Het liefst staat hij op de set, maar lullen over film doet regisseur Martin Koolhoven ook graag. In zijn eigen tv-programma, dat hij dit jaar mocht presenteren, of met GERLINDA HEYWEGEN. “Volgens Jos Stelling zijn mijn Brabantse jaren mijn redding geweest als filmmaker.”
“Ik werk niet makkelijk zomaar even een uurtje tussendoor aan een scenario. Daarom ligt het schrijven aan mijn volgende film, The Emerald Butterfly, even stil. Omdat mijn televisieprogramma De Kijk van Koolhoven mijn aandacht vraagt.” Aan het woord regisseur Martin Koolhoven. Uit Asten. En Den Haag. De Lier. En ook Amsterdam.
Koolhoven werd vorig jaar gelauwerd met Gouden Kalveren en ook internationaal vrijwel unaniem lovende kritieken voor Brimstone. De duistere western-thriller speelt in een streng-calvinistisch milieu met Hollands tintje in 19e-eeuws Amerika, met hoofdrollen voor onder anderen Guy Pearce en Carice van Houten.
Zijn nieuwe film, The Emerald Butterfly, zit nog in de beginfase. Hij maakt de film met Els Vandevorst (1962), filmproducent uit Helmond. En nu Amsterdam. Hun bedrijf N279 Entertainment is genoemd naar de weg tussen Asten en Helmond. “Dat begin van een film, die start met schrijven, vind ik niet leuk.” Pas op de set voelt Martin Koolhoven (Den Haag, 1969) zich als een vis in het water. “Kijk, er is maar één moment dat je van niets iets maakt en dat is het begin van het script. Zo’n witte pagina die naar je staart. Elke beslissing die je neemt, sluit zoveel uit. Daarom stel ik die beslissingen zo lang mogelijk uit. Draai ik er drie keer omheen. En heb ik weinig nodig om afgeleid te raken. Het scenario van Brimstone was gebaseerd op een eigen idee en schreef ik alleen, dat was voor het eerst sinds lange tijd. En nu zit ik weer in hetzelfde schuitje. Het is toch als een spier die ik lang niet gebruikt heb.”
Het tv-programma De Kijk van Koolhoven kwam er tussendoor. “Daar heb ik een jaar aan gewerkt, niet fulltime, maar er moest steeds wel weer wat gebeuren. De films uitkiezen was niet eens het werk. Ik had een achteraf naïef idee dat ik in 45 minuten heel veel kon doen, maar dat is natuurlijk niet zo. Als ik nu terugkijk, realiseer ik me dat ik zoveel meer had willen vertellen, en meer films had willen bespreken.”
The Emerald Butterfly wordt film noir-achtig, een genre waar Koolhoven van houdt. “Maar als ik aan het schrijven ben, hoop ik dat het verhaal en de karakters zelf dicteren wat het uiteindelijk wordt.” Verder wil hij er niet teveel over kwijt. Wel dat er een detectiveachtig element in zit. “En er is een femme fatale. Het gaat veel over krachten die met macht te maken hebben. In een urbane omgeving, in Jakarta in dit geval. De Indonesische ‘stille kracht’ laat ik erbuiten, het wordt al zo vol. Maar het naoorlogse Jakarta is wel heel geschikt voor de crime story die ik ervan wil maken.”
Het wordt geen film over de politieke situatie van toen, benadrukt hij, maar een genrefilm en niet gebaseerd op ware gebeurtenissen. “Die periode en die plaats zijn gewoon ideaal om dit verhaal te vertellen. De situatie van toen bloedt natuurlijk het scenario in. Maar het is zeker geen definitief statement over Nederland en Indonesië. Die verantwoordelijkheid wil ik niet. Het is allemaal fictie maar gebaseerd op een aantal dingen die echt zijn. Jakarta toen is de ideale setting voor een neo noir.”
Hoewel ze dus nog maar aan het begin zitten, is Koolhoven wel al met Vandevorst naar Indonesië geweest. “Maar ze heeft nog niets van me gekregen behalve een synopsis. Ze kan niet wachten tot ze meer kan lezen. Ze zit op haar handen nu wat deze film betreft. Het is te vroeg voor haar, er zal meer moeten liggen, wil zij echt aan zet zijn.”

Martin Koolhoven: “Als ik aan het schrijven ben, hoop ik dat het verhaal en de karakters zelf dicteren wat het uiteindelijk wordt.”
