De Maastrichtse muziekpionier Dick Raaijmakers experimenteerde in de jaren vijftig met elektronische muziek. Als Philips-uitvinder was hij ook betrokken bij de ontwikkeling van de Philicorda. Stijn Segers en Bert Hornikx zijn gek van dit elektronisch orgeltje en werken aan een hommage aan de twee jaar geleden gestorven Raaijmakers.
Eind jaren vijftig, begin jaren zestig. Het Natuurkundig Laboratorium van Philips in Eindhoven, beter bekend als Philips Natlab. Uit kostenoverwegingen wordt de koffiejuffrouw afgeschaft. De werknemers zijn het er niet mee eens. Ze missen de juffrouw en de koffie uit de automaat is slecht. Ze besluiten zelf een betere automaat te bouwen. Verschillende mensen werken aan verschillende ontwerpen, het draait uit op een soort competitie. De uren die hierin worden gestoken, moeten die van de koffiejuffrouw ruimschoots hebben overtroffen.
Dit is de tijd dat alles kon – althans bij Philips.
Het is ook de tijd dat de Maastrichtse muziekpionier Dick Raaijmakers (1930 – 2013) bij het Natlab werkte. Misschien leverde hij ook een bijdrage aan de koffiemachine, in ieder geval hield hij zich bezig met muziek. Op filmpjes op Youtube zien we hem in de weer met toongeneratoren en bandrecorders. Hij mixt geluiden en creëert ‘loops’ door stukjes tape los te knippen en de uiteinden aan elkaar te plakken. Vreemde, buitenaardse klanken zijn het resultaat. Tegenwoordig wordt Raaijmakers beschouwd als één van de grondleggers van de elektronische muziek.
Philips gaf Raaijmakers alle ruimte. Toch moet het bedrijf ook in commercieel opzicht brood hebben gezien in zijn experimenten. Het maakte verscheidene platen met werk van Raaijmakers (onder de naam Kid Baltan, een omkering van Dik Natlab) en zijn toenmalige collega’s Tom Dissevelt en Henk Badings. De lp’s droegen titels als Electronics Movements en Electronic Popular Music. Je kunt je afvragen hoe populair deze buitenissige muziek in de jaren vijftig was, maar luister nu naar een nummer als Song of the Second Moon en je hoort techno en dubstep. Fascinerend.
Maar de experimenteerdrift op het Natlab leidde niet alleen tot toekomstmuziek. Philips stond aan de wieg van de compact cassette en de cd, en bracht één van de eerste elektronische orgels voor het grote publiek op de markt, de Philicorda. Dick Raaijmakers droeg bij aan de ontwikkeling van de eerste prototypen van het orgeltje. Toen de verkoop op gang begon te komen, vanaf midden jaren zestig, was hij al vertrokken naar het conservatorium van Utrecht.
Voor de Hasseltse muzikanten Stijn Segers, alias Tour (Tongeren, 1977), en Bert Hornikx, alias Brom Tok (Maaseik, 1978), komt in de Philicorda alles bij elkaar. Ze zijn liefhebbers van de grensverleggende muziek van Dick Raaijmakers, ze houden van het experimenteren met minder gebruikelijke instrumenten én de Philicorda werd in Hasselt geproduceerd.
Het voormalige Philipsterrein in Hasselt heet inmiddels Corda Campus. Daar, in het midden van een lege hal, staan, omringd door wat bedrading en een luidspreker, twee orgeltjes. Philicorda’s. Houten kastjes op pootjes, een toetsenbord met vier octaven, een vibratoknop en een zwelpedaal. De onderste toetsen kun je zo instellen dat ze complete akkoorden voortbrengeng – vandaar het toevoegsel ‘corda’. Dat is alles, een keyboard van honderd euro van de Aldi kan meer.
“Dit is één van de eerste versies”, zegt Segers. “Later werden ze steeds groter.” ”En steeds minder mooi”, vult Hornikx aan. Segers maakt met een schroevendraaier de kast open. Een wirwar van draden verbindt houten toetsen met tientallen buislampjes. “Allemaal handwerk”, zegt hij. Als je het apparaat aanzet, gloeien de buisjes langzaam op. In latere modellen zijn ze vervangen door transistors.
Een hoekje van de kast is gereserveerd voor de stemspoeltjes, metalen beschuitbusjes waarmee de toonhoogte van de afzonderlijke toetsen kan worden aangepast. Volgens Segers is dit het meest kwetsbare onderdeel van het instrument. “Een paar van de stemspoeltjes doen het ook niet goed meer.” Hij slaat een toets aan. Een krakend en krassend geluid weerklinkt. “Daar moeten we gewoon omheen spelen”, stelt Segers vast. “Of we moeten er gebruik van maken,” zegt Hornikx. Segers komt uit de popmuziek, Hornikx’ achtergrond ligt meer in de jazz en de experimentele muziek. “Eigenlijk moeten we nog één of twee orgeltjes zien te vinden, zodat we onderdelen kunnen vervangen.”
“Wat zo mooi is aan de Philicorda”, vertelt Segers, “is de vrijheid, de mentaliteit dat alles kan, die nog uit die eerste modellen spreekt. De geest van Dick Raaijmakers, daar zijn we naar op zoek. Tegelijkertijd heeft het instrument grote beperkingen. Het is interessant om daarmee te spelen.” Segers grijnst. “Met zo’n instrument kun je nog laten horen dat muziek maken niet vanzelf gaat.”
Op 12 september laten Segers en Hornikx tijdens een live-opnamesessie de Philicorda’s horen. Wat ze precies gaan doen, is nog niet helemaal duidelijk. Segers: “De Philicorda’s zijn de enige geluidsbron. Geen andere instrumenten of opgenomen geluiden. We experimenteren nog met randapparatuur. Zoals een oude bandrecorder die we misschien gaan gebruiken om loops te maken. Bij alles wat we doen vragen we ons af: What would Dick do? En ik heb een paar songs geschreven. Het wordt een mix van experimenteel en populair, net als de Philicorda zelf. Eén van de liedjes heet Man on the Moon en is een eerbetoon aan Raaijmakers. Dat hij terug moet komen.”
Tour (Stijn Segers) en Brom Tok (Bert Hornikx), Happy Birthday Philicordia / Rest in Peace Kid Baltan. Op 12 september om 20.30 uur op de Corda Campus in Hasselt. tourbadour.com/philicorda