Het was even wennen, en nog altijd spreken kweker en designers hun eigen taal. Maar hun samenwerking rond de N65 heeft duurzaam vorm gekregen in een coöperatie. “We hebben elkaar nodig.”
Ze knikken alle drie. Zet een kweker en twee designers bij elkaar en de opbrengst is groter dan de som der delen, beamen ze. Hoe zonderling de combinatie ook mag zijn. Juist het ongewone lijkt meerwaarde te creëren.
Want, zegt de kweker die Aad Vermeer heet: “Ik zit met mijn vingers in de grond, zij ontwerpen constructies. Het zijn twee heel verschillende disciplines die je bij elkaar brengt en die elkaar aanvullen. Ik weet niet of ik anders zoals nu aan de slag zou zijn gegaan met mossen.”
En de designers, in dit geval het paar Maartje Dros en Eric Klarenbeek: “We hebben elkaar nodig. Hier in Haaren liggen de proeftuinen. Wij hebben geen toegang tot een eigen kwekerij waar je de ontwikkelingen goed in de gaten kunt houden. Aad doet dat wel. Het liefst zouden we hier elke dag even zijn. Maar ja, we zitten in Zaandam. Da’s minstens drie verkeersknooppunten en heel veel fijnstof verder.”
Over fijnstof en het mos als N65’s stofzuiger verderop meer. Het zijn belangrijke elementen in de samenwerking van het trio, dat inmiddels een coöperatie heeft opgericht: ‘Greentings’. Daar hebben ze andere partijen bij betrokken. “Zo brengen we verschillende expertises bij elkaar en bouwen we meteen een groot netwerk op. Dat is essentieel om vooruit te gaan”, zeggen de designers. “Voor ontwerpers en andere kunstenaars is dit misschien wel een model voor de toekomst.”
En Vermeer: “Als je aan het begin van de keten zit, als je bedenkt en experimenteert, dan zie je later vaak het minst van de opbrengst terug. Daarom hanteren we een puntensysteem dat recht doet aan de inspanningen van alle partijen. Dat is vrij uniek.”
De aanzet tot de ideeën werd geschetst door Kunstloc (voorheen bkkc), met als doel kunst en vormgeving te integreren in dit gebied en het versterken van de identiteit van de N65. Deze provinciale weg tussen Vught en Tilburg zal de komende jaren een reconstructie ondergaan, mede om de verkeersveiligheid te verbeteren. De (boom)kwekers gevestigd aan deze weg, willen actief deelnemen aan deze gebiedsopgave. Ze beschrijven het gebied als ‘de tuin van Brabant’, waarin ze hun producten als op een tuinbeurs kunnen etaleren. Het kunstproject ‘De N65 als Etalage’ biedt kansen om de kwekerijsector nog beter te profileren.
De dromen van de designers zijn zoals dromen horen te zijn: weids. Een overkapping van de hele N65 met natuurlijk materialen? De aanvankelijke schetsen van Dros en Klarenbeek zien er aansprekend uit. De cijfers van hun ‘Absorberende Architectuur’ mogen er ook zijn. Onderzoek van de Universiteit van Bonn geeft aan dat mos een fijnstofvreter van jewelste is. Een volledige overkapping zou alle fijnstof kunnen opnemen van 94.285 auto’s die vier keer per week heen en weer rijden tussen Den Bosch en Tilburg. Lees: van al het huidige verkeer op de N65.
Maar goed, die overkapping blijft nog wel een hele tijd een droombeeld. Zo’n wegdak boven het wegdek zou wel goed passen bij het cv van de drie. Vermeer (39) is met zijn bedrijf Greenmakers druk met onder meer readyroofs, groene dakelementen. Dros (38) en Klarenbeek (39), allebei afgestudeerd aan de Design Academy Eindhoven en goed voor tal van grote projecten, weten hoe ze schimmels, algen en mossen moeten opkweken. Ze hebben er in het verleden al volop mee gewerkt. “Schimmels? Vroeger klonk zoiets vies. Inmiddels is er gewenning ontstaan en zijn ze zelfs breed geaccepteerd als zinvol materiaal.”
Maar de groene innovatie in Haaren is ook een proces waarbij het geduld op de proef wordt gesteld. Het is vooral nog zoeken naar de ondergrond waarop het mos het best gedijt. Dat zit Vermeer het meest zichtbaar dwars. “Alles wat verweerd en oud is, daar groeit mos op. Maar op onze nieuwe objecten gaat het niet naar wens. Dat moeten we verder onderzoeken.”
De wegtikkende tijd heeft ook te maken met de ambitie om kwaliteit te leveren. “Dat is zeker in mijn belang”, zegt de kweker. “Je kunt wel iets moois neerzetten, maar het moet drie jaar later nóg goed zijn.” Hij beseft bovendien dat innoveren “een proces van ‘trial and error’” is. Dus toch aan de slag. Een eerste proefopstelling langs de N65, op zijn velden aan de kruising met de Hoge Raam, ligt in het verschiet.
“We stellen eerst een verticaal systeem op”, zeggen Dros en Klarenbeek. “Met driehoekige of vijfhoekige structuren willen we een groene wand creëren waar je doorheen kunt blijven kijken. Het werkt als fijnstoffiltering. Daar gaat het ons om. En we zouden ook een stuk overkapping met mos willen maken. Bij een bushokje dat wachtende reizigers tegen fijnstof beschermt of op een plek waar bijvoorbeeld fietsers er onderdoor kunnen.”
De N65 biedt een uitgelezen kans. Verkeer, industrie, veehouderij, van over de grens, de vuiligheid komt overal vandaan. Klarenbeek: “Als je Brabant op de landelijke fijnstofkaart ziet, dan ontwaar je een donkere vlek. Dat verwacht je vooral in de Randstad. Maar Nederland dreigt sowieso één grote stad te worden. Dat maakt het des te belangrijker om oplossingen voor die fijnstof te zoeken.”
In het begin van het jarenlange proces kwamen ze vaak bijeen, nu eens in de twee, drie maanden. Of zij, de kweker en de designers, inmiddels aan elkaar gewend zijn? De gewenning duurt voort, zegt Dros met een glimlach. “Je hebt ieder je eigen gevoel, je eigen ergernissen en teleurstellingen, je spreekt ook wel eens een andere taal.” Maar dat alles lijkt eerder te stimuleren dan af te remmen. “Als we om de tafel zitten, dan porren we elkaar lekker op.”
www.greenmakers.nl
www.ericklarenbeek.com
www.maartjedros.nl