PAUL VAN DER STEEN – De voormalige Sphinx-fabriek in Maastricht wordt gerenoveerd en krijgt nieuwe bestemmingen. Maar wat doet de stad met de rest van het erfgoed van de keramiekfabrikant? “Het erfgoedbeleid is te eenzijdig gericht op publieksbereik.”
De fabrieken zijn – tamelijk roemloos – uit de stad verdwenen. Het erfgoed van Sphinx is nog in Maastricht te vinden. Nog wel.
Slechts een deel van de collectie aardewerk (bijna 64.000 stuks), moules (1423 stuks) en drukplaten (5469 stuks) heeft de gemeente Maastricht in eigendom, ze wordt beheerd door Centre Céramique. Het betreft materiaal dat op het laatste moment werd veiliggesteld toen Sphinx eind 2006 verhuisde van de Boschstraat naar een nieuw complex op het industrieterrein Beatrixhaven.
De overgrote meerderheid van de verzameling kreeg de gemeente twintig jaar eerder, bij het 150-jarig jubileum van Sphinx, in bruikleen. Aan de toen gesloten overeenkomst komt 1 januari 2018 een einde. Maastricht en de Zwitserse sanitairreus Geberit, die Sphinx heeft opgeslokt, zitten met elkaar aan tafel, maar waar het op uit gaat draaien, durft conservator Wim Dijkman niet te voorspellen. “Misschien wordt de bruikleen verlengt. Eventueel komt het tot een schenking. Het is ook voorstelbaar dat Geberit de collectie te gelde wil maken.”
Voorlopig houdt het bedrijf de kaarten nog tegen de borst, zegt Dijkman. “Geberit heeft het kantoor en de verkoopruimte in Maastricht gesloten, maar lijkt toch te denken aan een nieuwe showroom in de stad. Misschien willen ze daar nog iets met de collectie.”
Het betekent dat plannen om in Centre Céramique een hele etage te reserveren voor Maastrichts glas- en aardewerk voorlopig nog met potlood worden geschreven. De gemeente leent op haar beurt wel weer delen van de collectie uit. Een museum in Nagasaki exposeert Sphinx-producten waarmee Regout eind jaren vijftig van de negentiende eeuw vergeefs de Japanse markt probeerde te veroveren. In de voormalige woning van de familie Regout, Boschstraat 45, zijn stukken te zien. Straks is dat ook het geval in het opgeknapte Eiffelgebouw.
Directeur Ad Knotter van het Sociaal Historisch Centrum in Maastricht, beheerder van de papieren nalatenschap, vindt dat er te weinig wordt gedaan met de geschiedenis van de aardewerkindustrie in de stad. Met de renovatie van het Eiffelgebouw krijgt het stenen erfgoed van de Koninklijke Sphinx langzaam nieuwe bestemmingen. “Niet altijd op de beste manier”, vindt Knotter. “Zo’n Pathé-bioscoop had nooit voor het Eiffel-gebouw neergezet moeten worden. Maar veel blijft toch aardig behouden.”
Het is nu de tijd om ook de Sphinx-collectie weer tot leven te wekken, vindt Knotter. “Afgelopen zomer was ik in het Franse Limoges, ook een stad met een porseleingeschiedenis. Daar stond een fantastisch museum. Zoiets zou Maastricht ook te bieden moeten hebben.” De plek heeft hij al voor ogen. “Aan het Bassin staat een oude papierfabriek met de machines er nog in. Dat zou een schitterende locatie zijn. Er is materiaal genoeg om het verhaal op een boeiende wijze te vertellen voor mensen uit de regio en bezoekers.” Het gaat hem niet alleen om de geschiedenis van het voor Maastricht bepalende bedrijf, maar ook om de rol van de onderneming bij het prille begin van de industriële revolutie in Nederland.
Het keramiekverleden van Maastricht is volgens Knotter redelijk in kaart gebracht. “Het nadeel is wel dat het fragmentarische geschiedenis is. Een mooie samenvattende studie ontbreekt. Eigenlijk zou zo’n groot boek, in de trant van Mijnwerkers in Limburg. Een sociale geschiedenis van een paar jaar geleden, er moeten komen. Maar ja, dat betekent dat er onderzoekers voor een paar jaar dienen te worden vrijgemaakt. Dat kost al snel een ton of twee. Dat geld krijg je lastig bij elkaar.”
Ook Ernst Homburg, bijzonder hoogleraar geschiedenis van wetenschap en techniek aan de Universiteit Maastricht, vindt het hoog tijd dat er meer gebeurt met de nalatenschap van de Sphinx. De stad beschikt volgens hem over “een zeer unieke collectie. Er is in de loop der jaren heel veel van zolders en kelders verdwenen, maar er is ook ontzettend veel behouden.” Als die na het aflopen van de bruikleen zou verdwijnen, is dat een ramp. Homburg ziet nog meer bedreigingen: “Het nieuwe beleid voor cultuur en erfgoed van gedeputeerde Ger Koopmans zet heel eenzijdig in op publieksbereik. Wat het publiek leuk vindt, is leuk zat. De fundering daaronder krijgt nauwelijks aandacht. Terwijl goed onderzoek voor het behoud en het ontwikkelen van collecties van fundamenteel belang is.”
Dansende decors
De Pathé-bioscoop en filmhuis Lumière hebben aan de kop van de Maastrichtse Boschstraat de komende maanden concurrentie van een derde partij. Het kunstproject Life of Ornament wint het in elk geval qua scherm-grootte. Tijdens de verbouwing van het Eiffelgebouw, de voormalige Sphinx-fabriek, worden op de gevels beelden geprojecteerd. In megagrote projecties brengen de kunstenaars Persijn Broersen en Margit Lukács oude drukdecors van Sphinx tot leven. “Het is letterlijk hergebruik van erfgoed”, zegt curator Bart van den Boom van Viewmasters Projects. “Broersen en Lukács laten de drukdecors zelfs bewegen. Ze spelen met de designs van toen en koppelen die ook aan actualiteit: denk bijvoorbeeld aan de ooit zo populaire oriëntalistische taferelen, en de huidige angst voor alles wat uit Midden-Oosten komt .”