Onder de noemer Menu 2010 trekken tientallen kunstenaars deze maand in een karavaan van kassen en silo’s door Noord-Limburg om te reflecteren op de agri business. De eerste editie van deze nieuwe biënnale moet volgens organisator Loek Sijbers uitgroeien tot een tweejaarlijkse marktplaats voor ideeën, opvattingen en debat. “Vijftig procent van de wereldwijde voedselproductie wordt weggegooid. Da’s toch om paranoïde van te worden!”
door Wido Smeets
Ergens in de herfst van 2009 hoorde Loek Sijbers, ooit cultuurambtenaar, nu ondernemer in dezelfde sector, over een delegatie Chinese ondernemers die in Noord-Limburg was neergestreken. Ze waren zich aan het oriënteren op een in Shanghai te bouwen Agro Park, en hadden in de regio Venlo-Horst-Venray exact gevonden wat ze zochten. “Zonder dat we ons dat realiseren”, zegt Sijbers, “zit in dit gebied van een paar vierkante kilometer onze complete voedselketen op een kluitje, van zaadveredeling tot restverwerking inclusief de logistiek die daarbij hoort.”
Niet lang daarna trok hij met 25 kunstenaars twee dagen door het gebied, om hen warm te maken voor de kunstmanifestatie Menu 2010, die – zo had Sijbers bedacht – de voedselindustrie als rode draad kreeg. Deze maand trekt Menu 2010 als een karavaan met kunstenaars, vormgevers, theatermakers, filmers en muzikanten met verplaatsbare kassen en silo’s door de regio. Festivalterrein en paviljoens worden ingericht door ontwerpers uit de Venlose cultuurwijk Q4.
Waarom gebruikt u kunstenaars om de aandacht te vestigen op de agri business, het economisch hart van Noord-Limburg?
Sijbers: “Het ging andersom. Ik werd benaderd om een regionale kunstmanifestatie te organiseren, maar zat er een beetje mee in mijn maag. Ik wil dat wel doen, maar vond dat je dan wel wat moet toevoegen aan het festival-idee. Waar moet zo’n manifestatie in Noord-Limburg specifiek over gaan? In tegenstelling tot Zuid-Limburg is het een regio zonder echt imago. Maar het gebied heeft wel een eigen identiteit. Die zit, historisch gezien, in de land- en tuinbouw zoals die in de loop der eeuwen is ontstaan op en rond de schrale zandgronden en de afgegraven veengebieden. De afgelopen decennia is daar een omvangrijke agri business bijgekomen.
Via die trip wilt u kunstenaars laten reflecteren op de voedselproductie. Hoe autonoom is zo’n kunstenaar dan nog?
Sijbers: “In mijn optiek heel autonoom. Zo raakten Hetfeld en Baltussen tijdens de trip gefascineerd door de kippenfarms die we bezochten. Als vegetariërs overwonnen ze hun weerzin voor de intensieve veehouderij en ontwierpen ze een Trojaanse kip, een grote houten constructie waar net als in het klassieke voorbeeld de verrassing binnenin zit.”
“Voedselproductie is een gevoelige materie. Vijftig procent van wat we wereldwijd aan voedsel produceren, wordt vóór consumptie weggegooid. Da’s toch om paranoïde van te worden? Je wil niet weten wat er elke dag uitgaat aan de achterdeur van een supermarkt. Wat we doen is de betrokken kunstenaars de gelegenheid te geven zich af te vragen: wat vind ik hier van? Onze boodschap aan de kunstenaars is helder: er wordt niet gecensureerd. Wat je maakt, dat maak je.”
Tijdens een lezing in Venlo introduceerde u het begrip culturele sturing, als tegenhanger van de economische sturing die in onze samenleving overal voelbaar is. Wat bedoelt u met die culturele sturing?
