Rheingold

De Nationale Reisopera in Enschede brengt vanaf dit najaar de complete Ring des Nibelungen van Richard Wagner. Ed Spanjaard dirigeert, Harry Peeters zingt Wotan. “Ik ben nu bijna vijftig, dit wordt mijn eerste hele Ring en ik denk dat ik daar nu aan toe ben.”

Wagner lukt alleen met volledige overgave

“Ik maakte mijn debuut in de Ring in de jaren zeventig”, vertelt Ed Spanjaard. “Als pad!” In de derde scène van Das Rheingold , het eerste deel van Wagners fameuze Ring des Nibelungen, wordt de dwerg Alberich eerst in een reuzenslang en vervolgens in een pad veranderd. Spanjaard, in die tijd assistent van dirigent Colin Davis in Covent Garden in Londen, moest onder het toneel een stok met een pad omhooghouden en op de muziek meebewegen.

Inmiddels staat Spanjaard al vele jaren zelf op de bok, onder meer als chef van het Limburgs Symfonie Orkest. Tussen 2009 en 2013 zal hij bij de Nationale Reisopera in Enschede de complete Ring des Nibelungen dirigeren. Eén van de hoofdrollen, die van oppergod Wotan, wordt gezongen door de Limburgse bas-bariton Harry Peeters.
Om het geheugen op te frissen: de Ring des Nibelungen is het magnum opus van Richard Wagner. De vier avondvullende opera’s, gebaseerd op het middeleeuwse Nibelungenlied en gesitueerd in de Germaanse godenwereld, vertellen een ontluisterend verhaal over de belustheid op macht. Net als in Tolkiens In de ban van de ring, dat overigens voor een deel put uit dezelfde middeleeuwse bronnen, is die macht samengebald in een magische ring. Wie de ring wil bezitten, moet de liefde afzweren en dat breekt de wereld op. Dood en verderf vormen de kern van de cyclus. In het laatste deel, Götterdämmerung (Godenschemering), gaat zelfs het godenrijk in vlammen op. Zoals bekend was Hitler een grote bewonderaar van Richard Wagner en niet in de laatste plaats van deze cyclus. Je vraagt je af of hij niet doorhad dat hij naar de verbeelding van zijn eigen ondergang zat te kijken.
Wagner schreef de Ring, met onderbrekingen, tussen 1853 en 1876. In meerdere opzichten was het werk baanbrekend. In de loop van de cyclus gaat hij steeds subtieler om met zogenaamde ‘Leitmotive’, muzikale thema’s die niet alleen de personages karakteriseren maar ook abstracte begrippen als liefde, trouw, machtsdrift of vertwijfeling. De ‘Leitmotive’ bieden het orkest ongekende mogelijkheden om commentaar te leveren op list, bedrog en valse bedoelingen van de hoofdpersonen, terug te verwijzen naar eerdere gebeurtenissen of te zinspelen op de noodlottige afloop. Op het gebied van harmonie, orkestratie en muzikale architectuur sloeg Wagner wegen in die nog generaties na hem zouden bewandelen. De symfonieën van Bruckner en Mahler, maar ook bijvoorbeeld de klassieke filmmuziek van Hollywood zijn ondenkbaar zonder zijn invloed. Maar bovenal is de Ring overweldigend totaaltheater, voortgedreven door muziek zo groots en meeslepend als muziek maar zijn kan. “Het is een privilege om dit te mogen spelen”, zegt dirigent Ed Spanjaard. Zanger Harry Peeters, net terug uit Australië waar hij Gunther in de Götterdämmerung heeft gezongen, valt hem bij: “Dit zijn rollen waar je jarenlang naar toe werkt.”
Toch was Wagner voor beide heren geen vanzelfsprekendheid. Peeters: “Toen ik net van het conservatorium was, kreeg ik een aanstelling bij de opera van Darmstadt. Daar moest ik Gurnemanz in Wagners Parsifal zingen. Ik had er eerst geen zin in, een soort angst voor het onbekende. Maar omdat ik een vast contract had, moest het natuurlijk toch en ik vond het prachtig. Het is muziek waar je onbevooroordeeld in moet stappen, dan laat het je niet meer los.”
Spanjaard: “Ik had op de middelbare school in Haarlem een scheikunde-leraar die ook muziek en psychologie had gestudeerd en helemaal Wagner-gek was. Hij nam een keer de hele 6-gym klas mee naar een voorstelling van de Götterdämmerung in Amsterdam. Die man had zó’n passie: zelfs de klasgenoten die niets met muziek hadden, waren onder de indruk.”
Wagner loopt als een rode draad door Spanjaards carrière. “Als je mij na mijn dood zou opensnijden, zou je allemaal stukjes Wagner vinden.” Hij wijst in de buurt van zijn milt: “Kijk! Hier zit een stukje Waldweben!” Aldus verwijzend naar een idyllische scène uit het derde deel van de cyclus waarin de onnozele held Siegfried in de stilte van het woud een uitzonderlijk moment van zelfinzicht beleeft.