De gewonnen Kalveren hebben bij het zoeken naar financiering niet zoveel impact, maar de Franse en Duitse producenten van Brimstone willen graag weer meedoen. “Het buitenland zegt die Kalveren niks en in Nederland krijg je nooit zoveel krediet, je moet je steeds weer opnieuw bewijzen. Maar ook al zijn Els en ik een beetje vreemde eenden in de bijt, ik heb het idee dat we niet slecht liggen bij financiers.”
Over de rol van Vandevorst: “Er zijn weinig Nederlandse producenten die zo internationaal te werk gaan als Els. Ze heeft altijd internationaal gewerkt; ze coproduceerde grote buitenlandse producties en zocht andersom ook buitenlandse partners bij haar eigen films. Maar Brimstone was van zó’n schaal, dat was ook voor haar nieuw. Het meeste geld kwam uit het buitenland. Zoveel landen, meer dan 35 financiers, ga er maar aan staan. Dat geeft een dynamiek en problematiek, dat kent verder niemand in Nederland. Voor mij was dat soms ingewikkeld, maar voor Els nog veel meer.”
Als je eenmaal draait moet je je helemaal op de film kunnen richten, benadrukt Koolhoven. Vandevorst is zo’n producent die dat snapt. Die zo lang als het kan de problemen bij hem weg houdt. “Financiën hebben altijd gevolgen. Of het nou is dat ik de film in een stadium moet laten zien waarin ik dat eigenlijk nog niet wil, of dat ik gewoon een Nederlandse stuntman wil die ik ken maar dan toch met een Duitser moet werken omdat er in Duitsland nog geld uitgegeven moet worden.”
Het is heel simpel, zegt Koolhoven: “We zijn ons bedrijf N279 Entertainment begonnen omdat we goed samenwerken. Els had mij al vroeg, tijdens mijn studie aan de Filmacademie, in de gaten. En meteen daarna probeerden we al eens samen een film te maken, maar dat lukte toen niet. We wilden Soap van Paul Mennes verfilmen, een heel heftig boek. Dat kregen we niet voor elkaar, er was geen geld. Bij het Filmfonds werd het op morele gronden afgewezen. De film zou erg in de tijdgeest hebben gepast, fin de siècle. Waar later Fight Club over ging, en American Psycho. Die twee zijn natuurlijk beter dan dat wij waarschijnlijk hadden gemaakt, maar toch. Jaren later, in 2004, hebben we samen Het Zuiden gemaakt.”
Het idee om samen een productiebedrjjf te beginnen, kwam van Vandevorst. Ze was op zoek naar een maker, naar het voorbeeld van het Deense Zentropa, met Lars von Trier en producent Peter Aalbæk Jensen. Met hen werkte ze aan Dancer in the Dark en Dogville. Koolhoven: “Ik vertrouw haar gewoon honderd procent. Dat is cruciaal. Met het bedrijf kon ik in filmische zin een laatste stap naar volwassenheid zetten. Ik wil de regie van mijn carrière in eigen handen hebben.”
Eigenlijk wilde Koolhoven het productiebedrijf Sweet Water noemen, naar het stadje in aanbouw in Once Upon a Time in the West. Maar die naam was al vergeven. “Toen dacht ik aan de weg tussen Asten en Helmond. Op z’n Engels uitgesproken klinkt het ook heel lekker. N279.”
De in Den Haag geboren Koolhoven groeide op in het Westland en kwam op zijn elfde in het Oost-Brabantse Asten terecht. Toen hij er wegging om te studeren, had hij weinig met het Peeldorp. “Maar nu ik ouder ben, wordt dat anders, en komen de nostalgische gevoelens. Ik kom er eigenlijk niet genoeg, maar als ik er ben, vind ik het leuk. Om bekenden weer te zien. Mijn ouders wonen er ook nog steeds. En ik denk dat het me gevormd heeft. Ik moet opletten dat ik geen onzin vertel, maar als je naar Oorlogswinter en Brimstone kijkt, mijn twee laatste films, zou je kunnen zeggen dat er een soort mengeling zit tussen het calvinistische protestante en het theatrale katholieke. Ik heb dat allebei op vormende leeftijd meegekregen, alhoewel ik er wel even bij wil zeggen dat het nergens zo erg was als in Brimstone, hoor. Maar ik ben in het Westland opgevoed in een protestantse gemeenschap. En Brabant, tja, Brabant is gewoon katholiek. Of je dat nou zelf bent of niet, je krijgt het mee. Daar komt een bepaalde losheid uit voort. Het verschil tussen erfzonde en biecht. Een sterker tegenstelling kun je niet hebben. Volgens mijn collega-regisseur Jos Stelling, die katholiek is opgevoed, zijn mijn Brabantse jaren mijn redding geweest als filmmaker.”