Hard fietsende mannen, en aan het eind wint een Duitser
Mart Smeets kwam laatst bij Studio Brasil vertellen dat hij niet van voetbal houdt. Het was godbetert net de avond dat ik voor het eerst naar dat programma keek. En voor het laatst. Ik schakelde in vanwege mijn sympathie voor Henry Schut, een van de weinige presentatoren die zichzelf niet interessanter vindt dan zijn werk. Toen zag ik dat Hugo Borst zijn co-presentator was. Brrr…
Bij Mart Smeets zap ik weg, al jaren. Maar er is geen ontkomen aan. Zijn Tour-programma wordt gerecenseerd in de avondkrant, dus ik lees. Zijn Studio Brasil-bijdrage wordt gerecenseerd in de ochtendkrant, dus ik lees. Speurend naar bevestiging? Ik vrees van wel.
Ze maken gehakt van zijn programma, ze maken gehakt van wat hij zegt. Verrassend is het niet. Mart is een meester, wat zeg ik: een bovenmeester, in wat iedere journalist zal herkennen: het veinzen van kennis. Mart Smeets begrijpt namelijk niet zo heel veel van sport. Dat komt omdat Mart Smeets helemaal niet geïnteresseerd is in sport. Mart Smeets is een poseur. Mart Smeets is alleen geïnteresseerd in Mart Smeets.
Een teken van deze tijd, hoor ik u zeggen. Mart Smeets als wandelend selfie. Gelukkig valt aan de meeste ijdeltuiterij vrij eenvoudig te ontkomen. Maar als je van wielrennen houdt en graag vakkundig geïnformeerd wil worden, dan… ja, dan zap je door naar Sporza. Naar Karl Vannieuwkerke (de Belgische Henry Schut), naar Michel Wuyts en Jose de Cauwer, voormalig renner, voormalig ploegleider en voormalig dopinghandelaar. Liefhebbers, kenners.
Dat Mart Smeets in een voetbalprogramma zit, is vanwege de Tour de France. ‘Vedo l’ora’, zei een Italiaanse vriend laatst tegen me, ‘ik kan niet wachten’. Hij heeft niets met voetbal. Bij mij ligt het wat genuanceerder, maar als ik als kijker mag kiezen tussen een uur voetbal en tien minuten wielrennen, kies ik voor het laatste.
Dus zet ik op mijn werkplek mijn laptop naast mijn pc en schakel naar de livestream van de NOS (Sporza lukt helaas niet buiten België). Na de vierde etappe moet ik denken aan Gary Linekers historische definitie van voetbal, maar dan vertaald naar de wielersport: een sport met hard fietsende mannen (m/v), en aan het eind wint een Duitser. Marcel Kittel heet hij. Een wielerheld in wording. Eigenlijk al sinds de Tour van vorig jaar, en al helemaal sinds de prachtige documentaire Nieuwe helden van Dirk Jan Roeleven, waarin hij een hoofdrol speelt.
Kittel begon aan deze Tour zoals hij de vorige afsloot: met winnen. Drie keer alweer, waarvan twee in het ineens wielergekke Engeland. Hij zal er nog meer gaan winnen, zeker nu Mark Cavendish er al uit ligt – gek genoeg heb ik, buiten zijn ploeg om, niemand gehoord die dat erg vindt.
Enfin, we wisselen in dit blog dus van theater. Geleidelijk aan, van voetbal naar wielrennen. Minder gekte, dus meer pure sport. Man tegen man, dus eerlijker. Minder fysiek geweld, dus fijnzinniger.
Zo probeer ik zonder al te harde bewijzen aan mezelf uit te leggen waarom ik meer van wielrennen houd dan van voetbal. Heb ik toch nog íets gemeen met Mart.
WIDO SMEETS