Het is zomer, het is mooi weer, de collega’s zijn op vakantie en u zou dat ook wel willen. Dan is het tijd om naar Kornelimünster te gaan.

Kornelimünster ligt ten zuidoosten van Aken, juist waar de rafelranden van de stad plaatsmaken voor heuvels, velden en bossen. Er is een pleintje met oude huizen, er is een klaterend beekje en er zijn terrassen. Maar bovenal is er een majesteitelijke abdij met wortels in de negende eeuw. Dankzij goede contacten met Lodewijk de Vrome, de zoon van Karel de Grote, bezat de abdij de lendendoek, de grafdoek en de zweetdoek van Christus. Helaas liet een van zijn opvolgers de grafdoek doormidden snijden om de helft ergens anders cadeau te doen. Ter compensatie kwamen er relikwieën van de heiligen Cornelius en Cyprianus. Cornelius gaf de abdij haar naam. De relikwieën maakten van Kornelimünster een belangrijk bedevaartsoord. De indrukwekkende gotische kloosterkerk is daarvan het tastbare overblijfsel.

In de kloostergebouwen bevinden zich tegenwoordig de kunstaankopen van het land Nordrhein-Westfalen. Terwijl de musea in de Landeshauptstadt Düsseldorf zich richten op de grote, internationale namen, gaat het in Kornelimünster om jonge kunst uit eigen land. Sinds 1948 werden er zo’n vierduizend werken aangeschaft. Op de eerste verdieping van de abdij, onder plafonds met stuc en barokke schilderingen, is in wisselende samenstelling een keuze uit die collectie te zien.

De vraag is natuurlijk wie de volgende Richter zal zijn.

Van kunstenaars als Gerhard Richter en Sigmar Polke hangt er werk dat ze in het begin van hun carrière – eind jaren zestig, begin jaren zeventig – maakten. Het is onmogelijk daar met een neutrale blik naar te kijken, want bij hen ken je het vervolg. Zij schitteren inmiddels zelf in de musea in Düsseldorf en de rest van de wereld. Wat er van Richter en Polke in Kornelimünster hangt, noemen we dan ook ‘vroeg werk’. Bij andere kunstenaars weet je niet hoe het verder ging. Heel vreemd is het dat het woord ‘vroeg’ dan niet eens in je opkomt. Het is gewoon ‘werk’.

Daar zitten trouwens wel prachtige dingen bij. Neem het morsige eettafeltje (mit Stuhl, zoals de titel uitdrukkelijk vermeldt) van Günter Weseler uit 1975. Uit twee bordjes en een aangesneden brood puilt grijsbruin dierenvel. Blijf even staan en je ziet dat het langzaam en puffend ademt. Als je zijn naam googelt, vind je dat Weseler zijn hele leven ‘Atemobjekte’ is blijven maken. Weseler is niet de enige ontdekking die je in Kornelimünster kunt doen.

Het land Nordrhein-Westfalen koopt niet alleen, het deelt ook een stimuleringsprijs uit aan kunstenaars onder de 35. Zes prijswinnaars uit de jaren 2013-2015 tonen hun werk op de benedenverdieping van de abdij. Er zijn raadselachtige objecten van hout en gips van Kristina Berning, fotografische experimenten van Stephanie Gudra en abstract schilderwerk van Bettina Marx. Opvallend genoeg ontbreekt de golf aan, om het maar even kort samen te vatten, losjes gemaakte figuratieve schilderkunst die Nederland momenteel overspoelt.

De vraag is natuurlijk wie de volgende Richter zal zijn. Ik waag een gokje op Sebastian Riemer met zijn soms haast onmerkbaar bewerkte foto’s van hordenlopers en danseressen. Pas in tweede instantie zie je dat je nét niet ziet wat je denkt dat je ziet. Of denk je dat nu ook maar weer? Het is hoogst intrigerend.

Kunsthaus NRW in Aachen-Kornelimünster. Huidige collectie-opstelling t/m 18 september. That’s How the Light Gets In. Förderpreisträger des Landes NRW 2013-2015 van 5 juni t/m 25 september. Geopend op donderdag t/m zondag. kunsthaus.nrw.de