Ideeën krijgt zangeres Rianne Wilbers (Helmond, 1989) tijdens het wandelen of in de auto. Zoals het idee om tijdens de lockdown concerten voor één persoon te geven. ‘Het gaat om het zoeken naar nieuwe klankwerelden.’

Rianne Wilbers liep in het voorjaar van 2020 door het bos. De vogels floten, de bladeren ritselden en verder was het stil. Door corona was haar agenda volledig leeg; een première was afgelast en de bijbehorende tour geannuleerd. ‘Ik raakte best wel in paniek toen. Ik ben in 2016 afgestudeerd en leef sindsdien van concerten. Wie was ik nog als ik dat niet meer kon doen?’

Tijdens de wandeling worstelde ze met een vraag: zou het mogelijk zijn om iemand te omhelzen met muziek? ‘Ik miste het om mensen te omarmen, ik hou er van om anderen vast te pakken. Nu dat niet mocht wilde ik anderen omhelzen met mijn stem.’ De gedachte leidde tot een idee, het idee leidde tot Let Me Embrace You – twaalf dagen lang gaf Rianne zes concerten per dag telkens voor één persoon. Zangeres en bezoeker zaten op drie meter van elkaar in een oude kapel. Een marathonproject.

Hoe begin je aan muzikale omhelzing?

Daarvoor moet ik zelf helemaal blanco zijn, open staan. Ik haal mensen daarom zelf op in de gang. Het waren intense dagen, maar in de gang delete ik alles wat daarvoor is gebeurd. Dan volgt een kort gesprekje. Waarom is de ander hier, wat heeft iemand nodig? Ik had wel wat dingen bij me, wat effectpedalen en een loop station (een apparaat voor muzikale effecten, red). Het begon elke keer met een improvisatie, wat erna komt weet ik niet. Vervolgens sloot ik af met twee stukken die ik speciaal voor dit project had laten schrijven door componisten Gerard Beljon en Anthony Fiumara.’

En dan?

‘Als het klaar is spreek ik nooit als eerste. Sommigen barstten meteen in huilen uit. Anderen moesten hard lachen. Ik heb in die twaalf dagen heel wat tranen gezien, en gevoeld.’

Een concert beginnen met een improvisatie is vrij uitzonderlijk voor een klassieke zangeres.

‘Klopt. De jury bij mijn eindexamen aan het conservatorium zei: “Je bent een zangeres, maar je bent nog veel meer een kunstenares.” Daar was ik toen echt heel boos over. Hoezo kunstenares! Maar nu, vijf jaar later, besef ik dat ze gelijk hadden. De meeste zangers zingen gewoon. Ik ben ook bezig met concepten, kostuums en decors.’

Hoe werd je zangeres?

‘Dat gebeurde een beetje toevallig. Op mijn 15de was ik super gothic-metal en ik zong toen in een bandje, Dream Catcher genaamd. Tijdens een open podium zong er iemand die ik erg goed vond, ik vroeg haar waar ze zangles had. Toen ik me bij die lerares aanmeldde kreeg ik de vraag: “Wat wil je graag zingen: pop, jazz of klassiek? Pop en jazz klonken bekend, mijn ouders luisterden thuis vooral muziek uit de jaren zestig. Klassieke muziek kende ik nog niet, ik wist alleen dat veel metalzangeressen ook klassiek zongen, dus ik dacht: dan doe dat maar. Stond ik daar een Italiaanse aria te zingen, zonder dat ik enig idee had waar het over ging.’

De kennismaking met klassieke muziek was voor Rianne als een nieuwe wereld die openging, een ontdekkingstocht van klanken en kleuren. Na twee jaar zangles ging ze naar het conservatorium in Tilburg. Vanaf het eerste jaar van haar opleiding zong ze al solo’s samen met orkesten, maar  al gauw begon het te jeuken. ‘Het is een hele mooie theatrale wereld, sta je daar te schitteren in je mooie galajurk. Maar ik dacht ook: “Er zijn al zoveel geniale opnames van het klassieke repertoire, waarom zou ik dat nog eens overdoen?” Ik zing nog altijd klassieke muziek, maar ik wil ook met de componisten van mijn tijd werken, net zoals de Mozarts en Beethovens met de muzikanten van hun tijd werken.’

‘Het enige dat ik zeker weet, is dat ik er komende zaterdag om half 4 moet zijn.’

Wat zoek je in de hedendaagse muziek?

‘Het is klassieke muziek, maar ook weer niet, want het gaat alle kanten op. Het is niet meer in een hokje te plaatsen. Het gaat om het zoeken naar nieuwe klankwerelden. Hoe ga ik iets vertellen, wat kan je met een stem? Een stem kan grommen, kreunen, kan klinken als een theremin (een elektronisch muziekinstrument, red.) maar ook als een drumstel. Al die miljarden mensen op deze wereld hebben een eigen, unieke stem. Of je nu een zanger bent of niet, je hebt een eigen geluid. Zang mag daarom zowel mooi als lelijk zijn.’

Waarom zing je?

‘Ik denk dat ik zing om mijn eigen tekortkomingen te ontmoeten. En ik zing omdat ik mensen wat wil geven. Je stem groeit je hele leven mee. Het bezingen van alles wat je tegenkomt terwijl je leeft.’

Betekent dat ook dat er muziek zit in de dagelijkse dingen om je heen?

‘Zeker. Als er auto’s langsrijden dan wil ik hun geluid nazingen, en ons koffieapparaat staat duidelijk in G. Rare geluidjes moet ik gewoon uitproberen, om te zien of dat lukt met de stem. Maar het is niet zo dat ik voortdurend muziekjes of melodietjes hoor, zoals sommige componisten dat hebben. Maar als ik een stuk moet repeteren, neem ik in mijn hoofd wel de hele partituur door. Vanaf begin tot einde. Dat moet. Daarna kan ik pas slapen.’

Schrijf je ook zelf muziek?

‘Daar ben ik recentelijk mee begonnen. Via De Link, een concertreeks uit Tilburg, ben ik gevraagd om muzikaal te reageren op een expositie met beeldende kunst. Ik vind het super spannend, het is de eerste keer dat ik iets maak zonder de hulp van een componist. Ik heb wel honderd ideeën, ik merk dat ik voortdurend in dialoog ben met mezelf over wat ik ga doen. Het enige dat ik zeker weet, is dat ik er komende zaterdag om half 4 moet zijn.’

JOEP VOSSEBELD