Vier dagen lang probeert festival Musica Sacra vragen op te werpen over vrijheid en de beperkingen daarvan. Programmeur Stijn Boeve: “De joden vieren de wet niet vanwege de opgelegde beperkingen, maar om de kiemkracht die er in is vervat.”


De formule van Musica Sacra blijft ook in editie 29 overeind. De oude kerken en de historische plekken van de Maastrichtse binnenstad, vaak binnen, soms buiten, dienen als decor voor een lange reeks concerten en voorstellingen die allemaal in het perspectief staan van een thema. Ging het vorig jaar om Devotie, dit jaar is dat De vreugde der wet. Stijn Boeve, de Vlaamse programmeur klassieke muziek van Theater aan het Vrijthof, kan zich wel voorstellen dat de thematiek op het eerste gezicht wat zwaar op de hand lijkt. “Maar je kunt ook zeggen dat een thema als devotie bedrieglijk licht is.”

Het thema voor 2011 werd enkele jaren geleden geboren in de boezem van de programmacommissie. Aanleiding was een groep rondreizende en musicerende Japanse monniken die vreugde peuren uit een streng disciplinair leven dat aan elkaar hangt van rituelen. Al snel opperde een van de commissieleden muziek te zoeken bij psalm 119, de langste psalm uit de Bijbel (176 verzen) ook wel een gebed zonder eind genoemd, waarin  de heerlijkheid van Gods wet wordt beschreven. “Het is een contradictie in terminus, maar de joden vieren de vreugde van de wet niet om de beperkingen die de Tora oplegt,  maar om de vruchtbaarheid en de kiemkracht die er in is vervat”, legt Stijn Boeve (Roeselaere, 1975) uit. “Wij hebben getracht om bij deze schijnbare tegenstelling een breed programma te kiezen.”

Dat de Schwanengesang van Heinrich Schütz een prominente rol zou krijgen, lag voor de hand. Daarin wordt psalm 119 namelijk integraal getoonzet. Boeve en consorten benaderden Capella Amsterdam voor de afsluitende uitvoering van deze editie van Musica Sacra. “Na alle omzwervingen in de thematiek komen we uiteindelijk hier terecht, bij wijze van synthese.”

Ook tijdens de festivalopening op vrijdag 16 september wordt de thematiek stevig neergezet. In de Papyruszaal van het Theater aan het Vrijthof klinkt Bachs motet Jesu, meine Freude. In het vijfde deel wordt de toon gezet door de kernachtige tekst: ‘Denn das Gesetz des Geistes (…) hat mich frei gemacht’.

Klinkt goed in tijden waarin populisme hoogtij viert. “Wij kiezen kleur”, zegt Boeve. “We proberen het programma wel voor een breed publiek aantrekkelijk te maken. Vandaar ook dat we de kunstopleidingen maar ook filmhuis Lumière en het Bonnefantenmuseum meedoen. We zoeken niet alleen internationale kwaliteit in componisten als Giorgio Battistelli en Kate Moore maar proberen ook jonge musici, theatermakers en beeldende kunstenaars te verleiden om iets te zeggen over De vreugde der wet.”

Programmeur Boeve en festivaldirecteur Jacques Giesen raakten onder de indruk van de presentatie die Marijn Veeders, Anne Peeters, Fabian Landewee en Lore de Swerts, studenten aan de Academie voor Beeldende Kunsten, hielden. Zij formeerden kunstenaarsgroep Daarom die onderzoekt of regels de kunst verrijken of juist niet. Naar voorbeeld van kunstbeweging De Stijl formuleerden zij een manifest waarin zij regels hebben opgesteld waarbinnen zij zich wensen te bewegen als kunstenaar. Het werk dat ze tonen in het theater tijdens het festival is ook een verslag van hun onderzoek.

Hoewel de nadruk ligt op muziek, is film een vast onderdeel geworden van Musica Sacra. Boeve: “Het is mooi om de thematiek vanuit meerdere disciplines te belichten.” Het filmaanbod beweegt zich tussen Der Golem (een stille film met live muziek uit 1920) en de pausfilm Habemus Papam van Nanni Moretti die afgelopen voorjaar in Cannes in première ging. Met de nieuwe verfilming van Charlotte Bronté’s klassieker Jane Eyre door regisseur Cary Fukunaga krijgt Musica Sacra zelfs een voorpremière. De film laat zich makkelijk samenvatten in het licht van festival: jonge vrouw geeft haar vrijheid op om met veeleisende man gelukkig te worden.

Het is een eitje voor Boeve om de volle festivalboom op te tuigen door voorstellingen te benoemen en ze met de thematiek in verband te brengen. De boom hangt vol en de mooiste ballen zijn de  productieopdrachten. Voor een heuse wereldpremière tekent dit jaar de Australische Kate Moore met een stuk voor acht cello’s in de Sint Benedictusabdij in Mamelis. Er is een speciaal voor Musica Sacra geschreven stuk van de Israëlische componist Gilad Hochman, gebracht door Studium Chorale in samenwerking met Ensemble 88. Theatermaker Lieke Benders en Intro in Situ (podium voor nieuwe muziek en klankkunst) komen met een Mis voor Ongelovigen gebaseerd op het boek De Tien geboden van de Spaanse filosoof Fernando Savater. Wat Boeve karakteristiek vindt voor het festival is de programmering van de missen l’Homme Arme uit de vijftiende eeuw. Boeve: “Aanvankelijk wilden we de hele cyclus van zes missen laten horen. Dat bleek onhaalbaar. Nu brengen we een compilatie van de eerste vijf missen op zaterdag en nummer zes integraal een dag later. Dat is niet eerder vertoond. Het is het resultaat van denken en doorpraten om vervolgens aan een originele oplossing te geraken.”

Moeten de bezoekers ook iets opsteken van het festival? “We nodigen mensen uit om vragen te stellen over vrijheden en de manier waarop we die veilig stellen. Mogelijk dat deze gelaagde programmering in antwoorden voorziet.”