Timo de Rijk, directeur van het Design Museum Den Bosch, en Hans Gubbels, directeur van Cube design museum Kerkrade, schrijven hier een wisselcolumn over design en andere zaken.
Wie half april in Milaan een hotelkamer wil boeken, heeft concurrentie van zowat iedereen die in Nederland en soms ook daarbuiten iets met design te maken heeft. Met vliegtuigen vol verplaatsen ontwerpers, curatoren, journalisten en de minister van OCW zich naar de Salone del Mobile waar het culturele randprogramma van weleer zich inmiddels over de hele stad heeft verspreid. In galeries en musea, maar liever nog in oude fabriekjes tonen allerlei instellingen, van scholen tot luxe-brands, en vooral ontelbaar veel ontwerpers hun laatste producten in een vaak speciaal voor de beurs bedachte presentatie.
In Eindhoven vindt in oktober steevast de Noord-Europese tegenhanger van deze Italiaanse designbeurs plaats. Geen zichzelf respecterende Dutch designer of designcriticus ontbreekt die week, zodat Instagram en Facebook vervolgens dermate bol staan van de ‘gescoute ontdekkingen’, dat een reisje naar Eindhoven bijna net zo gemakkelijk op de laptop te volbrengen is.
Toen de vorige directeur van de Design Academy – Thomas Widdershoven – aantrad, vroeg hij zich af wat het verdienmodel van de ontwerpers was die daar werden opgeleid. Zelf succesvol grafisch ontwerper met een bureau voorzien van een volle orderportefeuille kreeg hij maar niet de vinger achter het raison d’être van zijn studenten met hun onaffe producten en persoonlijke onderzoeken. De kenmerkende kwaliteit van het systeem van de culturele designwereld is zijn gesloten karakter en het soms verbazingwekkende feit dat vrijwel de hele productie van tentoonstellingen en nieuwe projecten slechts functioneert in de eigen tijdelijke wereld van de Salone en de Design Week. Een onderlinge aansluiting tussen (vermeende) avant-garde, industrie en populaire cultuur, zoals in de modewereld zo krachtig is, bestaat er nauwelijks. Dutch Design speelt dan ook geen rol in het dagelijks leven van de Nederlander. De Design Week is dan en daar, en daarom een onweerstaanbare must see voor velen. Het getoonde ‘onaffe design’ is immers ook de belofte van de toekomst, die appelleert aan een groot publiek dat om die reden met honderdduizenden tegelijk in de herfstvakantie naar Eindhoven komt.
Timo de Rijk
Dit artikel is onderdeel van &PAPER en valt buiten de verantwoordelijkheid van de ZOUT hoofdredactie.