Van 30 juni tot 2 september vindt in het Belgische Watou, gemeente Poperinge, voor de 38e keer een kunstenfestival plaats met als thema ‘Over het verlangen en de troost’. Verrassend hoelang al dit dorp in de zuidwesthoek van België dit kwalitatief hoogwaardig festival weet te organiseren. Welke aantrekkingskracht brengt jaarlijks ruim vierentwintig duizend mensen naar dit festival?

Op weg naar Watou zie je in het Vlaamse landschap typische hagen hop, de grondstof voor bier dat hier wordt gebrouwen en rijkelijk stroomt, soms een verwijzing naar oorlogsgraven voor gevallenen uit de Eerste Wereldoorlog, nu honderd jaar voorbij. Maar de wonden van de oorlog bleven achter zoals in de stad Ieper eerst volledig verwoest later weer opgebouwd. Daar vindt elke avond bij de Menenpoort de Last Post-ceremonie plaats ter herdenking van vijfenvijftigduizend vermiste soldaten.

In Watou overvalt je een dubbele emotie enerzijds van de vrolijkheid van wuivend hop en stromend bier, anderzijds van het verdriet van oorlogsleed.

Deze emotie, de confrontatie van twee stemmingen, dát zal de aantrekkingskracht zijn van Watou.

Over het thema zegt Jan Moeyaert, Intendant van het kunstenfestival het volgende:
Verlangen is permanent aanwezig in ons dagelijks leven en zonder troost wordt ons leven onleefbaar. Onze maatschappij is er op ingericht en stroomlijnt onze onstilbare honger. Mediamakers en marketeers bespelen dat verlangen voortdurend en wij krijgen er nooit genoeg van. In het werk van de meeste kunstenaars, schrijvers, dichters en andere scheppende makers is dat wankel evenwicht tussen verlangen en troost dikwijls pertinent of onderhuids aanwezig. Zij nemen de tijd om de mensen en de dingen die ons bezighouden te observeren”.

In Watou wacht de bezoeker een wandeltocht door het dorp langs tien verschillende locaties. Dit jaar is er een buitenlocatie in Poperinge waar de WO I herdenkingsjaren 2014-2018 worden afgesloten.

Het parcours in Watou bestaat uit een kasteeltuin, een park en acht gebouwen van verschillende aard. De tand van de tijd knaagt volop aan deze gebouwen, maar nieuw leven welt op. Stuk voor stuk zijn ze mini-musea geworden waar kunstenaars meer dan honderd verhalen vertellen. Verhalen in intieme ruimtes worden spannend en confronterend zoals:

  • de twee vermoeide meisjes van Katrin Dekoninck in het Festivalhuis met het gedicht Rust wel van Bernard Dewulf: beiden inspiratoren van het festival;
  • de film The Girl van Hans op de Beeck in de Douviehoeve;
  • Bedroom en (Wel)come home van Nelly Agassi in de brouwerijkelder;
  • de duizend koffiemokken van Casper Braat in de Kerk opgesteld als grafstenen op een oorlogskerkhof.

Deze kunstwerken zo nabij, zo tastbaar.

Er is niet veel nodig om de ideeën van de kunstenaars op te laten gaan in hun omgeving alsof in het concept de afspraak is gemaakt tot samenwerking: de synthese van poëzie, beeldende kunst en architectuur, een nog sluimerende gedachte uit het verleden van dit festival.

Watou verschuift het decor van het leven en op het podium spreken kunstenaars je toe in een verrassend nieuwe taal Over het Verlangen en de Troost.

Jan van Bergen

Nog te bezoeken t/m 2 september. www.kunstenfestivalwatou.be


Dit artikel is onderdeel van &PAPER en valt buiten de verantwoordelijkheid van de ZOUT hoofdredactie.