Na vijf jaar is actrice Sara De Roo terug met een monoloog waarin ze een vrouw speelt die de dingen opsomt die ze niet wíl en niet zál doen. Haar bevlogenheid is als vanouds. ‘Dat een politicus bevoegd voor cultuur zich zo denigrerend uitlaat over de kunsten is heel problematisch voor een samenleving.’

Het is best spannend’, zegt Sara De Roo op een warme lentedag in haar thuisstad Antwerpen. ‘Sinds Het betreft liefde in 2018, mijn eerste stuk samen met Tine Van Aerschot, heb ik niet meer op scène gestaan. Het is onwennig om weer tekst van buiten te moeten leren.’

De tekst die ze zich eigen moet maken, is ook nog eens extreem lang. Ik maak me geen illusies en dit is er één van, waarmee De Roo na vijf jaar een come back maakte, is een monoloog waarin een vrouw alle dingen opsomt die ze niet wíl en niet zál doen. De Roo: ‘Het is een reeks bezweringen waarmee ze hoopt dichter bij de kern van haar verlangen te komen. Aanvankelijk had ik het wat moeilijk met het feit dat het over een “ik” gaat, want ik vind het meer een tijdperk voor “wij”; ik probeer een veelheid van ikken op te voeren als een verzameling mogelijkheden voor “wij”. Wat wil jíj van het leven en wat kunnen wíj ermee?’

Een kwart eeuw lang was het podium de dagelijkse habitat voor De Roo. Als tiener kwam ze dankzij een bevlogen lerares Nederlandse expressie in contact met het acteren, waarna ze al snel met succes deelnam aan voordrachtwedstrijden over het hele land. De logische volgende stap was een theateropleiding aan het Conservatorium, waar ze les kreeg van Dora van der Groen en grote namen-in-de-dop Ivo Van Hove en Luk Perceval.

Sara De Roo over de bezuinigingen op cultuur: ‘Het enige goede aan die hele saga is dat het voor een enorme verbinding en solidariteit heeft gezorgd.’  foto Marleen Daniëls

‘Ik ben vooral opgeleid door regisseurs, en daar had ik het nogal moeilijk mee,’ kijkt De Roo terug op die tijd. ‘Ik was toen al gefascineerd door het werken in collectieven en aanvaardde weinig hiërarchie, dus laten we zeggen dat ik niet de makkelijkste student was.’

Collectief werken was dan ook precies wat ze na haar opleiding zou gaan doen bij Tg Stan, die het werken zonder regisseur en niet repeteren op de vloer als uitgangspunten had. De acteur staat dan ook altijd centraal bij Tg Stan waar toneelteksten tot in de perfectie werden uitgepuurd, om zo dicht mogelijk bij het origineel te blijven. Vaak ging het om stukken van Tsjechov, Ibsen, Shaw en andere grote namen. Pas een week voor de première werd er losjes afgesproken waar op de scène de acteurs tijdens het stuk zouden staan, meer niet. ‘Gastacteurs werden daar soms panisch van’, lacht De Roo. ‘Maar voor ons heeft het altijd op die manier gewerkt. Het was hard werken, met vaak vijf voorstellingen per week, twee maanden lang, met soms een buitenlandse tournee erachteraan.’

‘Aanvankelijk had ik het wat moeilijk met het feit dat het over een “ik” gaat, want ik vind het meer een tijdperk voor “wij”’

Na vijfentwintig intense jaren gooide De Roo begin 2018 het roer om en werd docente aan het Antwerpse Conservatorium. ‘Ik had behoefte aan iets anders, en aan andere mensen. Ik was in een soort groef geraakt en zodra je daar in zit, is het moeilijk om eruit te raken. Ik heb wel een paar jaar geprobeerd om de mechanismen bij Tg Stan wat los te wrikken, maar dat lukte niet echt. Op het conservatorium ontmoette ik zoveel interessante mensen dat het mijn idee over toneel en mijn positie in het werkveld veranderde. Ik kreeg het gevoel dat ik de twee niet allebei goed kon doen. Daarnaast wilde ik in de acteeropleiding allerlei zaken veranderen, dus werk ik er sindsdien voltijds, wat me veel bevrediging geeft. Elke dag werken met die jonge mensen, mee nadenken over wat hun toekomstig speelveld kan zijn, dat is erg fijn.’ 

Door de bezuinigingen staat dat speelveld sterk onder druk, zeker in Antwerpen. De Roo ziet ook een enorme versnippering. ‘Acteurs doen vandaag zoveel dingen tegelijk, zowel uit pure (financiële) noodzaak als omdat ze van alles willen proeven, dat het heel moeilijk is om nog langere tournees in te plannen, laat staan om met grotere gezelschappen te werken. En als je dan zoals in Antwerpen te maken hebt met een schepen van Cultuur die haar beleidsdomein vaker aanvalt dan verdedigt, wordt het helemaal moeilijk. Het maakt me nog elke dag woedend dat een politicus bevoegd voor cultuur zich zo denigrerend uitlaat over de kunsten. Dat is heel problematisch voor een samenleving.’

De Roo, van rebelse studente naar rebelse docente, liep in de herfst mee met haar leerlingen in de protesten tegen de bezuinigingen. ‘Dat is het enige goede aan die hele saga, dat het voor een enorme verbinding en solidariteit heeft gezorgd. Al blijft het soms moeilijk. Het haast onvermijdelijke freelancebestaan zorgt ervoor dat een toneelspeler zich voortdurend weer in andere projecten moet storten en een diepgaand engagement voor één zaak moeilijk is. Daarom heb ik in 2018, toen ik de State of the Union van het Theaterfestival mocht geven, voor ensembles gepleit. Die geven jonge mensen meer vaste grond en laten hen toe om zich ook daarbuiten te engageren. Maar helaas is het op de vijf jaar die inmiddels verstreken zijn, alleen maar erger geworden, zeker financieel.’

Zelf maakte De Roo slechts enkele, zij het belangrijke uitstapjes naar film- en televisiewerk die ze zag als een leuk extraatje in een fundamenteel ander metier. Haar kern was en is het theater. Daar keerde ze met Ik maak me geen illusies en dit is er één van naar terug.

Sara De Roo (Delft, 1970) verhuisde nog voor haar derde levensjaar met haar Belgische ouders vanuit Delft terug naar Antwerpen. Ze was lid van het collectief Tg Stan en speelde in tv-series als De parelvissers en Met man en macht. Na vijf jaar keerde ze terug op de planken met Ik maak me geen illusies en dit is er één van.