Op de Fotobiënnale in Luik tonen bijna vijftig hedendaagse fotografen hun kijk op de wereld. Een goede gelegenheid om stil te staan bij het aanzien van die wereld – en bij de stand van zaken in de fotografie.
Fotobiënnale Luik gaat over de hele wereld
Territoria. Dat is het thema van de Zesde Internationale Biënnale van Fotografie en Beeldende Kunsten in Luik. Het is een brede paraplu waar heel veel onder past. Vijf deeltentoonstellingen op verschillende locaties in de stad, ieder voor zich al van volwassen omvang, belichten verschillende aspecten van het thema. Jonge en gevestigde fotografen uit alle windstreken geven hun kijk op de mens in zijn dagelijkse omgeving, op de stad en ommelanden en op de grote wereld van oorlog en machtspolitiek. Hoe breed de paraplu ook is, het valt niet mee iedereen eronder te houden, maar er is veel moois te zien in Luik.
De grootste vergaarbak is het onderdeel Mentaal Territorium in het Musée d’Art Moderne et d’Art Contemporain (MAMAC). Het deelthema is vooral opgevat als de verhouding van de mens tot zijn directe omgeving: de medemens, maar ook de fysieke omgeving. Dit geeft aanleiding tot zeer uiteenlopende beelden: van de liefkozende ouden-van-dagen van Marrie Bot tot de desolate landschappen van Bruno Santos en van jongeren in de binnenstadsjungle van Mathias Nouel tot de branding van Thierry Kuntzel. Die branding is één van de weinige videowerken op de tentoonstelling en bovendien interactief: als je het reusachtige scherm nadert, vertraagt de golfslag en valt tenslotte helemaal stil. Of anders gezegd: als je beter wilt kijken, als je de beweging probeert te vangen, stolt die als vanzelf tot een plaatje. Het is een overrompelend effect dat veel zegt over de relatie tussen de werkelijkheid en het beeld dat wij ons daarvan vormen.
Series zijn de norm op deze tentoonstelling, losstaande foto’s de uitzondering. Niet al het werk is bestand tegen deze conventie in de hedendaagse fotografie. Vaak draait het uit op een simpele herhaling van zetten. Slechts hier en daar is het geheel meer dan de som der delen. Een serie van Mireille Loup, getiteld Nocturnes ou les garçons perdus, is haast een stripverhaal. Het zijn beelden van twee jongetjes op avontuur in een onbestemd, nachtelijk Amsterdam. Ze lijken een geheim te koesteren, ze halen halsbrekende toeren uit op relingen, de één waakt als de ander slaapt. Een sprookje? Droom van de kinderen? Nachtmerrie van de ouders? Meer dan de meesten van haar collega’s weet Loup de zichtbare omgeving achter zich te laten en door te dringen in de mentale binnenwereld.
Bij de deeltentoonstelling Territorium in Verandering in het Musée d’Art Wallon in het centrum van de stad gaat het om de invloed van de mens op het landschap. Er is de enigszins sleets rakende voorkeur voor de rafelranden van de stad, de verlaten industrieterreinen, het niemandsland van de beschaving, maar dat is zeker niet het enige. De gemeenschappelijke noemer is eerder het zoeken naar patronen in de manier waarop de mens zijn omgeving koloniseert. Ook hierbij is de serie het geijkte middel. Bij sommigen gaat dit van dik hout, bijvoorbeeld in de lange reeks steriele nieuwbouwwoningen achter strakke heggetjes van Xavier Delory. Voor wie het nog niet begrepen had, zijn alle ramen in de huizen dichtgefotoshopt. Een stuk subtieler is het werk van Joël Tettamanti. Hij legde een nederzetting in Groenland, een nieuwbouwproject in de bergen van Lesotho en een camping tussen de pijnbomen aan de Middellandse Zee vast. Ieder voor zich prachtige, monumentale foto’s, maar opeens zie je dat ze alle drie dezelfde soort halfgeordende structuur vertonen, neergedwarrelde hutjes in een landschap dat ongenaakbaar zichzelf blijft.
Politiek Territorium, in de voormalige kerk Saint-Antoine, blijkt unaniem te worden geïnterpreteerd in termen van grenzen en oorlog. Vergaderzalen of werkbezoeken zijn hier niet te verwachten. Dit was voor mij het meest teleurstellende onderdeel van de manifestatie. Veel van het werk is ofwel direct registrerend, een soort verzelfstandigde persfotografie, ofwel dramatisch en dik opgelegd. Alle getoonde ellende ten spijt, is het resultaat zelden spannend. Het duo Yann Mingard en Alban Kakulya springt er uit, met kale beelden van het eenvormige bestaan van grenswachters in Oost-Europa. De serie benadrukt treffend dat grenzen uiteindelijk niets meer zijn dan menselijke constructies.
Alsof dit alles nog niet genoeg is, omvat de biënnale ook een prachtige presentatie van historisch beeldmateriaal uit Portugal (eveneens in het Musée de l’Art Wallon) en een project waarin amateurs met behulp van een simpele camera obscura hun omgeving – en daarmee, volgens de organisatoren, hun identiteit – hebben vastgelegd (voormalige kerk Saint-André).
Of we na een bezoek aan de Luikse Biënnale nu echt wijzer zijn geworden over het begrip territoria is de vraag. Maar misschien wel over de hedendaagse fotografie: bijvoorbeeld dat het in dit medium, hoe mooi de platen op zich ook zijn, moeilijk blijft om net even achter de zichtbare werkelijkheid te kijken. En dat is toch wat we willen als we de krant neerleggen om kunst te gaan zien.
Territoires, 6ème Biennale Internationale de la Photographie et des Arts Visuels de Liège. Tot 30 maart in het Musée d’Art Moderne et d’Art Contemporain (MAMAC) en andere locaties in de stad. Zie www.biennalephotoliege.be. Foto: Yann Mingard & Alban Kakulya (Église St.-Antoine, Territoir politique)