Zijn werk is een langgerekte oefening in verdwijnen. Weg, foetsie, zonder ophef. Tegelijkertijd is het zijn grootste angst om zichzelf kwijt te raken. Een 25,8 kilometer lang gesprek waarin jeugdtheatermaker Jetse Batelaan zichtbaar wordt. Door Eric Alink

Echte vrouwen joggen in regenpak heette zijn eerste voorstelling. Echte mannen joggen op perron 7b zou de opvolger kunnen zijn. Tijd en locatie: een zomerochtend, 09.14 uur, station Den Bosch. Tussen tientallen reizigers die hollend de trein naar Tilburg proberen te halen, draaft een man in witte kniebroek. Atletische gestalte, rood haar. Zijn sprint is vergeefs.

Jetse Batelaan hijgt na op een stationsbankje. Zonder vloek, verongelijkte blik of opwinding. Het is een van zijn sterkste troeven: ataraxia, de term die de Griekse filosoof Epicurus voor de onverstoorbaarheid van lichaam en geest gebruikte. Niet dat Jetse een koude kikker is. Integendeel. Maar hij voert maat in emoties. Bij een gemiste trein – en nog veel meer – kun je je maar beter neerleggen. Doe je dat niet, dan laat je de hoogmoed en de domheid winnen.

Hij houdt van het kale, verafschuwt dikdoenerij. Ook op het toneel. Het is zijn calvinistische inslag, luidt zijn eigen verklaring. Niet dat hij in hel of hoger gelooft, eerder in het niets: “Elke religie is een overschatting van onszelf. Het is een rare aanname dat er íets zou zijn dat zich om ons zou bekommeren.” De mens acht hij evenmin bij machte om het leven werkelijk te veranderen. “We staan met grote ogen voortdurend in ons hemd. Het is de uitdaging om dat te verduren, je te schikken en vertrouwen te hebben.” Lukt die overgave hem zelf? Kortstondige stilte, dan: “Mezelf verliezen lukt me het best in sport en dans. Geen drank of xtc. Zulke metamorfoses zijn me te kafkaësk. Mijn grootste angst is om mezelf kwijt te raken.”

Hij haalt een herinnering op. Negen jaar werd ie. “Voor m’n kinderfeestje mocht ik met vriendjes naar Theater Kikker in Utrecht. Er gebeurde van alles op het toneel. Maar ik was alleen maar bezig met wat ik in het licht van de spots zag dwarrelen. Al die pluisjes, die stofjes.” Op de Theaterschool in Amsterdam ging dat maar niet over. Integendeel: “Terwijl Pierre Bokma ernstig aan het lijden was, hield ik me bezig met het grote onverschillige niks dat eromheen zweefde.” Nog altijd maakt geestvervoering hem achterdochtig. In zijn werk gaat rede boven roes: “Ik voel me meer verwant met Van Warmerdam of Bernlef dan met Fellini.”

Treinstel 2221, op weg naar Tilburg. In veel voorstellingen schept Jetse Batelaan leegte en afwezigheid. Daarin is hij ongewild de tegenvoeter van elke god. De codezin waarmee je zijn filosofische oeuvre kunt ontsluiten: ‘In den beginne was er niets, moge dat vooral zo blijven.’ Hij laat giganten in een verlaten landschap rondstruinen [‘Reuzen’], neemt de leegte van onze koopzucht op de korrel [‘Ja, ja, ja, jullie hebben hele mooie spulletjes,’], illustreert hoe we in elkaars taal verdwijnen [‘De dag dat de papegaai zelf iets wilde zeggen’] en laat ouders met de noorderzon vertrekken [‘Hoe de grote mensen weggingen en wat er daarna gebeurde’]. Tot de radicale hoogtepunten van Jetses reduceerkunst behoren ‘Voorstelling waarin hopelijk niets gebeurt’ en ‘De onzichtbare man’, waarin dat wat ontbreekt het sterkst aanwezig is.

Martin Hofstra van Theater Artemis in de jeugdvoorstelling Oorlog. foto Kurt Van der Elst

Toch zit het verlangen naar iets of Iets heel diep in de mens. Het is april 2015. Een weiland in Beek en Donk. Vuur- en rookpotten. Slagwerk en toetertjes. Torens van sloophout. Op deze offerplaats van het Artemis-kunstproject De kinderen die alles weten bedenken 260 basisschoolleerlingen een alternatief scheppingsverhaal. Na elf projectmiddagen kiezen de kinderen voor het geloof in Misschien, een zwevende baby. In niets geloven, vergt volwassen moed of ontgoocheling.

