Het land van Manneke Pis, de über-schlemiel, bestaat niet meer.
De looptrainingen van Oranje komen live op tv, dat is het stadium waarin we zijn beland. Wegzap-tv, net als kletsprogramma’s als Studio Brazil en VI Oranje. Tegelijkertijd is het onderdeel van een gekte waaraan, nu ik terug ben in het land, moeilijk valt te ontkomen.
Dat maakt zo’n WK wel weer voer voor sociologen. Een voorbeeld. Volgens Willem Vissers, deskundig sportjournalist van de Volkskrant, zou een uitschakeling van Brazilië goed zijn om een inkijk te krijgen in de Braziliaanse ziel. Een interessante these, want wat er met die ziel gebeurt als Brazilië de beker wel wint, kunnen we wel uittekenen.
Dichter bij huis, zeker dat van mij, als Nederbelg, is de opmars van België opmerkelijk. In het land zelf kondigt zich de zoveelste onoplosbare regeringscrisis aan, maar daar heeft niemand het over. Die parlementaire ellende is business as usual, een WK voetbal is dat niet. Het verheft de natie als geheel. In Nederland is het niet anders. Onze tanks worden gestolen, onze helikopters roesten weg, er zijn onoplosbare ICT-problemen bij politie, defensie, fiscus en ZL – nobody gives a shit. We kijken liever naar live-beelden van een looptraining, of een knuffelsessie van de familie Kuyt.
Wie de Rode Duivels heeft gevolgd, weet dat ze beter zijn dan Nederland. Maar de beste wint lang niet altijd, dat weten we na de 5-1 tegen Spanje meer dan ooit. Wat vooral opvalt aan de Belgen is hun enorme zelfvertrouwen. Ze zíjn niet alleen geen underdogs meer, ze manifesteren zich ook niet meer zo. Het land van Manneke Pis, de über-schlemiel, bestaat niet meer.
Het maakt de Belgische voetbalgekte interessanter dan de Nederlandse. Let op hun rood-geel-zwarte sjaaltjes: daarop staat niet, afhankelijk van de herkomst van de drager België, of Belgique, maar Belgium. La Belgitude kiest voor het Engels, de taalstrijd krijgt een nieuwe dimensie. Voetbal dat een verdeelde natie verenigt? De Vlaamse parlementsvoorzitter en N-VA-voorman Jan Peumans vindt “die hele Belgitude” belachelijk – hij is dan ook in Maastricht geboren.
Dat er een nieuwe Belgitude aan het ontstaan is, blijkt uit een project van meesterfotograaf Stefan Vanfleteren. Hij portretteerde alle Rode Duivels, zonder kleur, zonder kleren. Niet als schlemielen, maar als gladiatoren, als helden. Wie iets van de nieuwe Belgitude wil begrijpen, moet ze zien. Tot 17 augustus in Botanique in Brussel, in de expositie MMXIV – Les diables/de duivels. Anders in het even magistrale boek met dezelfde titel.
Volgens Yves Desmet, hoofdredacteur van De Morgen, mogen we de duivelse gekte niet zien als een nieuwe politieke realiteit, zelfs niet als een voorbode daarvan. Ook Marc Reynebau was driekwart jaar geleden in De Standaard gereserveerd over een nieuwe Belgitude die zou ontstaan door de Rode Duivels. België, zo schreef hij toen, bestaat uit een identitaire lasagne, waarvan voetbalbeleving hooguit één laag vormt.
Scepsis alom dus. Maar in iedere journalist schuilt een onverbeterlijke optimist, ook in Yves Desmet. Identiteit is een geconstrueerde wereld van gedeelde ervaringen die wel degelijk dynamiek kan vertonen. Zoals nu met het WK. De groep die de Rode Duivels-gekte in gang heeft gezet, ziet hij als een staalkaart van het nieuwe stedelijke België. “Geen paspoorthoppers, maar allemaal ketten die hier geboren zijn, vloeiend meertalig, in alle kleuren van ebbenhout tot melkwit, een diversiteit die de rest van de samenleving tot voorbeeld zou strekken.”
Alsof hij het publiek van een concert van Stromae beschrijft.
WIDO SMEETS