De fotografie van Tim Walker is een feest voor de zintuigen. Zijn tentoonstelling Wonderful Things in Genk is niet minder dan een Gesamtkunstwerk, meent WIDO SMEETS. ‘Soms neemt een ongelofelijke samenloop van toeval en chaos de boel over. Dan moet je meedansen met de verrassing van het moment.’
‘Het is een belevingsparcours dat jullie gaan afleggen’, zegt de receptioniste van C-mine tegen een groepje bezoekers dat zich aanmeldt voor Wonderful Things, de tentoonstelling over het werk van fotograaf Tim Walker. ‘Hoe lang het duurt? U mag wel rekenen op een uur of twee.’
Dat C-mine Genk gevestigd is op de uitgestrekte site van de voormalige mijn Winterslag is in deze tijd van afstand en controle een voordeel. De plukjes mensen binnen en buiten vertellen het verhaal van een block buster in tijden van corona: elk half uur kunnen er 35 bezoekers binnen. De sfeer is ongedwongen, de bijna duizend tickets bin het openingsweekend zijn alvast een score om trots op te zijn, vertelt een medewerkster. ‘Als we dit aankunnen, kunnen we alles aan.’
Aan de expositie zal het niet liggen. Wonderful Things past in de reeks ambitieuze C-mine-exposities van de laatste jaren, met The World of Ray and Charles Eames (2107) en The World of Tim Burton (2018) als succesvolle voorgangers.
Als knaap van een jaar of twaalf bouwde Tim Walker (1970) in de tuin van zijn grootouders decors om ze vervolgens te fotograferen. ‘Ik verzon iets en probeerde het dan te bouwen’, vertelt hij in een van de zaalteksten. ‘Dat is eigenlijk nooit veranderd. Volgens mij is de essentie van de fotografie dat je er mensen mee beroert. Dat is waarom we ervan houden – omdat het ons raakt.’ Even verderop zegt hij: ‘Soms neemt een ongelofelijke samenloop van toeval en chaos de boel over. Dan moet je meedansen met de verrassing van het moment.’
Als jonge modefotograaf kwam Tim Walker 25 jaar geleden in dienst bij het modetijdschrift Vogue waar hij naam maakte met een exuberante, surrealistische en toch zeker ook poëtische stijl. Hij werkte met modellen als Claudia Schiffer en Kate Moss, en celebrities als Margaret Atwood, David Hockney en Tilda Swinton. Hij kreeg uitgebreide teams van modellen, stilisten, vormgevers, kappers, lichttechnici, producers, decorbouwers en hun respectieve assistenten tot zijn beschikking waarmee hij all over the world zijn ongeremde gang kon gaan.
’De essentie van de fotografie is dat je er mensen mee beroert. Dat is waarom we ervan houden – omdat het ons raakt.’
Er zijn tal van redenen waarom deze tentoonstelling niet over het hoofd gezien kan worden. Laten we er een paar noemen. Behalve een fotografie-tentoonstelling is Wonderful Things ook een tijdbeeld. De presentatie biedt een persoonlijke kijk op de cultuurgeschiedenis door iemand die groot is geworden in de wereld van mode, film en entertainment. Ze is ook een indrukwekkende dankbetuiging aan alle inspiratiebronnen, historische én actuele, die Tim Walker tot de kunstenaar hebben gemaakt die hij is. Die diversiteit komt uit alle hoeken. Walkers fotografie verwijst naar archeologie, beeldende kunst, dans, erfgoed, film, fotografie, literatuur, mode, toneel. Die organische samensmelting en zijn ongeremde en veelzijdige nieuwsgierigheid maken deze presentatie tot een ode aan de kunsten, meer in het bijzonder aan de betovering die ontstaat wanneer ze worden samengebracht.
Walkers foto’s en reportages zijn het resultaat van een lange en secure voorbereiding; ook toeval en chaos zijn zorgvuldig geregisseerd. Een andere constante is de humor en de zelfspot. In een terugblik op ouder werk zien we een kamer met een Playboy Bunny waar tientallen witte konijnen in het rond springen. Joanna Lumley, de kettingrokende Engelse actrice, laat zich portretteren met 19 sigaretten in de mond. Een boom, behangen met van binnenuit verlichte jurken mogen we zien als een saluut aan de grootouderlijke tuin waar Walker zich begin jaren tachtig het vak eigen probeerde te maken.
Even verderop maken we kennis met zijn inspiratiebronnen. Walker bedankt in Wonderful Things iedereen die hem inspireerde, zoals Andy Warhol, Jeroen Bosch, John Constable, Aubrey Beardsley, Jean Cocteau en Howard Carter, de met stomheid geslagen archeoloog die bij het ontdekken van de met vreemde dieren, standbeelden en goud gevulde grafkamer van Toetanchamon op de vraag van een collega of hij wat zag, stamelde: ‘Yes, wonderful things.’
