag, liet hij ons in alle kalmte weten dat dit het állerbeste concert uit zijn leven was, hij er gelukkig nog twee voor de boeg had en dat als ze ooit nog naar Nederland mocht komen, we dit niet mochten missen.

Wie zijn helden onverstoorbaar eert, heeft mijn sympathie.

LEON VERDONSCHOT