Uit de geschiedenis van World Press Photo, betaald door de Postcode Loterij, blijkt dat Nederlanders verzot zijn op anonieme slachtoffers, vindt Rob van Acker. “Zou de jury van World Press Photo in de VS of Rusland zetelen, dan kwamen er vast heel andere winnaars uit de bus. Minder slachtoffers, meer helden.”

Laatst bezocht ik de World Press Photo 2015 tentoonstelling in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Naast de beste foto’s van dit jaar was er ook een overzicht te zien van alle winnaars vanaf 1955. Bij het bekijken van deze reeks van zestig jaar knap in beeld gebrachte ellende, rampspoed en natuurgeweld viel mij plotseling de grote gemene deler op: op vrijwel alle winnende foto’s speelt het onschuldige weerloze slachtoffers de hoofdrol. Slachtoffers van oorlogen en rampen waar ze als individu geen invloed op hebben.

Anders dan de naam doet vermoeden is World Press Photo een Nederlandse initiatief, betaald door de oer-Hollandse Postcode Loterij. Je zou kunnen zeggen dat de keuze van de winnaars wordt bepaald door wat Nederlanders als een goede nieuwsfoto ervaren.

Over het algemeen waarderen we beelden waarin we onszelf op de een of andere manier herkennen – dus wat zegt deze expositie over de Nederlanders? Herkennen we onszelf als we kijken naar een huilende vrouw die rouwt bij het dode lichaam van een geliefde, naar boze vaders tijdens een rouwstoet, naar homoseksuelen die, bang voor repressie, in het geniep hun leven moeten leiden, naar wegvluchtende deelnemers aan een vreedzaam protest of naar gedesillusioneerde soldaten met een verbonden hoofd voor wie de oorlog toch gruwelijker blijkt dan gedacht.

We zien weerloze slachtoffers. In vrijwel geen enkele foto is de hoofdrol weggelegd voor de slechterik, of een held.

Ja, waarom zijn er niet meer helden te zien? Zou de jury van World Press Photo in de VS of Rusland zetelen, dan kwamen er vast heel andere winnaars uit de bus. Wij zijn geen land van helden. Als Nederlanders zijn we al blij als we neutraal kunnen blijven, als onze handelspositie niet wort geschaad, of als we een tegenslag zonder al te veel kleerscheuren doorstaan. In geopolitiek opzicht is er weinig waar we trots op kunnen zijn; de laatste militaire veldslag die Nederland won, was in 1831 tegen de Belgen. In bepaalde onderdelen van sport of, heel soms, tijdens de finale van het Eurovisiesongfestival, lijkt het of we er toe doen. Maar verder speelt Nederland, hoe graag we het ook zouden willen, geen rol van betekenis. Trots nationalisme is ons dan ook vreemd.

Misdaad zonder straf. De vliegramp met de MH 17. foto Jérôme Sessini / World Press Photo

Blijft dan alleen de rol van slachtoffer over?

Hoe kan dat, terwijl we toch altijd in de top tien van de gelukkigste landen ter wereld staan? We zijn gelukkig, én verdacht goed in het ons verplaatsen in de rol van het slachtoffer. Bijvoorbeeld op tv, waar we graag naar de gedupeerden van een slecht functionerende overheid mogen kijken, of naar slachtoffers van oplichterij, een mislukte  aankoop of een verregende vakantie.  Slachtoffers hebben altijd gelijk, en de schuld ligt buiten hen zelf. Net als bij de World Press Photo is het slachtoffer een willoze speelbal van de grote gemene wereld. Slachtoffers genieten in Nederland maatschappelijke aanzien. Slachtoffers zijn onze helden. En doet er zich een échte ramp voor, dan worden de slachtoffers tot de status van heilige verheven.

Een treffend recent voorbeeld hiervan is de recente vliegramp met de MH17, een tragisch ongeluk waarvan de directe nabestaanden veel verdriet ondervinden. Een verdriet dat Nederland zich vervolgens collectief toe eigent: we voelen hoe we als klein, onschuldig, goedbedoelend landje vermalen worden door de tanden van de grote boze buitenwereld. Het Calimero-effect treedt in werking: we slaan niet terug, maar zoeken medestanders – die er niet zijn. Waarna onze collectieve onmacht zich vertaalt in collectieve rouw. De slachtoffers worden nationale helden, en wee diegene die daar ongepast mee omgaat. Een gewaardeerd patholoog anatoom verliest zijn baan omdat hij tijdens een lezing voor studenten, waar hij uitlegt hoe slachtofferidentificatie na een ramp in zijn werk gaat, foto’s van slachtoffers laat zien. Terwijl we elk jaar een fototentoonstelling organiseren vol slachtoffers. Van ver weg, uiteraard.

Het kan ook anders. Nederland zou ook een voorbeeld kunnen nemen aan het onderwerp van de winnende World Press Photo van 1990. De man die op het Tiananmen-plein in zijn eentje een rij tanks probeert te stoppen.

De auteur is lezer van Zuiderlucht.

World Press Photo 2015, van 23 oktober t/m 15 november in Centre Céramique Maastricht.

Boven:  Operatie Mare Nostrum. Bootvluchtelingen, gered door de Italiaanse marine. foto Massimo Sestini / World Press Photo