De Sardische gemeenschap van Genk kon haar oren niet geloven toen bleek dat de Tenores di Bitti hun stad aandoen. In hun geboorteland hebben de zangers de status van supersterren. “Wat me boeit aan deze volkse traditie is hun spontaniteit. Die is bijzonder omdat het gaat over een eilandcultuur die afgesloten bleef van het grote vocale verhaal in Europa.”
Toen Eddie Guldolf, programmator van het Cultureel Centrum Genk, Tenores di Bitti voor de eerste keer hoorde, was hij een tikkeltje in de war. “Ze klonken als Aboriginals of als Monogoolse keelzangers”, zegt Guldolf. “De klanken lijken sterk op een digderidoo. Als je niet weet dat ze Italiaans zijn, hoor je niet vanwaar ze komen, zo vreemd klinkt het. Maar hun muziek heeft een warmte die ik zelden tegenkom.”

Op de website van Tenores di Bitti staat een YouTube-filmpje waarop te zien is hoe deze bijzondere klank ontstaat. Een voor een stellen de vier zangers zichzelf voor en zingen ze een stukje. De solist zingt de melodie, de rest ondersteunt die met nonsensicale klanken als ‘bim bam bo’ of ‘bimballam bimballam bo’. Nadat iedere zanger afzonderlijk gezongen heeft, komen alle stemmen samen in een bijzondere polyfonie. Het filmpje toont de Tenores in een groene omgeving wanneer plots een oudere vrouw met witte schort rechts achteraan in beeld komt gelopen. Ze zet haar handen in haar zij, danst een maat mee en verdwijnt weer uit beeld.
De opmerkelijke manier van zingen van de Tenores, alle vier afkomstig uit het kleine dorpje Bitti op Sardinië, steunt op een eeuwenoude Sardische zangtraditie die de zangers in ere willen houden. De a capella polyfonie wordt altijd in vier stemmen gezongen in de streektaal. Al twintig jaar lang zetten de Tenores dat gebruik voort, door te zingen en op te treden, maar ook door jonge zangers op te leiden die hen te zijner tijd kunnen opvolgen. “Onze toekomst”, noemen ze deze Sardijnse jongeren op hun website. La tradizione continua….
Omwille van die traditie vindt musicoloog en zanger Dirk Snellings het interessant om de muziek van Tenores di Bitti te vergelijken met oude polyfonie uit de Lage Landen. Snellings verdiept zich met Capilla Flamenca, het ensemble waarvan hij medestichter en artistiek leider is, namelijk in de muziek van de Vlaamse polyfonisten. Snellings: “Als we de 15e en 16e eeuwse polyfonie uit de Lage Landen vergelijken met de zuidelijke, volkse meerstemmigheid van Tenores di Bitti dan is de eenvoud van de Italianen opvallend. Deze zangers beperken zich tot twee akkoorden in de begeleidende stemmen, terwijl een tenor het liedje zingt.”
In West-Europa stelt de polyfonie veel grotere eisen aan de stemmen, zegt Snellings. “Bij ons is de omvang zowat twee octaven, waardoor het gebruik van borst en kopstem bijna noodzakelijk is. Bovendien zijn in onze polyfonie alle stemmen evenwaardig en zingen ze allemaal melodisch materiaal. Onze oude muziek is dus rijker en complexer. Maar wat me boeit aan de volkse traditie is hun spontaniteit. Die is bijzonder omdat het gaat over een eilandcultuur die afgesloten bleef van het grote vocale verhaal in Europa.”
Opvallend vindt Snellings de typische scherpe, nasale klanken die ontstaan omdat de Tenores door hun neus zingen. “Zulke zangculturen zijn heel volks, ruraal en beperkt in expressiemogelijkheden, maar het is wel heel leuk om te horen hoe de stemmen met elkaar versmelten en zo de klanken van een doedelzak lijken te imiteren.” Zulke boventoonzang is wereldwijd een tamelijk zeldzaam verschijnsel. Behalve bij nomadenvolkeren uit Centraal-Azië komt zulke boventoonzang eigenlijk alleen voor in het oostelijk deel van Zuid-Afrika. Én op Sardinië in de tenore-stijl dus, waarbij vier zangers gezamenlijk een vijfde stem produceren.
Ook Eddie Guldolf vindt die manier van zingen erg bijzonder en programmeerde daarom de Sardische zanggroep in Genk. “Maar dat is niet de enige reden”, zegt hij. “Ook de context van Genk speelde mee. In de stad wonen namelijk meer dan 10.000 Italianen.” Lachend: “Men noemt Genk daarom de meest Noordelijke stad van Italië. De Italiaanse traditie is ondertussen een stuk van de cultuur van Genk geworden. Daarmee houd ik dus rekening bij de programmatie.”
Dat de Tenores di Bitti supersterren zijn in eigen land speelde natuurlijk ook mee. Guldolf: “Ze zijn wat uit de actualiteit verdwenen, maar een tijd geleden speelden ze in de meest prestigieuze zalen. Op mijn vraag doen ze nu een kleine tournee in Vlaanderen. De Sarden in Genk konden hun oren niet geloven toen ik zei dat Tenores di Bitti naar hier zouden komen. Ze geloven het nog altijd niet eigenlijk. Ze denken dat ik me vergis en dat ik een groep geprogrammeerd heb zoàls Tenores di Bitti.” Hij lacht opnieuw: “Zo legendarisch is die groep dus in Italië.”

De typische boventoonzang van de Tenores de Bitti uit Sardinië is wereldwijd een zeldzaam verschijnsel. Foto CC Genk

Tenores di Bitti in CC Genk op 3 februari 2010. Meer info: www.genk.be en www.tenoresdibitti.com