Vaals heeft monumentale panden als Kasteel Vaalsbroek en Kasteel Bloemendaal te danken aan de 18e eeuwse lakenfabrikant Johann von Clermont en zijn architect Joseph Moretti. Hun erfgoed spreekt nog steeds tot de verbeelding maar tweehonderd jaar later staat er niet één Von Clermont meer in het telefoonboek.
‘Al zijn panden waren gestrichen in ein gefälliges Gelb’
‘Zonder Von Clermont was Vaals een dorp gebleven’
Het is dinsdag, marktdag in Vaals. Bij het gemeentehuis aan het Von Clermontplein valt naast de voertaal – Duits- vooral de grote hoeveelheid viskramen op. “Deze markt staat tot diep in de Eifel bekend om zijn verscheidenheid aan vis”, legt Riet Vermeeren (62) uit, sinds jaar en dag gids in haar geboorteplaats. Toen Vaals laatst in een landelijk onderzoek beroerd scoorde op het gebied van voorzieningen, haalde de burgemeester publiekelijk de schouders op: in Aken hebben we toch alles?
Inwoners van Vaals gingen vaak de grens over om te werken, Akenaren zochten vertier in Vaals. Maar Johann von Clermont uit Aken, de meest invloedrijke inwoner die Vaals ooit heeft gekend, kwam niet om te lummelen. Riet Vermeeren probeert terug te vallen in de tijd toen Johann von Clermont (1728-1795) zijn hoogtijdagen vierde. Waar nu de marktkramen staan, lag een prachtige tuin met een forellenvijver, cascades en een uitkijktoren. In de straatjes van Vaals moet het eentonige geklapper van weefgetouwen te horen zijn geweest.
Haar vinger wijst over de kramen naar enkele Von Clermont-kroonjuwelen van de stad: de Lutherse kerk (nu kunstcentrum De Kopermolen) die zijn grootvader liet bouwen, het Von Clermonthuis of ‘Stammhaus’, ooit woonhuis én fabriek (nu gemeentehuis) dat Johann zelf liet bouwen door zijn huisarchitect Joseph Moretti en tal van verfhuizen (waar verf werd gemengd) en voorname panden waar zijn belangrijkste getrouwen woonden. “Destijds kon je in één oogopslag zien wat van Von Clermont was”, zegt Vermeeren. “Al zijn panden waren gestrichen in ein gefälliges Gelb”. Zo ook Kasteel Bloemendal (1795) en Kasteel Vaalsbroek dat hij in 1761 liet ombouwen in de Aken/Luikse barokstijl.
Johann Arnold von Clermont kwam door het vroege overlijden van zijn vader op zijn 23-ste al aan het roer te staan van een lakenweverbedrijf in Aken. De Karelstad was katholiek in die tijd en ondernemers van Lutherse gezindte werd het steeds lastiger gemaakt om een bedrijf te voeren. Überhaupt waren de regels voor gilden in Duitsland een stuk strikter. Johann trok de grens over. Weliswaar verkeerde Vaals in die tijd onder de invloedssfeer van de Prins-Bisschop van Luik, Nederland was zeer tolerant voor andere geloofsgezindten. Hoorde Vaals in dit tijd wel tot Nederland? Von Clermont bezocht elke zondag de Lutherse dienst in de kerk die zijn grootvader had laten bouwen in 1736-1737. Bovendien hoezo bovendien? beschikte Vaals over zacht water uit het riviertje de Jau dat achter het Stammhaus ontsprong en dat een constante temperatuur van tien graden had – zeer geschikt voor het spoelen van de stoffen.
