Met zijn L. zette H. draad uit langs de weipalen van het aan huis grenzende perceel. Weer bijna terug op het erf, werden ze, nog niet helemaal klaar met hun werk, geroepen voor een kop koffie. L. liet zijn gereedschap liggen en liep linea recta naar het huis, maar H. keerde 180 graden en liep het gehele rondje langs de weide terug.
Soms is het handig in een proces gedane zaken op te slaan, om ze een volgende keer toe te passen. Soms niet.
Maar kun je het ook níet zien?
In mijn tekeningen en schilderijen laat ik in beginsel veel ruimte voor toevalligheden. Om niet in esthetische plaatjes te verzanden, leg ik mezelf ter plekke verzonnen formules op. Denk daarbij aan kleuren, aantallen, patronen etc. Mijn motoriek bepaalt in grote lijnen de basis van het werk, maar al snel dringt mijn brein zich op: dit kan ook anders. Of: dit gaat buiten je patroon. Het visualiseren van abstracte denkpatronen, ontaardt in beeldmateriaal.
Als ik het werk later herzie, bepaal ik of het bewaard moet worden. Het moet ook na een poosje interessant zijn om het opnieuw te bekijken. Een herontdekking.
De rest is toeval, dat zie je zo.