De tentoonstelling Out of Storage in Maastrichtse Timmerfabriek telt in totaal zo’n duizend kunstwerken. Daaronder rapmuziek, ruziegeluiden, geometrische vormen, industriële omgeving, witte toonzalen en vooral veel bekende namen. Dennis Hambeukers nam een kijkje en ontdekte nogal wat parallellen met Alessandro Baricco’s cultboek De barbaren.

De Timmerfabriek in Maastricht wordt door sommigen gezien als een potentiële toplocatie met internationale aantrekkingskracht voor het tonen van kunst. Het complex maakt deel uit van het stedenbouwkundige project Belvédère, dat stagneert door de economische crisis. In afwachting van een culturele invulling, vertraagd door de overheidsbezuinigingen op de kunsten, kan het casco-gerenoveerde Rijksmonument gebruikt worden voor tijdelijke culturele bestemmingen.

Er waren al eerder tentoonstellingen, maar nog nooit werd het potentieel van het gebouw voor het tonen van kunst op een overtuigende manier benut. De Timmerfabriek is een open industrieel gebouw met een diversiteit aan ruimtelijke kwaliteiten op een goede locatie aan de rand van het stadscentrum. Tegelijkertijd is het blijkbaar ook een lastige ruimte voor een tentoonstellingsmaker om naar zijn hand te zetten.

Out of Storage laat zien dat het wel kan. Alles, van de selectie van de kunstwerken tot aan de inrichting en de grafische vormgeving, sluit naadloos aan op de ruimte van de Timmerfabriek. De kunstwerken werken in deze omgeving. Wat natuurlijk helpt zijn de werken van topkunstenaars, maar ook de werken van de wat mindere goden doen goed mee in het geheel. Als groepstentoonstelling ademt Out of Storage een energie die in de verte doet denken aan de Arsenale van de Biënnale van Venetië. Als die biënnale een WK is, dan is Out of Storage een kwalificatiewedstrijd. De luchtige grafische vormgeving past goed bij de locatie, de basale architectuur van het tentoonstellingsontwerp komt goed tot zijn recht: er is een boekwinkel, een pop-up restaurant en coffeeshop met goede koffie.

De tentoonstelling is licht, luchtig, non-lineair en bevat een vleugje spektakel. In plaats van één leidende route is er de mogelijkheid om je eigen verhaal te maken. Er is geen geforceerde diepgang, maar een bevrijdende oppervlakkigheid. De kunst is er minder heilig dan in de traditionele witte zalen. Het lijkt daardoor niet op de tentoonstellingen die we gewend zijn. Dit alles maakt Out of Storage een tentoonstelling voor barbaren. Tenminste als we de definitie van Alessandro Baricco uit zijn boek De barbaren volgen.

Baricco betitelt de generatie die is opgegroeid met Google – min of meer liefkozend – als barbaren. Ze hebben niet dezelfde interesses en waarden als eerdere generaties; de principes van het surfen over het internet en de manier waarop hierbij betekenis ontstaat zijn ook hun waardesysteem in het offline leven gaan bepalen. Hun interesses liggen meer aan de oppervlakte dan in de diepte. Daardoor hebben ze wel de mogelijkheid om zich voor meer dingen te interesseren. Die veelheid aan interesses en met name de koppelingen die ze daartussen maken zorgen bij hen voor betekenis. Net als bij het surfen op internet willen ze snel van het ene punt naar het ander gaan. De betekenis van de dingen zit in de relaties die ze met andere dingen aangaan en de beweging die dan ontstaat. Die beweging is hun ervaring, in die beweging zit voor hen de waarde.

Om die beweging gaande te houden passen ze hun leefomgeving aan zodat ze in hun manier van leven optimaal bediend worden. De wereld moet daarvoor sneller, oppervlakkiger, spectaculairder en lichter worden. Er bestaan geen stations, hooguit doorgangssystemen die energie moeten opleveren, niet kosten. De manier waarop de barbaren de wereld aanpassen vergelijkt Baricco met plunderen. Als ze een systeem ombouwen tot een doorgangssysteem vallen ze het heiligste van dat systeem aan. In het geval van de kunst is dat de intellectuele afstand, de witte zalen, de traagheid, de eerbied voor de geschiedenis. Als ze de kunst van al die zaken verlost hebben, wordt ze toegankelijker en ontstaat de mogelijkheid om verbindingen aan te gaan met een veelheid aan andere zaken. De barbaren lijken erop uit te zijn de waarden die de vorige generaties hebben opgebouwd systematisch af te breken, maar dat is eerder een gevolg van hun opereren dan een doel. Het mooie aan De barbaren is dat de schrijver dit niet als negatief wil zien, maar dat hij probeert het mooie en het goede ervan te ontdekken. In Out of Storage is het mooie van de nieuwe wereld van de barbaren ook te ontdekken.

