Het was het idee van Jan Boelen, directeur van Z33 in Hasselt, om de nomadische kunstbiënnale Manifesta naar (Belgisch) Limburg te halen. Uiteindelijk viel de keuze op Genk, ooit het decor van grauwe kolenmijnen, nu het domein van de internationale avant garde. “Een regio die niet met zijn geschiedenis bezig is, heeft geen toekomst.”

In 2009 liep Jan Boelen nog wat onzeker over de Biënnale in Venetië, met zijn voorstel om Manifesta naar ‘zijn’ Limburg te halen, onder de arm. Hij moest de organisatie op drie fronten overtuigen: de financiën moesten kloppen, de infrastructuur moest op orde zijn en er moest een inhoudelijk sterk programma komen.

Ondanks die onzekerheid besloot hij het bidbook toch te overhandigen. Nu, ruim drie jaar later, staat zijn project op punt van beginnen. Van 2 juni tot en met 30 september vormt het oude kolenmijncomplex van Waterschei de setting van Manifesta 9.

Waarom wilde Boelen (Genk, 1967) dit evenement zo graag naar zijn geboortestreek halen? “Landschap in verandering, dat is voor mij de leidraad. Genk en de mijnstreek zijn de afgelopen vijftig jaar enorm getransformeerd en hard op zoek geweest om oude fabrieksterreinen een nieuwe invulling te geven. C-mine en Waterschei zijn daar goede voorbeelden van. En eigenlijk zitten door heel Europa dit soort gebieden in deze fase van verandering: in Letland, het Ruhrgebied, Nederlands Limburg.”

Manifesta is een tweejaarlijks evenement dat Europese steden of regio’s met een zekere sociale frictie opzoekt; plaatsen die niet direct voor de hand liggen en waar de beeldende kunst een ondergeschoven kindje is. Met Genk is het van oorsprong Nederlandse initiatief aan zijn negende editie toe. Eerdere edities hadden onder meer plaats in Murcia, Trentino, Ljubljana en San Sebastian.

Bij andere Manifesta’s moesten bezoekers soms wel honderd kilometer reizen om van het ene onderdeel naar het andere te komen. Om de communicatieve en logistieke problemen die daarbij komen kijken, te voorkomen, is er in Genk één locatie, het monumentale hoofdgebouw van de voormalige mijn Waterschei. “Aanvankelijk speelde ik met de gedachte om Hasselt erbij te betrekken, of Maastricht en Heerlen, maar toen ik nadacht over de infrastructurele problemen die dat zou opleveren, besloot ik: alles gaat zich afspelen op Waterschei in Genk.”

De oude mijnstad laat volgens Boelen zien hoe Europa moet omgaan met deze verandering. Het verleden wegpoetsen, is uit den boze: “Een regio die niet met zijn geschiedenis bezig is, heeft geen toekomst,” aldus Boelen, die artistiek directeur is bij Z33 in Hasselt en lesgeeft aan de Design Academy in Eindhoven.

“Manifesta9 moet de onderhuidse dynamiek die er in de regio is naar de oppervlakte zien te krijgen. Daarmee doel ik op de beeldende kunst, maar ook het erfgoed van de mijnen.” Kunst in Limburg is volgens Boelen nog te onzichtbaar: “We zijn te bescheiden. Met dit evenement wil ik kunstenaars en inwoners uit de regio wat trots bijbrengen: Wij mogen er best zijn.”

“Genk, en eigenlijk de gehele mijnstreek, vormt al een zeer internationaal gezelschap, met Turken, Italianen, Polen, Tsjechen, noem maar op, aldus Boelen. “En die groepen leven er al generaties. Wij zijn de wereld. Door Manifesta hier te organiseren houdt Genk de wereld een spiegel voor.” Boelen wil met Manifesta een mentale switch bewerkstelligen, “waarmee we de wereld kunnen veranderen.”

Om die mentale switch voor elkaar te krijgen, worden er tal van evenementen georganiseerd. “We hebben tien mensen die zich bezighouden met het organiseren van workshops en rondleidingen van allerlei groepen: van Turkse vrouwen tot en met schoolklassen.” Daarnaast zijn er zo’n tachtig ‘parallelevents’ in de euregio, events die tegelijkertijd met Manifesta plaatshebben.

Voor Boelen is Manifesta geslaagd als de mensen (bezoekers en kunstenaars) elkaar weten te bereiken, als ze elkaar op ideeën brengen. Bezoekersaantallen boeien hem vanwege het commerciële succes dat daaraan vasthangt, maar echt succesvol is de biënnale voor hem pas als de vraag ‘heeft Manifesta voor verandering gezorgd?’ met ja kan worden beantwoord. “De wereld kan veranderen door kunst, daar geloof ik echt in.”