Lange tijd was het stil rond Toon Teeken. Althans, voor de buitenwacht. De Maastrichtse kunstenaar heeft de laatste jaren niet stilgezeten, en ontwikkelde zijn werk in nieuwe, oorspronkelijke richtingen. Maar waar blijft nu de grote overzichtstentoonstelling?

Toon Teeken exposeerde in 1991 voor het laatst in het Bonnefantenmuseum in Maastricht, de stad waar hij woont en werkt. Daarna was zijn werk in eigen omgeving niet meer te zien. Wel was er in 2006 nog een expositie in Het Valkhof in Nijmegen, en waren er kleinere presentaties in galeries in onder meer Amsterdam, Delft en Den Haag.

Het is moeilijk te zeggen wat de reden kan zijn voor die lange bijna-afwezigheid, maar curieus is het wel. Teeken heeft in die kwarteeuw bepaald niet stilgezeten. Sterker, hij was productiever dan ooit, ontwikkelde zijn werk in nieuwe, oorspronkelijke richtingen en zou, gezien de kwaliteit ervan, allang met een grote overzichtstentoonstelling geëerd moeten zijn.

Toon Teeken (Heerlen, 1944) is een atypische kunstenaar. Hij heeft zijn opleiding nog gehad in een tijd dat produceren belangrijker was dan presenteren. Je kunt misschien niet zeggen dat hij de openbaarheid schuwt, opzoeken doet hij haar in elk geval niet. Een bruikbare foto is nauwelijks te vinden, mij is niet één interview met hem bekend, voor een typering van zijn werk in anderhalve zin moet je niet bij hem zijn. Maar intussen verdiept hij zich wel in Musil en Joyce, Deleuze en Derrida, auteurs en denkers die evenmin bekend staan om hun vlotte babbel. Teeken is een bedachtzame kunstenaar. Het minste wat je van hem kunt zeggen, is dat hij niet tot de categorie behoort die maar wat aan rotzooit.

Daar kan men zich binnenkort uitgebreid van overtuigen, al gaat het nog niet om het grote overzicht. Min of meer gelijktijdig komen er twee exposities die elk een aspect van zijn werk tonen. Het Bonnefantenmuseum besteedt vanaf 3 december uitgebreid aandacht aan zijn zogenaamde fotoboeken, galerie Nouvelles Images in Den Haag toont vanaf 7 november zijn portretschilderingen. In beide gevallen gaat het werkelijk om iets bijzonders, ja, ik aarzel niet om van nieuwe, eigenhandig ontwikkelde genres te spreken.

Toon Teeken, Gerrit Kouwenaar.

De fotoboeken zijn dus geen gewone fotoboeken, hoewel ze ongeveer zo wel zijn begonnen. Ongeveer, want Teeken maakte zijn albums van meet af aan zelf, exact op de gewenste maat en met een geoefend oog voor combinaties die meer zeggen dan de som van alle afzonderlijke foto’s in de buurt. Het begon in 1969. Hij was zojuist getrouwd en maakte met zijn eerste camera, een Voigtländer, zijn eerste foto’s. Geen imitaties van Cartier-Bresson of Kertész, überhaupt geen kunstfoto’s maar kiekjes, ook in eigen woorden. Hij schoof vierentwintig van die klein formaat kiekjes tegen elkaar, ‘hard’, zonder tussenruimte, en liet daardoor het formaat van de te vouwen bladen bepalen: 34,5 bij 55 centimeter. Voor bijschriften ontbrak de ruimte, opzettelijk natuurlijk, de beelden moesten voor zichzelf spreken.

Dat laatste zou zo blijven, de zelf opgelegde beperkingen van de eerste bladen liet hij al gauw schieten. Er kwam ruimte tussen de foto’s, die nu ook telkens anders gerangschikt werden. Het fotoalbum stamt uit het eind van de negentiende eeuw, toen fotograferen dankzij de goedkope box-camera’s van Kodak een volkskunst was geworden, al die jaren is het uiterlijk nauwelijks veranderd. Bij Teeken krijgt het een verfrissend nieuw aanzien. Hij gaat uit meerdere, zeer diverse bronnen putten, vooral uit krant en tijdschrift, bovendien gaat hij tekst, ornamenten en tekeningen toevoegen. Elk blad wordt anders maar wel telkens met de grootste zorgvuldigheid gecomponeerd.

Het woord ‘compositie’ is treffender dan de woorden ‘collage’ of ‘montage’, die sinds de avant-garde van het begin van de twintigste eeuw zijn ingeburgerd. Het lijkt Teeken niet te gaan om de schok, en dus de provocatie, die de botsing van heterogeen materiaal destijds teweegbracht maar die tegenwoordig ook buiten de kunst allang de gewoonste zaak ter wereld is. Het gaat hem eerder om het zichtbaar maken van constellaties van beelden, van ketens van visuele associaties, van mogelijke verbindingen van ver uiteen gelegen waarnemingen, feiten, vormen, culturen, ontwikkelingen. Zijn fotoboeken doorkruisen de hele wereld, de macrokosmos evenzeer als de microkosmos, daarbij bieden ze zicht op een duizelingwekkende hoeveelheid mogelijke samenhangen. Teeken sprak zelf eens van ‘ruimtemakers’. Dat bedoelde hij met het oog op zijn ‘eigenlijke’ werk in het atelier. Maar ruimte, aangename ruimte maken de boeken ook in het hoofd van de kijker.

