Volgens berekeningen worden ongeveer 92 miljoen selfies per jaar genomen. Waar komt deze obsessie vandaan en wat zijn de gevolgen ervan? MERLIJN SCHOONENBOOM zoekt in zijn nieuwe boek naar een antwoord. ‘We zijn toneelspelers van ons eigen gezicht geworden.’
Tijdens de Oscar-uitreiking van 2014 loopt presentatrice Ellen DeGeneres plotseling de zaal in naar de stoel van Meryl Streep. DeGeneres wil een selfie met Streep nemen om het record van de ‘meest ge-re-tweete foto ooit’ te breken. Uiteindelijk komt er een handvol van de bekendste filmsterren van dat moment bij elkaar, onder wie Brad Pitt, Julia Roberts en Kevin Spacey. Bradley Cooper, die helemaal voor in de groep staat en ‘de langste armen heeft’, neemt de foto.
De Oscar-selfie van 2014 wordt inderdaad de meest gedeelde foto op Twitter tot dan toe, maar dat is niet de enige reden waarom deze selfie zo iconisch geworden is. Een van de meest opvallende kenmerken was de perfectie van de lach die de sterren in één keer op hun gezicht hadden weten te toveren, met perfect bijpassende kapsels en twinkelende oogjes. Selfies van gewone mensen lukten in die dagen meestal niet zo snel; ogen zaten dicht, neuzen waren te groot – pas na veel pogingen kon je in de buurt komen van dat wat de sterren zonder schijnbare moeite lukte.
Achteraf blijkt de Oscar-selfie van 2014 een omslagpunt in de manier hoe wij met ons gezicht omgaan. Het fenomeen selfie was weliswaar al tien jaar bekend, maar echt normaal was het toch nog niet. Bijna tien jaar later is dat nauwelijks nog voor te stellen; volgens berekeningen worden er nu ongeveer 92 miljoen selfies per jaar genomen. Nooit eerder in de geschiedenis heeft de mens zoveel afbeeldingen van het eigen gezicht gemaakt als nu, nooit eerder heeft hij een zelfportret zo veelvuldig de wereld in kunnen sturen, en vooral: nooit eerder zijn zoveel mensen in staat geweest het beeld van zichzelf zo nauwgezet te controleren.
We staan er nauwelijks meer bij stil, maar het succes van de selfie laat zien hoe sterk de focus in de hedendaagse cultuur op het gezicht is komen te liggen. Afbeeldingen van gezichten omringden ons de afgelopen decennia via traditionele media al veel, maar de opkomst van de smartphone en de nieuwe media heeft ervoor gezorgd dat gezichten in de beeldcultuur alomtegenwoordig zijn geworden. De selfie staat bij deze focus op het gezicht niet alleen. Via Facebook, Instagram of LinkedIn bepalen we onze voorkeuren eerst via een foto van het gezicht; op dating-apps als Tinder of Bumble is het gezicht de eerste ingang voor de liefde, en niet biografische informatie of gedrag.
Natuurlijk, je zou een aantal praktische oorzaken voor deze focus op het gezicht kunnen aanwijzen. Zo heeft de opkomst van smartphones met frontcamera sinds 2010 de aandacht aanwijsbaar vernauwd: op het scherm van de smartphone is voor het hele lichaam nauwelijks plek, maar het gezicht past er precies op. Jij bent je gezicht, de ander wordt zijn of haar gezicht. Maar de techniek staat toch nooit helemaal op zichzelf, aan elke succesvolle uitvinding ligt ook een dieper maatschappelijk verlangen ten grondslag. Dus waar komt onze hedendaagse obsessie met het gezicht nu precies vandaan?
Door de hang naar herkenbaarheid beginnen al die gefotografeerde gezichten steeds meer op elkaar te lijken
De selfie werd in de cultuurkritiek van de vroege jaren 2010 vaak nogal negatief als een uiting van een oprukkend narcisme omschreven, het resultaat van een steeds egocentrischer wordende samenleving. Maar in de loop der jaren zijn er toch ook andere verklaringen bijgekomen. Het narcisme als verklaring voor de hedendaagse selfie-cultuur is zo gek nog niet, schrijft bijvoorbeeld de Duitse psycholoog Martin Altmeyer, maar alleen als het begrip ‘narcisme’ niet te veel op het ‘ik’ wordt betrokken. Het succes van de selfie heeft direct te maken met het gebruik ervan op de sociale media; dit duidt volgens hem niet op verliefdheid op jezelf, het duidt op het verlangen waargenomen te worden door ánderen. ‘Selfies schreeuwen uit: kijk naar mij, zie mij, neem mij waar dat ik besta!’.
De selfie is in die zin een boodschap met het eigen gezicht aan de rest van de wereld. Deze meer ‘positieve’ verklaring wijst echter toch ook op een flink sociaal probleem in onze tijd. De sociale verhoudingen zijn ondoorgrondelijk en anoniem geworden, de traditionele gemeenschapsverbanden zijn in het Westen in snel tempo uit elkaar gevallen, schrijft mediawetenschapper Sofia P. Caldeira in een essay over Instagram. Het gezicht moet in de digitale beeldcultuur als het ware voor een persoonlijke band zorgen, die er in de onoverzichtelijke wereld van de 21ste eeuw niet meer vanzelfsprekend is.
Deze verklaring van de selfie sluit opvallend goed aan bij een bredere theorie over de omgang met het gezicht in de cultuurgeschiedenis. Het culturele belang van het gezicht blijkt steeds toe te nemen op momenten dat vertrouwde sociale verbanden uit elkaar vallen, zo blijkt uit het boek Face Value van de psycholoog Alexander Todorov. Dit principe vindt zijn eerste moderne hoogtepunt in de late achttiende eeuw, het moment van de overgang naar een burgerlijke industriële samenleving in Europa. Het is de periode die in de geschiedwetenschap ook wel als ‘de opkomst van het moderne zelf’ wordt omschreven – en het gezicht wordt het uithangbord van dit zelf. Met het gezicht wordt de eigen individualiteit in een nieuwe onoverzichtelijke realiteit benadrukt.
Onze hedendaagse focus op het gezicht komt voort uit hetzelfde verlangen naar ‘zichtbaarheid’ in tijden van sociale desoriëntatie. In de digitale beeldcultuur moet het snel gaan, het gezicht moet tussen de massa aan andere online gezichten in één keer duidelijk zijn. Voor het vergroten van de eigen zichtbaarheid is de afgelopen tien jaar zelfs een compleet nieuwe ‘gezichtencultuur’ ontstaan. Er zijn nieuwe expressies opgekomen, er zijn nieuwe schoonheidsidealen ontstaan. Dankzij digitale filters kan het gefotografeerde gezicht worden aangepast voor we het de wereld insturen, terwijl er in speciale ‘selfiestudio’s’ de juiste omlijsting bij kan worden uitgekozen.
De sterren gaven in 2014 een voorproefje van dat wat nu normaal is geworden. Bijna tien jaar later zijn we allemaal toneelspelers van ons eigen gezicht geworden. Deze nieuwe professionalisering van het eigen gezicht heeft alleen wel een wrang ironisch gevolg. Door die steeds grotere hang naar herkenbaarheid beginnen al die gefotografeerde gezichten steeds meer op elkaar te lijken. Het gezicht wordt massaal gebruikt om jezelf als individu aan de wereld te tonen, maar daarvoor wordt juist het individuele aspect ervan wel erg makkelijk opgegeven.
Merlijn Schoonenboom, Het gezicht. Een cultuurgeschiedenis van sluier tot selfie. Amsterdam, Atlas Contact.