Met de theaterproductie Orfeus geeft acteur Koen De Graeve een inkijk in de ups en downs in zijn leven. WYNOLD VERWEIJ sprak met hem en zijn kompaan Peter Vermeersch. ‘Bij momenten heb je het gevoel dat je de draad kwijtraakt. Dat moet dan maar even.’

De halfgod Orfeus was zo bedreven op de lier dat hij de doorgaans ongevoelige Hades, god van de onderwereld, zover wist te krijgen zijn overleden geliefde Eurydike terug te laten keren naar de bovenwereld. Op één voorwaarde: Orfeus mocht zich bij het verlaten van de onderwereld niet omdraaien. 

De afloop is bekend. Orfeus keek toch om, en maakte daarmee Eurydikes terugkeer naar de levenden onmogelijk. Waarna de radeloze Orfeus werd verscheurd door volgelingen van Dionysus.

Het verhaal laat ons zowel de kracht als de grenzen van artistieke inspiratie zien: de muziek van Orfeus had de kracht om Eurydike te redden, toch legden beiden het loodje. Nadat talloze componisten, choreografen, zangers, schilders, beeldhouwers en dichters hiermee 3.000 jaar creatief in de weer zijn geweest, is het nu de beurt aan Koen De Graeve, in een psycho-analytische interpretatie.

Koen De Greve brengt zijn ideeën over het manische van het bestaan op het podium

‘Het idee om Orfeus te gebruiken als vehikel bliksemde bij me binnen tijdens een negendaagse solowandeling in Frankrijk’, vertelt De Graeve bij de herneming van het stuk dat begin vorig jaar in première ging. ‘Ik was bezig mijn ideeën rond het manische van dit bestaan op te schrijven. In het verhaal van Orfeus, die er niet in slaagt om zijn geliefde uit de onderwereld terug te halen, ligt een prachtige manier om het cyclische, het uitzichtloze, het boeddhistische van ons leven een plaats te geven. Ik zat op een tweesprong tussen het nihilistische van mijn eigen karakter en het gevoel van dankbaarheid voor mijn vak, voor het culturele veld en mijn rolopvatting als mens. Die neiging naar dankbaarheid heeft het nihilistische trekje in mij wel enorm verzacht. Ik vond het een grote uitdaging om zowel het achterste van mijn tong te laten zien als om te kijken of ik het in mij had om echt iets te creëren. En ik wilde heel graag muziek in die voorstelling. Het was een uitgemaakte zaak dat het niet met een kleine bezetting kon. Het moest bombastisch zijn, groots.’

Koen De Graeve: ‘Het moest bombastisch zijn, groots.’ foto Phile Deprez

Toen kwam Peter Vermeersch met zijn ensemble FES in beeld.

Vermeersch: ‘Het idee om Orfeus te gebruiken is niet zomaar ontstaan, het is een thematiek die gewoon in de mens zit. Dat verhaal zou er hoe dan ook gekomen zijn. Net zoals het Faust-gegeven dat eigenlijk vanaf het begin van de mens erin zit en dat pas later in een verhaal is gegoten. Het is een vast gegeven, kijk maar naar de gasdeal met Poetin. Maar dan de vorm. Koens Orfeus verplichtte mij om alle kanten uit te gaan. Hoe ik dat muzikaal vorm geef? Ik denk dat eigenlijk Koen, zonder het te weten, al heel veel gedaan heeft voor mij. Zijn tekst bepaalt voor een groot deel zelf hoe iets moet klinken. Melodie, ritmes en toon zijn een uitvergroting van hoe iemand iets zegt. En een interessant bijverschijnsel is dat ik het orkest weer eens anders kon laten klinken dan wat we gewend waren.’

Had het ook met een orkest met strijkers gekund?

De Graeve: ‘Ik vind het innerlijk conflict alleen maar boeiend als dat op een uiterlijke manier in de zaal terechtkomt. Die ondertoon, die wanhoop van waaruit ik schreef – en die Peter heeft verklankt – zit daar zeker in. Maar het resultaat is soms heel agressief, soms brutaal of burlesk, zeer expressief. Het is bij momenten ook heel minimalistisch en dan ineens uitbundig. En vervolgens is het weer oud-Griekse folk met een beetje punk, en dan weer techno of symfonisch of free-jazz. Ik denk dat het op een tijdspanne van vijf minuten wel zeventien stijlen laat horen. Het is alles, een trip. In die zin is er geen premisse. Dus het zou zeker ook gekund hebben met een octet van strijkers, maar dan zouden er toch drie bereid moeten zijn om een viool kapot te slaan of een cello in de fik te steken. Vandaar mijn keuze voor een blazersensemble.’

Vermeersch: ‘Het is de setting van een stand-up comedian, een man met een orkest erachter. Het orkest zit achteraan volledig in het zicht, niet in de orkestbak. Maar Koen staat vooraan als als een ceremoniemeester, een frontman. En de band overspoelt hem soms, dan gaan we erover. Het is zeer intensief, zeer vol en bij momenten heb je het gevoel dat je de draad kwijtraakt. Dat moet dan maar even. Het is een hele intensieve voorstelling, zelfs hectisch. Er zitten ook verstilde momenten in, het tempo gaat op en neer. Tempo blijkt hier een heel effectief expressiemiddel te zijn. Deze muziek is typerend voor FES, omdat ik niet denk dat een andere band dat kan spelen. Bij FES is het absurde en de ernst eigenlijk familie van elkaar. Bij FES schuren het absurde en de ernst tegen elkaar aan. Dat is het FES-gehalte.’

Lazarus (Koen De Grave) en Flat Earth Society (FES), Orfeus. Van 01.06 t/m 09.06 in diverse theaters. flatearthsocietyorchestre.com