Leven student en stad met elkaar of langs elkaar heen? In de wijken direct rond het Maastrichtse centrum, die door de groeiende universiteit snel veranderen, zijn de ervaringen wisselend.

Bij de trapleuning die leidt naar het voormalige woonhuis van poppenspeler en kunstenaar Pieke Dassen aan de Maastrichtse Bogaardenstraat staat een citaat uit het Bijbelboek Jeremia: “Zet je in voor de bloei van de stad, want de bloei van de stad is ook jullie bloei.” Tegenwoordig heeft Lux Ad Mosam, een studentenvereniging met een christelijke achtergrond, er zijn onderkomen. En er wonen studenten. Peter van Schayck bedacht, toen hij zelf zijn master International Business aan de Universiteit Maastricht deed, daar het concept: Stay Social. Studentenhuisvesting hoeft niet per se een last voor de buurt te zijn, maar kan ook een lust zijn.

Het geheim? Een iets andere manier van kamerbeheer. Het aanstellen van een student buddy, iemand die voor minstens vier jaar blijft, een vast aanspreekpunt is voor bewoners en omwonenden, die zijn huisgenoten ook aanspreekt als er iets niet in de haak is en daar ook financieel voor wordt beloond. En elke student-bewoner zet zich minimaal één keer per half jaar in voor de wijk. Van Schayck: “Een goed voorbeeld is het kerstdiner dat we in de Bogaardenstraat vorig jaar organiseerden met studenten voor buurtbewoners. Mensen uit de opvang van het Leger des Heils kwamen ook.”

Volgens Van Schayck ontstaan na zo’n eerste contact vanzelf ook andere verbanden. “Hier in de buurt woont een vrouw die op Facebook volop klaagde over studenten. Maar inmiddels zijn studenten haar gaan helpen met simpele dingen als het indraaien van een lamp en het in elkaar zetten van een kastje. Zij doet naaiwerk voor studenten en haar mening over studenten is 180 graden gedraaid.”

De moeizame relatie tussen student en stad is zo oud als de Universiteit Maastricht. Het onderlinge contact kan beter. Het dedain sluipt soms ongemerkt de taal binnen als autochtone stadsbewoners het hebben over de ‘Hollenjers’ en ‘Pruse’ bij de UM. Andersom wordt in academische kring onbewust gesproken over ‘locals’. Aan goede voornemens om de kloof te overbruggen ondertussen geen gebrek. Ook de nieuwe burgemeester Annemarie Penn-te Strake toonde meteen na aantreden ambitie op dit terrein: Maastricht moet van een “stad met een universiteit” een “universiteitsstad” worden.

Maria Essers is voorzitter van het buurtplatform Statenkwartier, de wijk waarin de Boogaardenstraat ligt. In de veertig jaar dat ze in de buurt woont, zag ze de buurt veranderen: vroeger waren er nauwelijks studenten, nu vormen ze zo’n driekwart van de populatie. Negenenveertig nationaliteiten wonen hier inmiddels. “De studenten hebben de wijk verlevendigd. Een beetje doodbloedend buurtje kreeg een bijna Jordaan-achtige allure.”

Thomas Schäfer aan het werk voor MyMaastricht, een online portal dat studenten de weg in de stad wijst. Foto: Brian Megens

Het ging niet altijd vanzelf. Tien jaar geleden werd het rondom de vestiging van studentenvereniging Circumflex volgens Essers “compleet oorlog”. Die werd tot in de rechtszaal uitgevochten. Inmiddels is het rustiger. Wat helpt, is dat het Statenkwartier niet al te groot is. “Dat maakt het makkelijk om met iedereen kennis te maken, om contacten te leggen.” Volgens Essers toont een deel van de studenten best gemeenschapszin. Ze heeft er ook al wat enthousiast kunnen krijgen voor het nieuwste plan, een foodtruck. Als het mobiele eettentje er komt, gaan ze het mee helpen runnen.

En waarom moet het initiatief voor onderling contact altijd van studenten komen, vraagt Essers zich af. “Van een student verwachten de mensen vooraf een briefje in de bus als er een feestje tot diep in de nacht aan zit te komen. Maar de Maastrichtenaar die met familie en vrienden met veel stemverheffing tot een uur of drie in de tuin zit te barbecueën, doet dat niet.”

Dirk Tempelaar, voorzitter van het buurtplatform Brusselsepoort, klinkt een stuk zorgelijker. “De verhoudingen raken gewoon zoek”, zegt hij. Met name in het vooroorlogse deel van de wijk, achter de Sint-Lambertuskerk, groeit het aandeel studenten snel. “Nu al vormen ze al bijna vijftig procent van de buurtbevolking. Als dat verder groeit, kiezen de gewone bewoners eieren voor hun geld. Er zijn mensen, die hier altijd gewoond hebben en hier uiteindelijk ook hadden willen sterven, vertrokken, omdat ze er letterlijk ziek van werden.” Onbegrip of koudwatervrees voor studenten speelt volgens Tempelaar nauwelijks een rol.

