Pascalle Mansvelders heeft het Odapark in Venray omgetoverd tot een engelenburcht. Maar haar tentoonstelling This Gun’s for Hire biedt geen bekoorlijke engelenhemel, eerder een beklemmende bezetting. Het probleem met engelen blijft: je moet erin geloven. Anders doe je niet mee.
‘Engelen zijn meer Pop Art dan een colaflesje’
Onlangs voelde schrijver Kluun, bekend van de nu verfilmde bestseller Komt een Vrouw bij de Dokter, zich geroepen ten strijde te trekken tegen het ‘rabiate atheïsme’ dat opiniemakers, wetenschappers en filosofen voortdurend zouden uitdragen. In het essay God is Gek: De Dictatuur van het Atheïsme beticht hij die groep van zendingsdrang. Hij neemt het op voor de volgelingen van zowel christendom als nieuwe spiritualiteit, die tegenwoordig niet meer serieus zouden worden genomen door de “opiniërende, vooral links-intellectuele media”. Veel leverde het niet op, want het manifest werd net als zijn debuutroman genadeloos gekraakt door recensenten. Zelfs in religieuze hoek.
Toch valt Kluuns stelling niet geheel te verwerpen. Geloven is niet bon ton, althans niet in cultureel correcte kringen. Een intellectueel of kunstenaar dient zich met kritische distantie tot zijn onderwerp of beeldtaal te verhouden, helemáál als het gaat om godsdienstige, laat staan esoterische verwijzingen. Wie dat niet doet, moet het doen met een specifiek publiek. En met scepsis en onbegrip vanuit het ‘links-intellectuele’ kamp, waar zich toch nog altijd de meeste signalerende en recenserende kunstliefhebbers ophouden.
Het heeft de Venlose kunstenares Pascalle Mansvelders (1963) er niet van weerhouden om zich helemaal op engelen te richten. Haar artistieke cv (ze is opgeleid als kunsthistorica en actief als curator) blijkt thematisch extreem consequent: ze maakte engelenbillboards die geplaatst werden bij gevaarlijke verkeersplekken of herdenkingsplaatsen, produceerde een engelenkalender en engelenposters en installeerde een engelpaviljoentje in de openbare ruimte. Het merendeel van deze projecten schaarde ze onder de charitatieve stichting ArtsAndAngels, opgericht ten behoeve van kinderwelzijn.
Haar vrije werk bestaat uit series olieverfschilderijen van hedendaagse engelen. Het zijn dubbelzinnige portretten op basis van kinderen en volwassenen uit haar directe omgeving, vaak geschilderd op werkelijke grootte.
Lapt Pascalle Mansvelders de voorschriften van de gevestigde, theoretiserende kunstwereld aan haar laars? Het antwoord is ja. Liever richt ze haar pijlen op kinderen, zo blijkt uit haar eerste solo-expositie This Gun’s for Hire in Odapark in Venray. Speciaal voor deze gelegenheid produceerde de kunstenares een meeneemkrant over ‘supermensen’ (engelen dus) voor kinderen, waaraan ook kinderen bijdroegen. Bovendien werden Mansvelders’ schilderijen bewust laag gehangen, om de kleintjes het kijken te vergemakkelijken. Vier van de vijf in Odapark getoonde series bestaan ook nog eens uit kinderen – met vleugeltjes weliswaar. De attributen die Mansvelders haar engelkinderen meegaf, zijn dan weer minder kindvriendelijk: elektrische gitaren, stanleymessen, pistolen, jachtgeweren, ja zelfs mitrailleurs en ontstekingsmechanismen duiken op. Niet zelden worden die wapens rechtstreeks op de beschouwer gericht. This Gun’s for Hire is duidelijk geen bekoorlijke engelenhemel, eerder een beklemmende bezetting. Odapark als engelenburcht.
De bewapening blijkt een relatief recente ontwikkeling te zijn in Mansvelders’ schilderkunstige oeuvre. De expositie valt uiteen in twee delen, verdeeld over het met daglicht gevulde theehuis en de meer gesloten benedenruimte. In het theehuis is het allereerste engeltje van Mansvelders te zien, gemaakt in de jaren negentig: een in wit hemd en broekje gestoken jongetje van een jaar of zes, staand op een wolk. Hij heeft smetteloze verenvleugels en is geschilderd tegen een zacht blauwe, egale achtergrond. In zijn hand geen pijl, maar een stokje dat doet denken aan het keukenhulpje voor het uitlepelen van een pak vla. Op de onderzijde van het doek staat in kapitalen: who else is gonna bring you a broken arrow, ontleend aan een songtekst van Rod Stewart. Ze heeft er een lichte laag gesso (gips) opgebracht,wat het effect geeft van een waas.
