Met zijn kunst en het omringende cultuurlandschap dwingt Kasteel Wijlre over de hele wereld respect af. Nu het erop aankomt dit levenswerk van Jo en Marlies Eyck voor de komende generaties te behouden, geeft de provinciale politiek niet thuis. Of wordt er op het laatste moment alsnog een opening gevonden?

“In Wijlre vormen kunst, architectuur en landschap een perfecte eenheid. Je kunt alleen maar diep respect hebben voor de zorgvuldige en toegewijde manier waarop het landgoed is vormgegeven. Wie meer wil weten, hoeft maar een kik te geven of er staat iemand voor hem klaar. In Kasteel Wijlre krijgt iedere bezoeker een voorkeursbehandeling.”
In 1981 verwierven Jo en Marlies Eyck het in verval geraakte Kasteel Wijlre, knapten het op en gingen er wonen. Ze brachten hun kunstcollectie mee, begonnen met het herinrichten van het landgoed en kochten daar ook beelden voor aan. “We houden van beelden”, zegt Marlies Eyck, “maar wilden geen beeldentuin. In onze tuin wordt nooit een boom geofferd om plaats te maken voor een kunstwerk.”
In de kasteeltuin zijn kunst en natuur aan elkaar gewaagd, nat als in het in 2001 in de tuin aangelegde Hedge House, naar een ontwerp van architect Wiel Arets. In Hedge House is een ruimte voor de kunst, maar ook een oranjerie voor planten, een bergplaats voor het tuingereedschap en een kippenhok. “Het is waarschijnlijk de enige art gallery in de wereld waar men orchideeën ziet groeien in een ruimte die als een console boven de zaal hangt waar kunst wordt vertoond, en waar een triangelvormige glazen kippenren het gebouw completeert.”
Omdat vreemde ogen beter dwingen, heb ik de voorafgaande citaten geleend uit NRC Handelsblad (27 mei 2005) en de New York Times (25 juni 2009). De keuze was willekeurig, in de loop der jaren hebben tientallen kranten en tijdschriften uit de hele wereld Kasteel Wijlre beschreven. Een rode draad in die artikelen is dat de Eycks hun kunst “met de mensen willen delen”, dat ze zo gastvrij zijn. Dat is geen kopregel uit een pr-folder. Vier jaar geleden hadden we in november Italiaanse vrienden op bezoek die ik Hedge House en de kasteeltuin wilde laten zien. Het was buiten openingstijd, dus ik belde Jo Eyck. Kom maar langs, zei hij,  ik doe wel open. Maar hij zat krap in de tijd, na een minuut of tien moest hij er alweer vandoor. Doe rustig aan, zei hij, en trek als je weggaat de deuren en de poort achter je dicht – mijn Italiaanse vrienden met open mond achterlatend. Inmiddels, zo heb ik begrepen, is het landgoed met camera’s beveiligd.
Jaren geleden hebben de Eycks, Jo is de 80 inmiddels voorbij, laten doorschemeren dat ze het complete landgoed, inclusief de op 3,6 miljoen euro geschatte kerncollectie over te doen aan de provincie Limburg. Over alles viel te praten, inclusief de prijs, mits het Gesamtkunstwerk in zijn geheel en duurzaam behouden zou blijven voor Limburg. Diverse opties kwamen voorbij, er was  een onderzoek door Berenschot, een taxatie door Christie’s. Bij de provincie bleef het dossier slingeren, tot op 27 april het aftredende college van GS ineens met een intentieovereenkomst kwam. Het Bonnefantenmuseum zou zich namens de provincie ontfermen over de kerncollectie Eyck, het Sittardse verzamelaarsechtpaar Albert en Hannie Groot zou het onroerend goed van Kasteel Wijlre overnemen, samen zouden ze het geheel in stand houden. Er werd een eind-goed-al-goed toost uitgebracht – maar het noodverband zou  niet lang standhouden.
Op 1 juli torpedeerden de fractievoorzitters van de nieuwe coalitie (PVV, CDA en VVD) de verklaring van het oude college (CDA, PvdA) met een vernietigend amendement. Ze vinden dat “de provincie zich niet actief moet bemoeien met het aankopen van kunst”, en dat de oude coalitie de Provinciale Staten bij de intentieverklaring “onvoldoende heeft betrokken”.  Inmiddels staat het onderwerp opnieuw op de agenda: op 30 september in de provinciale commissie cultuur, op 21 oktober in Provinciale Staten.
Wat hiervan te vinden? VVD-fractieleider Erik Koppe beroept zich op de Thorbeckiaanse benadering van kunst. Dat betekent dat de overheid zich “niet met de inhoud van kunst moet bemoeien, dat hebben we zo met elkaar afgesproken”, zei hij voor L1 radio. Dat klopt, en juist daardoor zit hij ernaast. De intentieverklaring van 27 april was, door invulling en uitvoering van de deal bij het Bonnefantenmuseum neer te leggen, juist wél in de geest van Thorbecke. Trouwens, als  provinciaal museum koopt het Bonnefanten wel vaker kunst, het kan Koppe niet zijn ontgaan. Het is als het ware een gedelegeerde verantwoordelijkheid.
Gezien de tijdgeest voldoet de deal van 27 april tussen de Eycks, het Bonnefanten (namens de provincie) en Albert en Hannie Groot aan zowat alle normen die tegenwoordig aan cultureel ondernemerschap, ook door staatssecretaris Zijlstra, worden gesteld. Er is samenwerking met de particuliere sector (de aankoop van het onroerend goed), er worden eigen inkomsten gegenereerd, er wordt geïnvesteerd in publieksbereik, het kasteel is een uitgelezen plek voor cultuur- en natuureducatie en de voorgestelde publiek-private aanpak kan, mits succesvol, zelfs als internationale benchmark gelden voor het behoud van historisch erfgoed.
Het Grote Misverstand is dat de politiek zich vooral uitspreekt over de aankoop van de kunstcollectie, terwijl die maar een onderdeel is van het Gesamtkunstwerk Kasteel Wijlre. Iedereen die er is geweest, begrijpt dat. Alleen: de meeste leden van Provinciale Staten waren er nog nooit. Ten einde raad nodigden de Eycks op 24 augustus de fractievoorzitters en andere geïnteresseerden op Kasteel Wijlre. En toen gebeurde iets vreemds. De PVV was de eerste partij die zich aanmeldde, anderen volgden. De twee andere coalitiegenoten VVD en CDA lieten het als enigen afweten. Vooral het CDA speelt hier een curieuze rol. Als onderdeel van het toenmalige college stond de partij achter de intentieverklaring van 27 april; nadat de bordjes na de verkiezingen waren verhangen, verwees de partij diezelfde verklaring op 1 juli naar de prullenbak. CDA-voorman Noël Lebens, die in het college van GS ooit uitriep ‘verliefd’ te zijn op Kasteel Wijlre, laat het, juist nu hij als gedeputeerde cultuur in portefeuille heeft, afweten. Desondanks lijkt nu, door het bezoekje van de PS-leden op 24 augustus, de deur voor de redding van Kasteel Wijlre weer op een kier te staan.
In Kasteel Wijlre “vormen kunst, architectuur en landschap een perfecte eenheid”.