“Zonder Von Clermont was Vaals een dorp gebleven”, zegt Leo Junggeburt van de heemkundevereniging. Hij schrijft momenteel een boek over Vaals à la Geert Mak. “Ik wil de geschiedenis niet herhalen, ik wil ze vertellen aan de hand van ooggetuigenverslagen.” Daarbij zal hij onder meer dankbaar gebruik maken van de verslagen van ontdekkingsreiziger Georg Forster die in 1789 te gast was bij Von Clermont, ruim tien jaar nadat hij met James Cook rond de wereld had gereisd. “Er ist munter, gesprächig, sehr höflich in seinen Manieren, von Person gross und stark…”, kenschetste hij zijn gastheer. Junggeburt: “De gemeente zet Von Clermont graag neer als de handelsman. Heemkundevereniging Wahlwiller profileerde hem laatst als bestuurder. Ik kies voor Von Clermont als kunstminnaar.”
Von Clermont liet architect Moretti (ook verantwoordelijk voor de Hongaarse kapel in de Dom van Aken en de bibliotheek van abdij Rolduc) eerst Het Huis von Clermont bouwen, een pand van allure met vier vleugels om een binnenplaats. De woonvertrekken bevonden zich in de zuidvleugel, de fabrieken aan de overkant. “Zijn zestien kinderen moesten door de vertrekken van vader als ze naar buiten wilden”, steekt Riet Vermeeren haar bewondering over zoveel opvoedkundig vernuft niet onder stoelen of banken. Ze noemt Von Clermont “supersociaal en ruimdenkend”. Iedereen mocht zijn eigen geloof belijden en er waren kerken voor alle gezindten. Zijn arbeiders schaftten twee keer per dag om een halve liter zwart bier te drinken. Ze plasten op de kruik omdat de urine gebruikt werd voor het vollen (steviger maken) van de stoffen. Dat gebeurde in de volmolens, in de volksmond stinkmolens genoemd, die ver van de bewoonde wereld in Epen stonden. Voor de urine die ze van thuis meebrachten, kregen ze een vergoeding.
Uit documenten blijkt dat Von Clermont voor Vaals een stratenplan maakte en riolering aanlegde. Hij kanaliseerde de Jau, waarmee hij niet alleen de watervoorziening voor zijn fabrieken regelde, maar ook die van de inwoners van Vaals. Hij stelde eisen aan de bouw van huizen: “Schoone alléeen moesten de onderlinge verbinding der verschillende perceelen tot stand brengen.” Tot op de dag van vandaag is de hand van Von Clermont zeer zichtbaar in Vaals.
Zijn imperium groeide en Vaals groeide mee. Zo verwierf de plaats enige faam in de naaldenindustrie. Von Clermont liet wol van het merinosschaap verschepen vanuit Spanje. Vanuit de haven van Oostende werd het spul met paard en wagen naar Vaals gebracht. Hij voorzag het Pruisische leger en dat van de Russische tsaar van uniformen. Het aantal werknemers in zijn fabriek groeide tot 2300; Vaals kreeg na Maastricht als tweede gemeente in Nederland een Kamer van Koophandel.
In de zomer van 1761 restaureerde Moretti in opdracht het classicistische kasteel Vaalsbroek. Von Clermont gebruikte het als buitenverblijf, hij woonde in het Stammhaus. Door zijn overlijden in 1795 woonde hij slechts enkele maanden in het in dat jaar voltooide Schloss Blumenthal. Zijn lichaam werd bijgezet in het familiemausoleum in Lodewijk XVI-stijl dat Moretti voor hem oprichtte. Inclusief een fronton waarin het Von Clermont-wapen, drie burchttorens en de Franse lelie uit het wapen van zijn vrouw, Marie Sophie von Eminghaus werden gebeiteld.
Na de Franse Revolutie verloren de katholieken hun grip op Aken. Reden voor de zoons van Von Clermont om na de dood van pa terug te keren, met medeneming van bedrijf en alle bezittingen. “Het verhaal gaat dat al het geld per koets werd vervoerd en dat onderweg de as brak vanwege het overgewicht”, spekt Vermeeren de historie. Dat de zonen alles opruimden, is nogal opmerkelijk. Immers, vader Johann stond aan het hoofd van een imperium in Vaals. Hij had kastelen, fabrieken, panden; de familie stond in hoog aanzien.
