Tijdens mijn recent verblijf in Zuidoost-Azië had ik de avonduren voor mezelf. Veel gelezen. Je kruipt als lezer in de huid van de personages die passeren, of ervaart de landen, steden en dorpjes, beschreven in meegaande vertellingen. There There van Tommy Orange zingt nog altijd door mijn hoofd.
Gezeten op het dakterras van mijn verblijf zag ik nogal wat westerlingen voorbij komen. In bonte kledij met touwtjes en kralen behangen op zoek naar zichzelf tussen de alom aanwezige novices, in oranje gewaad gehulde jonge kloosterlingen, in de prettig toegankelijke tempels en aanpalende gebouwen waar gemediteerd en gewoond wordt.
Waar in onze westerse maatschappij zo ongeveer alle geloofsovertuigingen en rituelen overboord zijn gegooid, wordt in het Verre Oosten naarstig naar vervangende spirituele oplossingen gezocht. Hoewel het systeem van leven-wonen-werken in de boeddhistische tempelordes veel overeenkomsten heeft met bijvoorbeeld het katholieke kloosterinstituut Rolduc wordt het één bewierookt en het ander verketterd.
Wellicht houdt het dwalen ons wakker.