De meeste mensen in het vooroorlogse deel van Brusselse Poort hebben zelf ooit gestudeerd of werken aan de UM. Tempelaar doceert zelf wiskunde aan de economiefaculteit. “Veel buitenlandse studenten komen hier voor een jaartje voor een master. Dat is te kort om echt te integreren. Als je als buur contact hebt opgebouwd, zit er alweer een ander. De studentenverenigingen zijn voornamelijk gericht op Nederlanders. Dus zoeken de buitenlanders hun vertier aan huis. Het zorgt voor veel geluidsoverlast. De aaneengesloten bouwblokken hier zijn een soort zelfversterkende klankkasten.” Quota voor het aantal studenten per wijk zouden helpen, denkt Tempelaar.

Maria Essers hoor je daar niet over. Al zou de gemeente de balans wel wat meer in het oog mogen houden: “Dat Maastricht zich nu zo inzet voor een International Students’ Club is goed, maar als tegelijkertijd allerlei wijkvoorzieningen voor de oorspronkelijke bewoners hun deuren moeten sluiten, krijg je scheve verhoudingen.”

‘Make Maastricht yours’ luidt de slogan op de door de gemeente, de universiteit en de Hogeschool Zuyd ondersteunde website mymaastricht.nl. In maart ging de website de lucht in. Tussen de honderd en vierhonderd bezoekers per dag worden er inmiddels bijgepraat over de voor buitenlandse studenten nogal ondoorgrondelijke Nederlandse regelingen rondom financiën, zorg, huisvesting en vervoer en andere nationale bijzonderheden, zoals de softdrugswetgeving. Informatie die projectleider Thomas Schäfer zelf ook graag zo had willen vinden, toen hij als student naar Maastricht kwam. Inmiddels heeft Schäfer een betaalde functie bij MyMaastricht. Over het wezen van de stad en zijn inwoners is op de site nauwelijks iets te vinden. “Een stuk over Maastricht en haar geschiedenis gaat er nog wel komen. Maar we blijven dicht bij de interessewereld van de studenten.”

De gemeente Maastricht en de UM zoeken het volgens Van Schayck van Stay Social nog te veel in het ingrijpen achteraf. “Het is te veel reactie en te weinig actie.” Ze tonen zich wel enthousiast voor Stay Social: Van Schayck mocht zijn idee presenteren bij de opening van het academisch jaar. Maar in de lopende gesprekken over gemengde woonprojecten voor studenten en bijvoorbeeld ouderen, of jongere mensen die in een re-integratietraject zitten, leveren de gemeente en de UM volgens Van Schayck nog te weinig boter bij de vis. “Terwijl zij de leegstaande panden zullen moeten aanleveren. Van commerciële pandeigenaren gaat het namelijk niet komen. Die denken helemaal in financieel rendement. Het sociale interesseert hen niet. Vaak wonen ze zelf ook niet eens in Maastricht.” Drie Stay Social-huizen wil Van Schayck binnen een jaar draaiende hebben. Over vijf jaar moeten dat er twintig zijn.

Laura Nieboer deed al vrijwilligerswerk voor ze vorig jaar aan het University College in Maastricht ging studeren. “Om mensen te helpen en van ze te leren. Ik wil uit mijn studentenkamer komen en naast alle theorie ook de praktijk zien.”

Ze is projectcoördinator bij de Maastrichtse afdeling van Enactus, een studentenorganisatie die met haar inzet mensen vooruit wil brengen. 45 studenten steken in de wijken een handje toe. Studenten international business helpen bijvoorbeeld de mensen in de wijk Boschpoort met het maken van een exploitatieplan voor het buurthuis. Nieboer: “In de wijk Wittevrouwenveld assisteren we bij ICT-lessen voor ouderen. Niet alleen door er te zijn, maar ook door het boekje te maken waarin cursisten al het geleerde nog eens terug kunnen zoeken. Je hoeft ook niet altijd zelf met gave ideeën en projecten te komen. We willen kijken hoe we bestaande initiatieven kunnen aanvullen.”

Nieboer hoopt dat de relatie tussen studenten en Maastrichtenaren minder oppervlakkig wordt. “De karikaturen van studenten die slechts studeren en feesten en van Maastrichtenaren die alleen maar klagen, moeten verdwijnen.” Sommige studenten laten zich bij vrijwilligerswerk nog te veel leiden door de waarde voor hun cv of de hype van de dag. “Dan helpen ze eenmalig vluchtelingen en gaan ze weer verder met hun dagelijkse dingen.”

Aan de andere kant is het, denkt Nieboer, ook een kwestie van niet weten hoe zaken aan te pakken. “Ik spreek bevriende studenten, ook de buitenlandse, die best wat zouden willen doen. Wat mantelzorg bieden of een oudere helpen met het doen van boodschappen en zo en passant Nederland leren. Maar dan moeten die contacten wel worden gelegd.”