Uit de twee andere vroege series in het Odapark-theehuis (getiteld Myths en American Dream) blijkt dat de kunstenares dit stereotype snel verlaten heeft. American Dream vormt een coherent zesluik van slapende kinderen in close-up, van wie de vleugels maar nauwelijks zichtbaar zijn. Wat domineert zijn de kleuren van de Amerikaanse vlag, de deken waarin de engelkinderen zich hebben gekronkeld. In Myths, vier dynamische portretten van dezelfde jongen tegen een glitterende, zilverkleurige achtergrond, zijn de vleugels opgevat in het tovenaarscapeje waarmee hij showt. En in Mother Mary (or how to not forget things that will never go away), het schilderij dat de overgang vormt tussen de twee ruimten, en tussen het goede en kwade wapentuig, heeft de blote peuter helemaal geen vleugels.
De benedenzaal staat in het teken van Mansvelders huidige engelen. Die hebben werkelijk niets te maken met ons traditionele engelbeeld, of met de goedmoedige serafijnen, cherubijnen, aartsengelen en gewone engelen uit de kunstgeschiedenis. Zo zijn onder andere Bruce Springsteen (veel titels zijn ontleend aan Springsteen-songs) en Rob Scholte voorgesteld als levensgrote vallende engelen. Onder de noemer Choose your Weapon zijn de met wapens en zwarte maskers uitgeruste, gevleugelde kinderen geschaard. Deze schilderijen zijn duisterder, dwingender en confronterender dan het voorgaande werk – iets wat naast de meer beladen thematiek ook in de in technisch opzicht steeds overtuigender schilderstijl ligt besloten. De composities hier zijn gewaagder, de stijl directer. Met slimme inzet van egale achtergronden, scherpe contouren, een realistisch coloriet en levensechte dimensies zet Mansvelders alles in het werk om de engelen ultiem sterk uit te laten komen, ze echt te laten spreken.
Voor Mansvelders’ gehele oeuvre geldt dat het zwaar op de erfenis van de Pop Art leunt. Directheid, herkenbaarheid, herhaling, toegankelijkheid, reproduceerbaarheid, anti-intellectualisme: het zijn allemaal elementaire Pop-strategieën, die in meer of mindere mate door de kunstenares worden ingezet. Mansvelders, die ooit afstudeerde op de relatie tussen Pop Art en reclame en daar begin jaren negentig een omvangrijke expositie over maakte, heeft dat onderzoek onmiskenbaar het atelier ingetrokken. Het mag er vervolgens middels een verrassend onderwerp en in nogal uiteenlopende vormen weer uit zijn gekomen, toch is er een duidelijke constante. In zowel de semi-commerciële ArtsAndAngels projecten als de expositie in Odapark is het toverwoord ‘communicatie’.
Laat communicatie nu precies de reden zijn voor haar onderwerpkeuze. Mansvelders baseert zich op het aloude idee van engelen als boodschappers, die ons iets te vertellen hebben. Engelen, zo schrijft ze in de kinderkrant, zijn de enige wezens die in bijna alle geloven en godsdiensten voorkomen. Ze zijn van alle tijden, ze zijn er voor iedereen en daarmee “meer Pop Art dan een colaflesje”, volgens een vraaggesprek in 2005. Toch is dat wel een wat al te gemakkelijke aanname. Mansvelders’ engelen komen weliswaar tot ons in een persoonlijke, geactualiseerde en dus geseculariseerde vorm, het is moeilijk de religieuze of spirituele connotatie buitenboord te zetten. Waar ze moeiteloos kan bouwen op de ongeremde verbeeldingskracht van kinderen, zullen volwassenen (en niet alleen de Kritische Intellectueel) zich minder makkelijk laten verleiden. Het probleem met engelen blijft: je moet erin geloven. Anders doe je niet mee.
Misschien dat Pascalle Mansvelders om die reden in Odapark nog meer communicatiemiddelen aanwendt. In de presentatie spelen namelijk ook teksten (de titels) en zelfs rookwolken en popmuziek een rol. Op eerdere doeken waren de titels – complete zinnen afkomstig uit songteksten – in het werk geschilderd; voor de recentere series Choose your Weapon en Falling (Apart) zijn ze prominent op de muren aangebracht. Het is, samen met de droge rookmachinelucht en de rockklanken in de verte, wat over the top… Zo’n zintuiglijke overkill belet je om geconcentreerd te kijken. Dat is zonde, want Mansvelders is een uitstekende schilder. Je zou bijna wensen dat ze nu eens niet haar engelen en niet haar communicatie-impuls, maar juist en alleen haar artistieke medium verder ging uitdiepen. Een kwestie van ‘Choose your Weapon’ wellicht. Ook met de volledige aandacht op de schilderkunst kan Pascalle Mansvelders (nog) vele zieltjes winnen.
Mother Mary (or how to not forget things that will never go away). Foto’s: Fotostudio Zebra Venlo.
Adam raised a Cain.