Sijbers: “Wat kunstenaars te bieden hebben, is hun verbeeldingskracht. De agri business in deze regio wil zijn omzet in tien jaar tijd verdubbelen naar twee miljard euro per jaar. Dat is een puur economisch verhaal met veel impact op sociaal en cultureel gebied. En dat is nu net het domein waar Nederland op dit moment niet goed in is, met als beste voorbeeld het gedoe rond Geert Wilders. Het debat over hoe we onze samenleving willen inrichten zit muurvast. Kunstenaars zijn bij uitstek geschikt om daar invloed uit te oefenen, om dat debat weer op gang te brengen. Dat mensen bij hun werk gaan zeggen: ‘Sodemieter, da’s toch wel interessant’, of ‘Zo had ik het nog niet bekeken’.”
Visuele blikvangers tijdens Menu 2010 zijn de beelden van het Britse kunstenaarsduo Doyle & Mallinson, die in hun kunst regeren op de consumptiemaatschappij, en de Vlaming Dirk Claesen (zie ook Zuiderlucht 8). Sijbers: “We hebben Claesen gevraagd in Odapark Venray een berg ingewanden te tonen van de dieren die hij gebruikt voor zijn beelden. Bezoekers vinden het vreselijk, maar op de vraag op ze vlees eten, kregen we meestal een ‘ja’. Het gaat er niet om producenten te beschuldigen, maar te reflecteren op ons gedrag als consument. Tijdens de trip met de kunstenaars door de regio kwamen we bij Nijssen-Granico in Venray waar elke dag 200.000 kilo ongebruikt deeg wordt binnengereden: restafval uit onze broodfabrieken dat wordt verwerkt tot veevoer. Dát is de dynamiek in de voedselindustrie van dit moment. Kunstenaars kunnen daar een sturende rol spelen omdat ze met verhalen komen die we eigenlijk denken te kennen, maar door hun wijze van vertellen je er op een andere manier naar laten kijken. Dan kom je in het domein van de reflectie, waar het mogelijk is vooringenomen stellingen te verlaten.”
Tegelijkertijd wil Menu 2010 ook een eet- en drinkfestijn zijn. Fungeert de kunst dan niet als glijmiddel?
“Als dat zo is, zou ik het erg teleurstellend vinden. Het gevaar is er natuurlijk wel, maar ik denk niet dat het gebeurt. Sterker: ik verwacht dat Menu 2010 beelden laat zien die dat voorkomen. Mensen hebben die beelden nodig, meer dan ooit. Zoals de Trojaanse kip, en de lichtgevende laarzen van Pii. Dat is niet zozeer een commentariërend werk, maar het zou zó tot een icoon voor Noord-Limburg kunnen uitgroeien. Het zou een goede eerste stap zijn om de werelden van economische sturing en culturele sturing te verbinden.”
“Het debat moet ook niet langer over wel of geen subsidiëring gaan, maar over de maatschappelijke noodzaak van cultuur, van beelden. Venlo is een uitgesproken economische stad, met al die graag verkopende middenstanders. Daar horen beelden bij, beelden die ruimte bieden aan de verbeelding en de verbeeldingskracht.”
U heeft de creatievelingenwijk Q4 als lakmoesproef genoemd voor de Venlose bereidheid om werk te maken van cultuur.
“Ik werk in Q4 samen met Bureau Koekoek en Haringwurst, daar zitten zeer getalenteerde mensen. Over de actuele situatie in Q4 kan ik weinig zeggen, daar weet ik te weinig van af. Enkele jaren geleden was ik betrokken bij een project in Breda om de aan Academie St. Joost afgestudeerde kunstenaars terug te halen naar de stad. Daar zijn toen 25 studio’s voor ingericht tegen gereduceerd tarief. Het was een groot succes, ik geloof dat het er nu al vijftig zijn. Ook dat is cultuurbeleid: de bereidheid om verder te kijken dan het directe economisch belang.”
Loek Sijbers: “Mensen hebben meer dan ooit beelden nodig.”
De Kip van Troje van Hetfeld & Baltussen.
The Boots of the Hunter van Pii.
Menu 2010. Een reizende cultuurfabriek: 5 weekenden, 5 gemeenten, 25 kunstenaars. Met o.a. Andreas Hetfeld en Suus Baltussen, Dirk Claesen, Doyle & Mallinson, Kiki van Eijk, Joost van Bleiswijk, Marije Vogelezang, Pii, Koen Van Mechelen Van 1 t/m 31 oktober. www.menu2010.nl