Aankomst NS-station Tilburg. Op de fiets naar Het Zuidelijk Toneel. Halverwege de Koestraat: “In kunst die mij serieus raakt, is de mens vaak afwezig.” Maar zolang de homo sapiens er nog is en voort struikelt, kun je hem maar het best bemoedigen. Veelzeggend is Hallo Dampkring [2017], de muziektheatervoorstelling die hij met Liesbet Swings maakte. In dit requiem voor de stervende aarde klinken het Kyrie en In Paradisum uit zes boze kinderkeeltjes. Ze zingen hun aanklacht op een open veldje, tussen spandoeken en autobanden. Vanaf de tribune bieden volwassenen halfhartig repliek. Ze zingen smoezen en suszinnen uit tekstboekjes. Apocalyptische kost? Integendeel. Hallo Dampkring is ongemakkelijk, maar eindigt met ik-ga-het voortaan-anders-doen-contracten en een polonaise – de favoriete vorm van collectieve vooruitgang in Brabant. “Ik wil graag lessen geven in vertrouwen, in een wereld die vol paniek is”, zegt Jetse. “Ik wil positief blijven. Er is geen andere weg.”

Toch is er iets geks aan de hand. De paradox: hoe meer paniek in de wereld, des te groter de [schijn van] ingeslapenheid. In zijn Staat van het Jeugdtheater [2013] stelde Jetse dan ook bezorgd dat het jeugdtheater dreigt weg te soezen. De oorzaak: zowel makers als publiek mijden gevaar. “De samenleving raakt getraind in het ontwijken van het onbekende. Dat is zorgelijk. Omgaan met het vreemde is een van de belangrijkste vaardigheden die je kunt leren. Voor een deel is dat ook gerechtvaardigd eigenbelang. Ooit ben je zelf de vreemde: de zwerver, de dementerende, de vieze man.”

In zijn voorstellingen duiken ze vaak op, personages die niet waterpas leven. Ook zijn eigen mond is wat scheef: de erfenis van een gezichtsverlamming. “Ik was in 2004 op wandelvakantie in Schotland. Twee weken in m’n eentje. Toen ging het mis: de rechterkant van m’n gezicht viel uit. Eén oog kreeg ik niet meer dicht. Uitdrogend hoornvlies, wegzakkende mondhoek. Ik zag er niet uit. Ik was de zwerver geworden.” In een supermarkt in Glasgow ontdekte hij dat reddende engelen bestaan. Achter de kassa zat een oude man, die hem bezorgd vroeg of het wel goed met hem ging. Daar stond Jetse, met z’n zakje chips en andere breekbaarheid. “Het was fijn, dat hij niet schrok maar aandacht gaf. Hij legde me ook helemaal uit hoe ik met bus naar het vliegveld kon komen.”

Niet alleen de kassa-man keek voorbij decorum. Ook zijn huidige vriendin, die hij in die tijd leerde kennen. “Ik had een afgeplakt oog, het kwijl liep uit m’n mond. Maar ze bleef. Blijkbaar was ze niet bang voor de vieze man. Ze is de liefde van m’n leven. Met haar heb ik drie kinderen.”

Aankomst bij Het Zuidelijk Toneel, Ringbaan Oost. Daar werkt hij aan zijn nieuwe voorstelling Het verhaal van het verhaal, waarin een voor-christelijk volkje kennismaakt met een verhaal dat maar niet van de grond wil komen. Of lukt het toch, dankzij interventies van Beyoncé en Trump? Het is niet ondenkbaar dat wij, het publiek, de primitievelingen zullen benijden. Onze grote verhalen zijn immers ontmaskerd, verwoest, verbannen. Dat van hun komt misschien nog uit de verf. “Het is eng zonder verhaal: waar staan we na het postmodernisme? Tegelijkertijd kan het ook een pleidooi zijn voor leven zonder verhaal. Ik gok erop dat dat een uitweg kan bieden.”

In het pand van HZT zoekt hij naar een rustige gespreksplek. Tot tweemaal toe pakt Jetse na een minuut zijn boeltje weer op. Eerst in de kantine, dan in de theaterzaal. Te druk, te onrustig. Even later vindt hij de beste verstopplek. Achter de coulissen, buiten het zicht van de wereld. Voor even houdt hij op met verdwijnen.

Het Verhaal van het Verhaal. Theater Artemis & Het Zuidelijk Toneel. Op 15 en 16 september Theater Tilburg, 22 september 19.00 uur Theater Kerkrade, 23 september Theater aan de Parade in Den Bosch, 30 september om 14.30 uur in Parktheater Eindhoven, 10 november om 19.00 uur in CCHA/ cultuurcentrum Hasselt en op 16 november in Chassé Theater Breda. artemis.nl, hzt.nl

Dit is Jetse

Jetse Batelaan [1978, Leiden] is artistiek leider van Theater Artemis in Den Bosch. Hij wordt gezien als de belangrijkste vernieuwer in het Nederlandstalige jeugdtheater. Met zijn beeldende, compromisloze en licht-absurdistische voorstellingen harkte hij per ongeluk tal van prijzen bij elkaar. Zijn laatste voorstelling De onzichtbare man is geselecteerd voor het Nederlands Theater Festival 2018 en genomineerd voor de VSCD Mimeprijs 2018.
Werk van Jetse deze zomer: de nieuwe familievoorstelling Het Verhaal van het Verhaal – een coproductie van Theater Artemis en Het Zuidelijk Toneel – gaat op 14 september in première in Tilburg. De reprise van Echte vrouwen joggen in regenpak speelt van 8 tot en met 12 augustus tijdens Theaterfestival Boulevard in Den Bosch.