De kracht van een tentoonstelling is vaak moeilijk te grijpen. Out of Storage lijkt veel gemeen te hebben met het idee van Baricco’s doorgangssysteem. Hij introduceert het concept in zijn boek om aantrekkelijke plekken in een netwerk aan te duiden waar de bezoeker een heleboel “wereld kan verzamelen”. Doorgangssystemen zijn een samenvatting van een andere reis. Ze bestaan uit punten die onderling totaal verschillend zijn, maar die samenklonteren tot één baan. Op één station bereis je alle spoorlijnen die daar samenkomen. Het zijn plekken die hem door de spectaculariteit een boost geven in de richting van allerlei andere interessante plekken.

Volgens Baricco’s logica hebben de elementen van Out of Storage “betekenis in de vorm van sequentie”: ze zijn onderdeel van ketens die elders begonnen zijn en ook elders weer verder gaan. De waarde van de getoonde kunstwerken is elders al bepaald: niet alleen door andere tentoonstellingen, maar ook door publicaties, tv-programma’s, websites, films en personen. Het feit dat ze hier aanwezig zijn, geeft hen weer een boost op hun weg naar andere plekken en draagt weer bij aan een nieuwe betekenis die ze op hun weg krijgen. Net als de kunstwerken zijn ook de bezoekers op weg in hun eigen sequentie waarmee ze betekenis construeren. In dit doorgangssysteem komen ze samen en vormen een netwerk van individuele waarde-creaties.

De tentoonstelling zelf is ook een netwerk in haar opbouw. De architectuur van de Timmerfabriek maakt het mogelijk dat je je eigen route kunt bepalen in het netwerk van kunstwerken. Je kunt je eigen betekenis creëren door een persoonlijke keuze van de routing. Dit idee kun je ook terugvinden in de vier routes die er door de tentoonstellingsmakers worden aangeboden. Die routes bestaan uit een sequentie van kunstwerken en zijn voorzien van een toelichting, van een betekenis die er door de samensteller van de reeks aan wordt gekoppeld. Traditionele museale tentoonstellingen hanteren vaak een lineaire opbouw die je meeneemt aan de hand van de tentoonstellingsmakers. Nu heb je veel meer vrijheid, wat ook weer bijdraagt aan de energie van het doorgangssysteem. Wat Out of Storage ons wil vertellen: er zijn diverse routes mogelijk die wellicht interessanter zijn dan die van een klassieke curator. Het volgen van diens voorgekookte routing staat in zekere zin zelfs haaks op de nieuwe vrijheid die de bezoeker heeft om zijn eigen plan te trekken.

Een andere voorwaarde voor een interessant doorgangssysteem is lichtheid en vloeibaarheid. Je moet er soepel doorheen kunnen zonder dat je wordt afgeremd. Je aandacht mag geen wortel schieten, de spectaculariteit moet juist beweging genereren. Out of Storage heeft die lichtheid. Er zit genoeg lucht in de tentoonstelling. De werken hebben genoeg ruimte en houden een zekere nonchalance. Nergens wordt het zwaar. Dit betekent niet dat de werken geen diepgang of inhoud hebben, maar dat de bezoeker hier niet door wordt ‘verzwaard’. Hij wordt wel geprikkeld om de lijnen die zijn uitgezet in de tentoonstelling zelf verder te vervolgen. Dit kan dan weer met boeken, internet, lezingen, websites of andere tentoonstellingen.

Opvallend is ook de gelijkenis met de architectonische renovatie waar Baricco in zijn boek over spreekt. Hij heeft het dan over de barbaren die hun doorgangssystemen bouwen door architectonische renovatie van het bestaande. Ze maken een bouwsel leger, lichter en sneller, tot ze een gebouw overhouden dat open genoeg is om de doorgang van enige beweging mogelijk te maken. Dit lijkt verdacht veel op het renovatieplan van de Timmerfabriek – als we het achteraf reconstrueren. Vanwege de economische en politieke crisis is de invulling van de Timmerfabriek met theater- en filmzalen, oefenruimtes en horeca voorlopig uitgesteld. Zo is er een mooie plek voor de realisatie van doorgangssystemen vrijgekomen die de komende jaren nog veel kan opleveren.