Tweehonderd jaar later staat er niet één Von Clermont meer in het telefoonboek.
Leo Junggeburt: “Vreemd als je bedenkt dat een van zijn zoons de eerste burgemeester van Vaals was en dat bij zijn overlijden nog dertien van de zestien kinderen leefden. Ik heb er niet echt een verklaring voor. Wat ons rest zijn de monumenten. En daar is Vaals trots op.” Bariton John Bröcheler, die andere grote zoon van Vaals, gaf vorig jaar nog een concert op het Von Clermontplein, onder de titel Clermoretti. “Ik wil maar mee zeggen dat het erfgoed van Von Clermont en Moretti hier nog steeds tot de verbeelding spreekt. En dat we gedachte aan hen levend houden.” Wie zegt dit?
Zoals ex-kroegbaas Erwin van den Hove dat deed door toeristen verhalen te vertellen over het verleden van Vaals en de hoofdpersonen daarin. Vorig jaar kreeg hij de tip dat er op een Engelse veiling een olieverfportret van Von Clermont uit 1793 werd aangeboden, geschilderd door Johann Peter von Langer. “Wat kan je meer van Vaals hebben dan dat schilderij?” Hij besloot het terug te halen. Het doek is zo groot dat het niet past tussen kast en plafond, maar dat is van later zorg. “Dit gaat niet om mooi of lelijk, dit is een schilderij met een verhaal.”
Von Clermont moet een trotse man zijn geweest. In de gevels van zijn huizen liet hij spreuken beitelen. Nil Voltentibus Arduum (niets is moeilijk voor hen die willen) staat bijvoorbeeld boven de ingang van het gemeentehuis, of Spero Invidiam (ik hoop benijd te worden). Volgens Junggeburt was dat in die tijd mode. “Maar je moest wel een spreuk kiezen. Spero Invidiam was natuurlijk een trap in de richting van de autoriteiten in Aken.”
Op zijn queeste naar de kunstminnaar Von Clermont ontdekte oud-leraar Duits Leo Junggeburt een interessante connectie. Zus Betty von Clermont was met de filosoof voornaam? Jacobi getrouwd, die zich ophield in de kunstkringen van Düsseldorf. Betty kreeg brieven van niemand minder dan Goethe die haar “die wunderbare Niederländerin” noemde. Junggeburt: “Dat is het leuke van heemkunde. Niet dat Betty een prominente rol speelde in het leven van Goethe maar elke Goethevorser komt via Betty wel in Vaals terecht. Helaas heb ik nog niet kunnen ontdekken of Goethe zelf ook ooit hier is geweest.” Wel vonden andere grootheden hun weg naar Von Clermont. Zoals de gebroeders Von Humboldt, vermaarde wetenschappers en wereldreizigers, de schilder Caspar Wolff en de eerdergenoemde ontdekkingsreiziger Georg Forster.
Riet Vermeeren loopt door het park achter kasteel Vaalsbroek. Aan het einde staat een prachtig verweerde tourniquet en daarachter doemt in het gooiende landschap het mausoleum op. “Vanuit zijn werkkamer in het kasteel kon Von Clermont het graf van zijn vrouw zien. Zij moet zijn grootste inspiratiebron zijn geweest, want na haar dood stopte hij met werken en ging veel reizen. Uit alle landen die hij bezocht, liet hij bomen komen die hier nog steeds in het park staan.” Voor het mausoleum staat een informatiebord met afbeeldingen van Johann en zijn echtgenote. “Dat is niet zijn vrouw, maar zijn moeder,” gniffelt Vermeeren. “Die van zijn vrouw hebben ze niet. En niemand die het weet.”
Dit is het zesde artikel in een reeks van vijftien in het kader van de Culturele Biografie, een project van de provincie Limburg.
Erwin van den Hove bij het portret van Von Clermont. Foto Perry Schrijvers
Riet Vermeeren bij het Mausoleum: “Vanuit zijn werkkamer kon Von Clermont het graf van zijn vrouw zien.” Foto Perry Schrijvers