Als assistent van Colin Davis in Londen zong Spanjaard eens vanuit het souffleurshokje een paar regels van de reus alias draak Fafner, omdat de solist vanwege een vliegtuigvertraging te laat was voor de repetitie. “‘Was that you, Ed?’ informeerde Colin Davis vanuit de orkestbak. ‘Yes!’ riep ik. ‘Bravo!’ riep hij terug.”
In 1983 was Spanjaard assistent van Georg Solti in Bayreuth. Op verzoek van Wagner zelf is de orkestbak daar diep verzonken zodat je als dirigent het podium niet kunt zien. “Solti ging bij de repetities vaak samen met de regisseur in de zaal zitten en liet mij dirigeren. Zo moet ik in Bayreuth zeker een kwart van de Ring gedirigeerd hebben.”
De Ring stelt buitengewone eisen aan de solisten. Spanjaard: “We hebben zeven dagen audities gehouden, tientallen zangers gehoord. Daarbij let je niet alleen op de vocale kwaliteiten. Zangers moeten een enorme kracht hebben en toch alle nuances aan kunnen brengen. De Ring is een ongelooflijk rijk stuk. Er zitten ook heel lyrische gedeeltes in. En dan moeten de solisten ook nog verstaanbaar zijn en kunnen acteren. Voor de grote rollen, zoals Wotan, Siegfried of Brünnhilde, zijn er maar een paar in Europa te vinden.”
“Dat is niet alleen aan een kwestie van techniek”, zegt Harry Peeters. “Het is ook een kwestie van muzikale en persoonlijke rijping. Ik heb op verschillende plaatsen afzonderlijke delen van de Ring gezongen. Ik ben nu bijna vijftig, dit wordt mijn eerste hele Ring en ik denk dat ik daar nu aan toe ben. Je hebt overzicht en rust nodig om zo’n rol op te bouwen. In het tweede deel, Die Walküre, staat Wotan bijna de hele tweede en derde akte op het toneel. Aan het einde komen de zwaarste en hoogste passages. Zonder goede opbouw haal je die niet eens!”
Ook voor Spanjaard is de opbouw van het stuk de grootste uitdaging. “Als er in de laatste akte een climax zit, moet je daar al in de eerste akte – misschien wel drie uur eerder – op anticiperen. Dat vraagt overzicht. Je kunt veel thuis voorbereiden, maar je moet ook kunnen vertrouwen op je ervaring. Die heb ik opgedaan met Wagner, maar ook met andere grote, complexe stukken van Bruckner, Mahler en Richard Strauss. Ik zie zelfs overeenkomsten met Bachs Matthäus-Passion: ook een lang, dramatisch stuk met veel wisselingen in sfeer en tempo dat je toch tot een geheel moet zien te smeden.”
Voor de periode van repetities en voorstellingen van Das Rheingold hebben Peeters en Spanjaard hun agenda’s helemaal vrijgemaakt. Twee maanden lang uitsluitend Wagner. Wie zich niet volledig aan Wagner overgeeft, kan er beter helemaal niet aan beginnen.

Harry Peeters als Wotan in Münster in 1999. foto Michael Hörnschemeyer
Dirigent Ed Spanjaard op de bok. foto Rob Nijpels

Richard Wagner, Das Rheingold. Nationale Reisopera, Orkest van het Oosten en diverse solisten o.l.v. Ed Spanjaard. Nationaal Muziekkwartier, Enschede. Tussen 26/9 en 11/10. Inleiding door Frits van Lijf op 29/9 om 20.00 uur in Theater a/h Vrijthof, Maastricht. Voor matinee op 11/10 met busvervoer vanuit Maastricht: 043-3477064. www.nationalereisopera.nl.