Een van Walkers eerste opdrachten bij Vogue was het catalogiseren van het archief van fotograaf en kostuumontwerper Cecil Beaton (1904-1980) – een van zijn illustere voorgangers bij het blad. Vooral Beatons portretten van de Engelse schrijfster en dichteres Dame Edith Sitwell, waarin hij de nadruk legde op haar veranderlijke excentriciteit, troffen hem. Walker: ‘Als fotograaf vind ik dat hoe meer variatie en verrassingen de mensheid op me afvuurt, hoe meer geïnspireerd ik raak om het individu in de bloemetjes te zetten.’
Die gelegenheid nam hij te baat in een reeks buitenissige portretten waarop Tilda Swinton, ook nog eens een ver familielid van de dichteres, figureert als Dame Sitwell. De fotoshoot vond plaats in de tuinen van Renishaw Hall in Derbyshire, al meer dan 350 jaar de thuisbasis van de familie Sitwell. Het is niet het enige plek die deze tentoonstelling in een voormalige steenkolenmijn aristocratische trekken geeft.
Wonderful Things heeft twee delen: het eerste deel, in de ‘witte doos’ van de C-mine Galerie, toont een fotografisch retrospectief, een ruimte met objecten uit vooral het Victoria & Albert Museum (herkomst én inspiratiebron voor deze expositie), en The Chapel of Nudes, een als kapel ingerichte ruimte met zalmkleurige wanden, zalmkleurige gordijnen, zalmkleurige lampenkapjes, zalmkleurige vloerbedekking en een zalmkleurige chaise longue. Aan de muren hangen foto’s van naakten – ook mannelijke.
De kapel is een voorbode van wat de bezoeker in het aan de hand van negen thema’s ingerichte tweede deel van de expositie staat te wachten. Het bevindt zich aan de andere kant van het imposante Energiegebouw in C-mine, in een voor een tentoonstellingsmaker bijna onmogelijke ruimte met oude machines, een ophaalbrug, kruip-door-sluip-door-routes, niveauverschillen met stalen trappen als verbindingselement. Te midden van deze roestige relieken uit het mijnverleden heeft de Brusselse scenograaf Jo Klaps een ware tour de force uitgehaald. Hij nivelleerde dit postindustriële labyrint tot negen geschakelde ruimtes met elk een eigen identiteit die als geheel doen denken aan een 19e eeuwse aristocratenwoning.
DE PRUIK VAN VIVIEN LEIGH
De vraag: maak een fotografietentoon- stelling met de 2,5 miljoen objecten van het Victoria & Albert Museum in Londen als inspiratiebron. Het resultaat: Wonderful Things.
Het V&A bewaart 2,5 miljoen objecten uit 5000 jaar geschiedenis in een twaalf vierkante kilometer grote archiefruimte. Susanna Brown, de curator die samen met fotograaf Tim Walker de tentoonstelling samenstelde, is nog steeds onder de indruk van het project. ‘Voor Tim waren inspiratie en collaboratie de belangrijkste factoren. Hij was zeer onder de indruk van de manier waarop de objecten werden bewaard, de wijze waarmee de archiefmedewerkers ze met hun witte handschoentjes uitpakten en de is-dit- niet-wondermooi-blik waarmee ze hem dan aankeken.’
Een van de tien objecten uit het V&A in Wonderful Things is de pruik die Vivien Leigh droeg in A Streetcar Named Desire(1951). ‘Toen het V&A de pruik in 2017 aankocht, zag ze eruit als een dode rat’, vertelde Susanna mij. ‘Tim was zo onder de indruk dat hij op zoek ging naar de pruikenmaakster, ze was intussen ver in de tachtig, en haar fotografeerde. Haar portret maakt deel uit van de expositie.’ Ik heb Tim Walker nooit ontmoet,
maar zijn koffietafelboek Pictures uit 2008 ligt op mijn werktafel. De foto’s zijn magisch, de wereld die hij creëert fantastisch, denk Alice in Wonderland. Hij wil ons ‘wonderful things’ bieden, want, zegt hij ergens in een interview, ‘there are so many terrible things.’
Marleen Daniëls opende op 22 augustus de tentoonstelling Wonderful Things in C-mine. Ze is freelance fotografe en werkt onder andere voor Zuiderlucht.
Het is hier waar Wonderful Things, het hoge woord mag eruit, een Gesamtkunstwerk wordt. Met als sluitstuk, wanneer de bezoeker ook letterlijk weer met beide voeten op de begane grond is beland, een anderhalvemeter-theatertje met de op een sprookje van Hans Christian Andersen gebaseerde dansvoorstelling The Steadfast Tin Soldier. Bij het naar buiten lopen applaudisseren we, toch zeker ook voor Jo Klaps, en voegen ons bij de plukjes ontspannen rondwandelende mensen op het binnenterrein van de site.
Tim Walker, Wonderful Things. Van 22 augustus t/m 3 januari in C-mine Genk. c-mine.be