De op Domein Oud-Reckheim gevestigde drukkerij Salto groeide in rap tempo uit tot een van de beste ter wereld. “Het was een heel pak beroemde kunstenaars die we drukten, het zou idioot zijn om er maar een paar namen te noemen”, zegt oprichter Georges Charlier. Het waren gouden tijden, maar toen de Chinezen op de markt kwamen, was het snel voorbij.

Het geheugen van Georges Charliers heeft geen antwoord meer op alle vragen. Hij weet nog dat Leon Hermans, destijds eigenaar van Domein Oud-Reckheim, hem begin jaren negentig porde om samen een drukkerij te beginnen; hij had kunstenaar Jef Geys aangetrokken als adviseur. “Hermans wilde op het domein een creatieve dynamiek op gang brengen en commerciële activiteiten opstarten. Het zou me niet verbazen als het idee voor de drukkerij van Geys kwam.”

Het terrein van de voormalige psychiatrische instelling in Rekem was indertijd nog helemaal verlaten, herinnert Charliers (59) zich. Ze hadden de panden als het ware voor het uitkiezen. Uiteindelijk viel de keuze op het jongste gebouw: een bakstenen gebouw met een betonskelet uit 1962, de voormalige wasserij van de inrichting.

Jo Coenen had inmiddels collega-architecten warm gemaakt om invulling te geven aan zijn masterplan. Om de wasserij om te bouwen tot drukkerij had hij de Brusselse architect Christian Kieckens aangezocht. “Qua grootte was het pand ideaal”, zegt Charliers, die altijd al interesse had gehad in architectuur en het renoveren van industriële panden. Voordat hij zich toelegde op fotografie was hij werkzaam bij de Vlaamse dienst Monument & Landschap. “We hebben veel gesprekken gevoerd met Kieckens voor we eruit waren.”

Grootste hobbel was het pand zodanig te isoleren dat de stookkosten niet de pan uit zouden rijzen, “zodanig dat we het niet fel hoefden te veranderen.” Zo kreeg de voormalige wasserij een nieuwe huid van dubbel glas. “Een schil”, belieft Charliers die te noemen. De ventilatieapparatuur kwam op het dak, achter panelen van gaas en gezandstraald glas. De glazen huid en de horizontale accenten in de voorgevel moesten de drukkerij de uitstraling geven van een paviljoen.

De lat lag meteen hoog bij de drukkerij, die de naam Salto kreeg, ook omdat Charliers naar eigen zeggen altijd op zoek is naar “extreme kwaliteit”. Salto richtte zich van meet af aan op fotografie, kunstboeken en reproducties. Met de modernste apparatuur maakte Charliers digitale prints en fotografische reproducties. Al zegt hij het zelf, zijn drukkerij was in dat onderdeel al snel een van de beste ter wereld. Paul McCartney liet er zijn drukwerk maken, onder andere de kalenders van zijn vrouw, de fotografe Linda McCartney-Eastman, werden in Rekem gedrukt. Net als de fotoboeken van de New Yorkse fotografen Albert M. Watson en Nick Brandt. “Afijn, het was een heel pak beroemde kunstenaars die we drukten, het zou idioot zijn om maar een paar namen te noemen.”

Toen Salto de wereld veroverde, onder meer met software voor een databank met alle pigmenten uit de kunstgeschiedenis, werkten er al gauw twintig mensen. Charliers en zijn mensen werden uitverkoren om de Mona Lisa in het Louvre te digitaliseren. Op basis van digitale data kon men zich een beeld vormen van het schilderij vlak nadat Leonardo Da Vinci het had geschilderd. Met weemoed kijkt Charliers terug op de tijd dat zijn drukkerij ook als kraamkamer fungeerde. “Er liepen altijd stagiaires rond, we hebben er heel veel mensen kunnen opleiden.”

Totdat Salto last kreeg van tegenwind. Charliers: “Onze klandizie bestond voor bijna negentig procent uit Amerikaanse uitgevers. We kwamen in de problemen toen de Chinezen hoge kwaliteit drukwerk gingen leveren voor soms een derde van onze prijs. Gevolg was dat zowel de Amerikaanse als de Europese uitgeverijen in China zaken gingen doen.”

In 2004 ging Salto failliet. Charliers maakte een doorstart als uitgeverij, tegenwoordig is hij gevestigd in een oude brouwerij in Ulbeek bij Hasselt. De ballast van een drukkerij heeft hij niet meer, maar de smart is groot. Na het faillissement verkocht Leon Hermans het pand dat verbouwd werd tot luxe woonhuis.

Dat de plannen van Hermans in die tijd niet tot wasdom kwamen, komt volgens Charliers doordat hij zich niet met de juiste mensen omringde. “Er waren tal van mensen en bedrijfjes, zuigers, die hem veel geld hebben gekost. Hij had lieden om zich heen moeten hebben die dat konden beletten. Achteraf denk ik dat hij net te vroeg was met zijn project. Nu zou hij er veel meer van hebben kunnen realiseren.”