Is het niet altijd tijd voor verandering, vraagt WIDO SMEETS zich af. Hij zit er weer eens helemaal naast.

Ik lees dat zanger Douwe Bob van zijn horloge is beroofd. En hij is niet de enige. De horlogeroof is namelijk een trend – die ons soort mensen overigens niet zal treffen. Het gaat namelijk om Rolex-achtige klokken waar je pols bij in het niet valt. Ze hebben de prijs van een behoorlijke middenklasser, ineens begrijp je waarom er minder autodiefstallen zijn.

De overval dateert van een paar maanden geleden, geeft Douwe Bob toe in Playboy. Een tijdlang heeft hij het uit het nieuws weten te houden, nu kon hij het niet langer voor zich houden. Hij moest ermee naar buiten, zei hij, ook omdat hij er flink van is geschrokken. ‘Ik ben en beetje voorzichtig geworden met dure klokken’, zegt hij. De overval heeft zogezegd zijn leven veranderd.

Veranderingen zijn monsters die sluipenderwijs ons leven binnenglijden. Soms hebben ze een verleden, zoals bij Douwe Bob, maar lang niet altijd. Toch mogen we de geniepigheid die de verandering eigen is haar niet te zwaar aanrekenen. Ze moet wel, anders redt ze het niet. Mensen houden niet van verandering, al helemaal niet in tijden van crises.

Veranderen is ook een kwestie van geloven. Het stukje over Douwe Bob lees ik de dag dat Mark Rutte zijn zoveelste verkiezingswinst verzilvert. De overwinning, zegt hij, stemt me nederig. Zou je niet, nadat je na tien jaar pappen zonder nathouden alsnog herkozen wordt.

‘Hij spéélt nederig, zijn spindoctor heeft hem dat ingefluisterd.’

Omdat hij voor elke microfoon dezelfde ingestudeerde reactie geeft, hoor en lees ik Mark Rutte 36 uur lang zeggen hoe nederig hij de nieuwe opdracht aanvaardt. Terwijl we weten dat hij dat niet is. Hij spéélt nederig, zijn spindoctor heeft hem dat ingefluisterd. Wat een verandering zou het zijn, een nederige Mark Rutte, die na de zomer de ‘rafelranden van het kapitalisme’ gaat aanpakken. We weten wel beter.

Verandering is een ingewikkeld begrip. ‘Als we willen dat alles blijft zoals het is, moet alles veranderen’, laat Tomasi de Lampedusa zijn hoofdpersoon Tancredi zeggen in De tijgerkat. Tien jaar eerder had George Orwell in 1984 al uitgelegd dat je Grote Woorden niet moet vertrouwen. Het boek verscheen in 1948, het jaar dat de Duitse Democratische Republik werd opgericht. Democratisch? De DDR?

Een vriendin houdt me een onderzoek voor dat zegt dat mensen in mijn leeftijdscategorie het minst verhuizen. Als emigranten spelen mijn generatiegenoten en ik al helemáál geen rol van betekenis. In dat hokje pas ik dus niet. Ik waag het er wel op, ik ga verhuizen. En emigreren. Terug naar Nederland. ‘Op jouw leeftijd?’, vraagt de visboer, wanneer ik uitleg dat hij op het punt staat een klant te verliezen.

Het is dus niet zo dat ik veranderingen opzoek, eerder omgekeerd. Ze zoeken mij op. Zoals mijn wenkbrauwen die, in navolging van mijn hoofdhaar, beginnen te verkleuren. Dat ik over drie, vier, vijf jaar met  Geert Mak-achtige borstels boven mijn ogen rondloop, is niet een perspectief dat me toelacht.

‘Begint de comfort zone verstikkende trekjes te krijgen, word je op het ellendige af benieuwd hoe het buiten de zone zou zijn.’

Zo hebben ook de argumenten om te verkassen zich min of meer vanzelf aangediend. Soms gaan de wijzers los van elkaar in één richting. Manifesteert zich een seven year itch, is het simpelweg de tijd om te veranderen. Begint de comfort zone verstikkende trekjes te krijgen, word je op het ellendige af benieuwd hoe het buiten de zone zou zijn.

En ineens moet ik aan Sigrid Kaag denken, Sigrid Kaag van de partij Nieuw Leiderschap. Ze is de grote winnaar van de verkiezingen. Een Grote Verandering gaat dat niet opleveren, in een kabinet met de nederige Mark Rutte en het imploderende (dank je wel, Pieter Omtzigt) CDA. Fokke en Sukke hadden het over een ruk naar het midden – dat troosteloze oord waar elke neiging tot verandering smoort in mitsen en maren. Dit gezegd hebbende: 29 zetels voor extreem rechts, is dat geen verandering dan?

Enfin, terwijl dat proces zijn beslag krijgt, wordt Sigrid Kaag in het zwarte gat genaamd Mark Rutte getrokken, om daar langzaam te worden verzwolgen. Velen gingen haar voor.

Terwijl verandering ons moet redden, kiest Nederland voor stilstand. Tot binnen mijn geliefde leesclub De luchtballon heerst verslagenheid over de verkiezingsuitslag. ‘Een nachtmerrie, dat is het’, lees ik in een binnenvallende mail.  ‘Niet alleen voor Kaag. Ook voor mij. Wat een volk! Bah.’

WIDO SMEETS