Componeren is ook een beter woord vanwege de verwijzing naar muziek. Atypisch is Teeken misschien wel vooral in dat opzicht. Halverwege de vorige eeuw ontdekten schilders en dichters de jazz als inspiratiebron voor hun werk. Spontaniteit, improvisatie, directe, fysieke zeggingskracht waren sleutelwoorden waarin de afkeer van de verheven, plechtige, vergeestelijkte vooroorlogse kunst werd uitgedrukt. Later werd de jazz ingeruild voor popmuziek. Die ontwikkeling lijkt Teeken nauwelijks te hebben geraakt.

Hij is de enige mij bekende beeldende kunstenaar van nu die primair wordt geïnspireerd door ‘klassieke’ muziek, en wel, nog uitzonderlijker, allereerst door de modernste componisten uit de twintigste eeuw. Zijn Bonnefanten-expositie van 1991 heette Pli selon pli, een directe verwijzing naar een uiterst complexe compositie van Pierre Boulez, die als hét revolutionaire werk uit de naoorlogse muziekgeschiedenis geldt. Zomin als Boulez is Teeken verheven of plechtig, populair trouwens nog minder, zijn kunst is, jenseits von Gut und Böse en alle andere traditionele binaire opposities, ambitieus, doordacht en nauwgezet tot in de details.

De fotoboeken worden straks, samen met een keuze uit het schilder- en tekenwerk en een recente documentaire film over de kunstenaar, in het Bonnefanten getoond.

Toon Teeken, Amy Winehouse.

Hoe dat precies gebeurt weet ik niet, wel dat men er begrijpelijkerwijs niet vrijelijk in mag bladeren. Dat kan dan weer wel in een bij die gelegenheid verschijnende compilatie uit die boeken, zonder concurrentie de meest belangwekkende, prestigieuze (en in alle betekenissen van het woord kostbare) uitgave van kwaliteitsuitgeverij Huis Clos tot nu toe, uiteraard vormgegeven door Piet Gerards, die in 2014 al verantwoordelijk was voor een bescheidener uitgave met werk van Teeken: Portret als dubbelportret. Het zou me niet verbazen als Toon Teeken. De fotoboeken er straks met alle prijzen vandoor gaat voor het meest bijzondere boek van 2015.

Uiteraard vind je hierin ook de nodige afbeeldingen van kunstwerken, van anderen en uit alle tijden, en van hemzelf. Grofweg vanaf 2000 duiken er opvallende portetten op, tamelijk klein en eenvoudiger dan het grote werk dat we van hem gewend zijn. Maar het opvallendst is de manier waarop de gezichten geschilderd zijn: dik, modderig en in ruwe vegen, zo dik dat ogen, neus en mond soms nagenoeg in de olieverf verdwijnen. Teeken lijkt niet te geloven dat visuele eenduidigheid de betrouwbaarste kennis oplevert. Hij lijkt een beroep te doen op de tastzin, op een kijken met de vingers, zoals zijn geschilderde gezichten de raadselsporen van zijn eigen zoekende en tastende vingers geenszins verbloemen.

Opmerkelijk is ook de manier waarop de namen van de geportretteerden zijn aangegeven, namelijk op het doek, telkens in een ander lettersoort maar wel consequent in spiegelschrift. Daardoor maken ze als feestelijke guirlande of speelse mathematische figuur deel uit van het eigenlijke schilderij. Overigens geven de dames en heren ondanks hun gêne zich zomaar voor iedereen bloot en zijn ze, desnoods zonder het cryptische visitekaartje van de schilder, tamelijk gemakkelijk te herkennen. Dat het om bewonderde kunstenaars gaat, ligt voor de hand. Ik noem Pina Bausch en Anne Teresa De Keersmaeker, Olga Neuwirth en Elfriede Jelinek, Paul Celan en Gerrit Kouwenaar, Arnold Schönberg en Elliott Carter, en ja, toch ook twee figuren uit de betere popmuziek: Lou Reed en Amy Winehouse. Ze zijn een reisje naar Den Haag meer dan waard.

Boven: Twee pagina’s uit het fotoboek van Toon Teeken.

Toon Teeken, external brain – van 7 november t/m 9 december bij galerie Nouvelles Images Den Haag.

Toon Teeken, fotoboeken 1968 – 2015 en recent werk van 4 december t/m 28 februari in het Bonnefantenmuseum Maastricht. bonnenfanten.nl