Stel: je gebruikt doodgewone zonnepanelen als pixels. Met panelen in verschillende tinten blauw maak je een beeld. Vanaf de grond zie je het nog niet, maar vanaf een hoog gelegen uitkijkpunt wél: een roos, een geometrisch patroon, of een portret van Vincent van Gogh: alles kan. Wow-effect gegarandeerd. Dit is, in een notendop, het idee achter ‘Dutch Blue’ van Caro Agterberg. In januari 2018 won ze er de ideeënprijsvraag ‘Energy meets the Arts’ mee.

De energietransitie, de overgang van fossiele naar duurzame energie, is in volle gang.
Energieneutraal bouwen en elektrisch rijden zijn het nieuwe normaal, windmolenparken en zonnevelden worden in hoog tempo aangelegd. Kunstloc schreef in oktober 2017 de prijsvraag ‘Energy meets the Arts’ uit, omdat ze één stem in de discussies te weinig hoorde: die van kunstenaars en ontwerpers. Kunstloc roept hen op om mee te denken over de gevolgen van de energietransitie voor onze leefomgeving. Want het is niet alleen een zaak van technologische en economische verandering. Wil de energietransitie écht succesvol zijn, dan is nog iets anders nodig: verbeelding en verleiding.

Caro Agterberg is opgeleid aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht, en specialiseerde zich in het vormgeven van de buitenruimte. De prijsvraag was voor haar een aanleiding om een idee, dat ze al langer had, verder uit te werken. “Een paar jaar geleden zag ik in Engeland het Witte Paard van Uffington. Dat is een prehistorische tekening in het landschap, gemaakt met witte kalk. Vanaf de grond zie je de vlakken en lijnen, maar alleen vanaf de tegenoverliggende heuvels of vanuit de lucht zie je de hele tekening. Je kan het vergelijken met de Nazcalijnen van Peru. Toen dacht ik al: zó zouden we zonnepanelen moeten plaatsen.” Voor haar inzending voor de prijsvraag dook ze in de materie en ontdekte dat er zonnepanelen bestaan in verschillende tinten blauw. “Met die kleurnuances ben ik gaan spelen en schetsen. Zonnevelden zijn nu functionele, rechthoekige vlakken in het landschap, maar je kan er veel meer mee doen.”
Dirk Oudes was één van de juryleden van de prijsvraag. Hij is landschapsarchitect, opgeleid aan Wageningen University & Research. Nu is hij als onderzoeker verbonden aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam, waar hij samen met studenten onderzoek doet naar de vormgeving van energielandschappen. “De kracht van Agterbergs idee zit hem in de eenvoud”, legt hij uit. “De technologie bestaat al, alleen de manier waarop je de zonnepanelen plaatst is anders. Ingrepen zoals deze zijn hard nodig, omdat we moeten nadenken over hoe ons landschap verandert. We zijn eraan gewend dat onze energiebronnen onzichtbaar zijn, ver weg: olie en kolen worden over zee aangevoerd, gas komt door lange ondergrondse buizen uit Rusland. Maar wind- en zonne-energie wekken we op in ons eigen landschap, vaak zelfs in ons eigen huis. Voor een boer kan het aanleggen van een zonneveld op zijn land aantrekkelijk zijn, als het meer oplevert dan traditionele gewassen zoals uien of wortels. Maar de omwonenden zien hierdoor hun leefomgeving industrialiseren, en komen in verzet. Nu zie je vaak dat die omwonenden betrokken worden op een economische manier: ze kunnen gebruik maken van de opgewekte energie, of krijgen een aandeel in de winst. Maar het is minstens zo belangrijk om mensen op andere manieren te betrekken, en de beleving van het landschap mee te wegen. Het is nodig om hier met de blik van de ontwerper naar te kijken.”

Ontwerpster Caro Agterberg en landschapsarchitect Dirk Oudes

Agterberg: “De beelden die je met Dutch Blue kunt creëren, kunnen echte landmarks worden. Ze zijn verbonden met die plek en kunnen iets zichtbaar maken van de lokale geschiedenis. Een zonneveld in Brabant ziet er anders uit dan in Groningen. Doordat mensen zich ermee verbonden voelen, kunnen ze zich de energielandschappen ook toe-eigenen. Over de inpassing van zonneparken in het landschap moet echt beter worden nagedacht. Ik pleit ervoor dat provincies de regie hierover naar zich toetrekken. Zo kun je verspreid over heel Brabant zonneparken aanleggen, elk met een eigen beeld en een mooi uitkijkpunt. Ik droom ervan dat mensen op zondagmiddag tegen elkaar zeggen: kom, we gaan de zonneparken doen.”
Oudes: “Het landschap verandert, doordat we duurzame energie dicht bij huis opwekken. Ik zie dat als iets positiefs: we trekken onze energievoorziening weer meer naar onszelf toe. We zijn er in Nederland goed in om creatief om te gaan met onze beperkte ruimte. Het is geen gek idee om een energielandschap tegelijk een recreatieve functie te geven, zoals Agterberg voorstelt.”
Agterberg: “Ons landschap is al vaker mee veranderd met onze energiebronnen. Denk maar aan het steken van turf, of de historische windmolens zoals bij Kinderdijk. Daar zien we de schoonheid van, we ervaren het zelfs als een deel van onze identiteit. Ook grote projecten die diep ingrijpen in het landschap, zoals de Deltawerken en de Afsluitdijk, hebben we voor elkaar gekregen, en we zijn er trots op. Wij zijn hier gewoon goed in. Waarom pakken we de energietransitie dan zo rommelig aan? Zo lelijk? Het is hoog tijd dat kunstenaars hierbij betrokken worden.”
Oudes: “Door het klimaatakkoord van Parijs, en de aanstaande beëindiging van de gaswinning in Groningen komt de energietransitie in een stroomversnelling. Ideeën die lang alleen op papier bestonden, worden nu daadwerkelijk gerealiseerd. De rol van ontwerpers wordt nu steeds belangrijker.”
Agterberg: “De technologische veranderingen gaan snel, en de zonnepanelen zoals we ze nu kennen zullen ooit wel weer verdwijnen. Maar Dutch Blue kunnen we nú realiseren. Dus laten we er alsjeblieft iets moois van maken.”