Voetbal is het mooist zonder publiek. En Van Persie is dan de beste.

Ik lees dat Robin van Persie tijdens het WK een slechte aanvoerder was. Geen leider, binnen noch buiten het veld. Een speler zonder charisma die na een droomstart tegen Spanje per wedstrijd slechter ging spelen. Met als dieptepunt de halve finale tegen Argentinië. Toen het er om ging, liep hij erbij als een dode pier.

Er waren geruchten, net als vier jaar geleden, dat hij niet zo goed lag in de selectie. Dat hij nogal op zichzelf is. Van wat zich binnen zo’n spelersgroep voordoet, hebben wij als buitenstaanders weinig weet. Dat is de mediacratie waarin we leven. Uit de brei die over ons wordt uitgestort, moeten we zelf de juiste beelden lezen en het handjevol zinvol bestede woorden destilleren. De volledige waarheid is iets voor Andere Tijden in 2034.

Op het veld heb ik Van Persie altijd als een tweede Bergkamp gezien. Een dromerige artiest die je veel vergeeft – van de voet springende ballen, steeds buitenspel staan, mislukte vrije trappen – omdat je weet dat het mooiste nog kan komen. Het zijn spelers die je nooit wisselt.

Buiten het veld was Bergkamp een vriendelijke man van wie me maar één tekst is bijgebleven. ‘Voetbal is het mooiste zonder publiek’.

Van Robin van Persie kan ik me geen uitspraak herinneren die het heugen waard is. Prima. Voetballers zijn geen filosofen. En omgekeerd. Bij mijn weten heeft de Engelse bondscoach nog nooit Alain de Botton geselecteerd.

Waarschijnlijk is Van Persie de gevoeligste jongen van de selectie. Dat hij bij eerdere grote toernooien niet uit de verf kwam, lag aan de pikorde binnen het team. Daar bepalen lefgozers als Sneijder de toon. Van Persie zet niet eens thuis de toon. Liever lijdt hij in stilte.

Ook Bert van Marwijk kreeg indertijd bij Feyenoord geen vat op hem. Ook daar lag hij niet goed in de groep, hij stond er vaak naast. Pas bij Arsenal werd hij een ster. Het was Arsène Wenger, de Franse trainer, die hem als eerste doorgrondde. De tweede was Louis van Gaal.

Voorafgaand aan het WK zag je Van Gaal regelmatig met Van Persie aan zijn zijde op tribunes verschijnen. Om de wereld te laten zien dat hij voor hem de belangrijkste speler van het team was. Hij had hem toen al aanvoerder gemaakt. Niet om partytijger Sneijder te vervangen, de bindende factor in het team te zijn, of de grote roerganger bij tegenslag, maar om hem het gevoel te geven dat alles om hem draait.

Even leek de truc te lukken. Tegen Spanje was Van Persie de man van de wedstrijd, de goal vlak voor rust leek een annunciatie. Tegen Australië viel hij terug, tegen Chili was hij geschorst. De genadeklap kwam tegen Mexico, toen niet hij maar Sneijder, híj weer, de ban brak en de gelijkmaker scoorde.

Tegen Argentinië bleek dat Van Gaal nooit echt in Van Persie heeft geloofd. Anders had hij hem laten staan tot de strafschoppen. Tijdens Euro 2000 blunderde bondscoach Frank Rijkaard door in de halve finale Bergkamp te wisselen. In Brazilië ging Van Gaal in de fout door Van Persie van het veld te halen.

Ik vermoed dat Dennis Bergkamp in dat ene filosofische moment gelijk had. Voetbal is het mooist zonder publiek. En Van Persie is dan de beste.

WIDO SMEETS