De Boekenweek staat dit jaar in het teken van het levensverhaal, populair als nooit tevoren. IJverige biografen schrijven kasten vol geschreven portretten af. Wie kwam nog niet aan de beurt, maar is een biografie meer dan waard?

Huub Beurskens, schrijver/essayist: “Als van een van mijn lievelingsauteurs, Witold Gombrowicz, ooit een biografie verschijnt, zal ik die onmiddellijk aanschaffen. Gombrowizc (1904-1969), een Pool, schreef groteske literatuur, die dwars op de tijdgeest stond. Zijn werk was absurdistisch en anti-nationalistisch van toon. Opgejaagd door de geschiedenis kwam hij ook nog in Berlijn, Argentinië en Frankrijk terecht. Dat maakt dat in zijn leven ook de geschiedenis van zijn tijdsgewricht mooi samenkomt. In mijn essays heb ik wel vaker over Gombrowicz geschreven. Ik zal onbewust ook wel zaken van hem hebben opgepikt.”

Lene ter Haar, conservator hedendaagse kunst Schunck*: “Loesje (van de posters met kritische en spitse teksten) wordt 28 jaar. Het past in de tijdgeest om ook van vrij jonge mensen een biografie te laten verschijnen. Ik vind het buitengewoon boeiend hoe achter haar persoon een van de eerste horizontale organisaties is ontstaan die via crowdsourcing ideeën genereert. Het is een stichting zonder winstoogmerk die overleeft zonder subsidies. Geweldig dat je met kritisch commentaar geld kunt verdienen.”

Marita Mathijsen, emeritus hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde en kenner van de negentiende eeuw: “Aan het begin van de twintigste eeuw heeft een kleinzoon van de schrijver/politicus Jacob van Lennep (1802-1868) een biografie geschreven van zijn grootvader. Maar een volgens de huidige maatstaven geschreven biografie is er nog niet, dat zou hij als sleutelfiguur van de negentiende eeuw wel verdienen. Hij had een woelig bestaan. Op vrouwengebied waren er onechte kinderen, minnaressen en vluchtpogingen. Tegelijkertijd stond hij met zijn hele lichaam in de toenmalige maatschappij. Negentiende-eeuwse schrijvers zijn sowieso onderbelicht. Los van de biografie van Multatuli is er niet zoveel. Ik zou daar zelf best wat aan willen doen, maar voor het schrijven van een biografie moet je je toch al snel een paar jaar vrij kunnen maken.”

Hadewych Minis, actrice/zangeres: “Pippi Langkous. Al van jongs af aan vind ik haar enorm inspirerend. Het gaat me niet eens zozeer om haar verhalen, maar om de psychologie van Pippi. Ik zou willen leven zoals zij leeft. Vooral als brave Limburgse kun je veel leren van een durfal zoals zij. Behoud je eigenheid. Heb daar vrede mee. Volg je hart en heb plezier. Het lijken enorme clichés. Maar het is hartstikke moeilijk om zo te leven. En een mens neemt zoveel beslissingen uit angst.”

Joery Wilbers, directeur poppodium De Nieuwe Nor Heerlen: “Van veel van mijn helden bestaat wel een boek. Iemand die in zijn boeken en interviews pophelden mooi weet te beschrijven, is Leon Verdonschot. Soms mislukt het, zoals laatst met Antony van Antony & the Johnsons, maar vaak weet hij met een paar vragen verdieping aan te brengen en mensen heel precies neer te zetten. Dat maakt me benieuwd naar hemzelf. Heeft hij ook een verhaal of is hij eigenlijk maar een saaie zak die zijn identiteit ontleent aan het beschrijven van helden?”

Frans Timmermans, Tweede-Kamerlid PvdA: “Absoluut Max van der Stoel, de grootste naoorlogse Nederlandse politicus op het vlak van buitenlands beleid. Hij heeft zijn verdiensten voor de nationale politiek, voor de Europese veiligheid en de Verenigde Naties. Ik was in de tweede helft van de jaren negentig zijn secretaris toen hij Hoge Commissaris voor de nationale minderheden van de OVSE was. Een indrukwekkende man met een encyclopedische kennis. Als die biografie er niet komt, begin ik er misschien ooit zelf aan. Nu ontbreekt de tijd daarvoor, want het moet natuurlijk wel fatsoenlijk gebeuren.”

Peter Winnen, schrijver en oud-wielrenner: “Bijna van iedereen is er wel wat, maar misschien een biografie van Jean Nelissen? Die man was altijd ontzettend goed geïnformeerd, maar hij hield ook ontzettend veel achter. Hij moet enorm veel geheimen mee zijn graf in hebben genomen. Het fascinerende aan Jean vond ik ook dat ik nooit goed heb kunnen peilen wat hem nu zo greep in de wielersport. Hij werd aangetrokken door wielrenners van eenvoudige komaf die zich via de sport naar een ander milieu tilden. Diezelfde verheffing bereikte hij via de journalistiek.”

Guido Wevers, artistiek directeur Maastricht 2018: “Kijkend naar mensen die jarenlang hebben nagedacht over dit gebied en de samenhang met Europa, denk ik aan Nic Tummers. Ik had laatst een inspirerend gesprek met hem, waarin hij de Euregio voorstelde als Carbon Valley. In de tijd van de mijnen was niet alles gericht op het delven van grondstoffen, beweerde hij, maar had de streek ook een enorm innovatieve kracht. Het zou een intellectuele biografie over zijn ideeënwereld moeten worden, al zouden zijn tekeningen en ontwerpen ook aan bod moeten komen. Tummers is wat onderbelicht gebleven. Dat heeft alles te maken met zijn stijl. Hij heeft nogal eens zijn kont tegen de krib gegooid.”