Een van de grote acts op Pinkpop dit jaar is The Gaslight Anthem, een van de favoriete bands van ZL-medewerker Leon Verdonschot. Tot er iets knapte, afgelopen voorjaar, op een regenachtige namiddag in Schijndel.
Hoe lang ben je loyaal als fan? Loyaal aan een artiest die je ooit in vervoering bracht? Die je ooit raakte zoals weinig anderen dat kunnen? Doorgaans neig ik naar: lang. Heel lang. Een artiest is misschien zo relevant als zijn laatste werk, mij is hij zo dierbaar als zijn beste werk. En omdat er altijd die kans is dat hij, jaren na zijn hoogtepunt, al is het maar in een glimp, nog even laat zien waarom hij ooit zoveel indruk maakte. Als zijn oude zelf door zijn huidige heen schijnt.
Om die reden heb ik me vaak staan verbijten om oude helden. Me afgevraagd waarom ik ook alweer ging, terwijl het de vorige keer ook al zo tegenviel. Nou, daarom dus: vanwege de liefde die er ooit was, en die daarom nooit helemaal overgaat. Ondanks alles.
Dus was ik teleurgesteld, ja, toen ik vorig jaar in Berlijn anderhalf uur door de stromende regen op een huurfiets naar een buitenpodium was gefietst waar The Gaslight Anthem zou spelen, als voorprogramma van Soundgarden. En ze er werkelijk niets van bakten. Brian Fallon, in potentie een van de meest aansprekende frontmannen van zijn generatie, stond er bij alsof hij liever overal elders was geweest dan hier.
Ik heb niks met Soundgarden, ik kwam voor The Gaslight Anthem, dus na hun corveeshow fietste ik weer terug naar mijn hotel, nog steeds door de regen. Op mijn iPhone klonk een andere band. Even geen Gaslight Anthem meer.
Ze hadden me live al vaker teleurgesteld. Maar het altijd snel weer goedgemaakt. Met vlammende optredens. En met hun albums. Ongelooflijk, hoeveel geweldige nummers Brian Fallon in een paar jaar bij elkaar heeft geschreven. Hoeveel rake zinnen ook, teksten om keer op keer door te lezen, om met gebalde vuisten mee te zingen. Nam hij even afstand van zijn band om met zijn gitaarroadie een zijpad te bewandelen, was dat ook weer een briljante plaat. Klonk hij opeens als een jonge Tom Waits. Dus ook naar die shows ging ik, en opnieuw zag ik de bevestiging: hier staat een van de beste nieuwe songwriters van de rock. Goede strot, goede kop, gevat en slim: een ster.
Een paar keer had ik hem gesproken, en we hadden veel grote liefdes gemeen. Springsteen vooral, maar ook tattoos, films, literatuur. Vorig jaar kwamen we elkaar tegen op de meest onwaarschijnlijke plek voor een Amerikaan uit New Jersey en een Nederlander om elkaar te treffen: in Sydney. Hij vertelde dat het gedroomde was gebeurd: ze hadden mogen openen voor Springsteen in Hyde Park. En of dat nog niet genoeg was: net voor ze het podium opgingen, werd er op hun kleedkamer geklopt. Springsteen. Of hij dadelijk een nummer met ze mocht meespelen. The ’59 Sound. Hij had het alvast geoefend.
Bruce Springsteen! Of hij mocht meespelen! Met hen! Brian vertelde het zo enthousiast dat het leek of hij er nog steeds niet van was bekomen.
Er kwam een nieuw album, Handwritten. Voor het eerst viel Fallon iets te vaak in zelfherhaling, maar het stond opnieuw vol met nummers waarvan de meeste artiesten mogen hopen dat ze er één schrijven tijdens hun hele loopbaan. Ik reed naar Brussel om ze te zien. Het viel tegen. Toen speelden ze in Paradiso. Viel ook tegen. Zoveel goede nummers, zo weinig inzet, flair, bravoure. Spelen of er niets van af hangt. Ik gaf ze een derde kans, in Keulen, simpelweg omdat het er in moést zitten tijdens deze tour: een optreden dat vlamde. En ja, dat kwam er inderdaad, in Keulen. Fallon vertelde honderduit, en zong weer zoals het hoort: of het er toe doet.
En toen kwam die show een paar weken geleden, op Paaspop. In hun schema had ik gezien dat ze in de week ervoor alleen maar in grote, uitverkochte zalen in Groot-Brittannië hadden gestaan. En dan nu een regenachtige namiddag in een tent in Schijndel. Een optreden dat het niet zou gaan redden op repertoire, maar meer nodig zou hebben. Gretigheid, vechtlust, inzet. Alles, kortom, waar onze gezamenlijke held Bruce Springsteen, nooit, maar dan ook nooit in verzaakt.
Fallon en zijn bandleden liepen het podium op als dweilen. Eigenlijk wist ik toen al: dit wordt niks. Maar ik bleef staan, het hele optreden, wachtend op wat nooit kwam. Dat moment waarop de leden van The Gaslight Anthem elkaar zouden aankijken, en zouden besluiten: als ze ons hier niet vreten, dan zullen we het ze verdomme door hun strot rámmen. Ik wilde zien wat deze band in alles uitstraalt: arbeidsethos.
Kennelijk ontbeert die arbeidsethos op de enige momenten die uiteindelijk tellen: wanneer het tegen zit. Een uitverkochte, smachtende zaal in Engeland platspelen, ik zal zeker niet beweren dat iedereen het kan, maar alles geven voor een lauwe tent in een Brabants dorp: dit is waar, zoals dat in b-films heet, “the boys are getting seperated from the men.” En dat is waarin Fallons held een man is, en Fallon zelf niet. Nóg niet, hoop ik.
Maar de loyaliteit om daar het bewijs van af te wachten, is even opgebruikt. Ondanks alles. Ondanks Pinkpop.
Pinkpop. Meerdaags popfestival, op 14, 15, 16 juni in Landgraaf. www.pinkpop.nl