Ik schrik wakker van een vuilniswagen die de straat in dendert. Geen genade voor slapers met abnormale werktijden. “Opstaan meissie”, hoor ik de mannen roepen terwijl ik ze door het raam zie worstelen met een vergeeld kindermatras. “Werken voor je geld.” En precies op het moment dat ik me omdraai om mijn hoofd opnieuw in mijn kussen te begraven weet ik het weer. Ik heb première vanavond.
Razendsnel maakt misselijkheid zich van mij meester. Alsof ik een emmer Haribo heb leeggegeten en zo meteen een halve marathon moet lopen. Mijn vriend ligt naast me te snurken alsof het een doodnormale dag is. De brutaliteit.
Ik prop een weekendtas vol met drie opties aan glitterjurken, een toilettas, een goed stel applaushakken en een prima paar danssneakers. In de tram op weg naar de schouwburg download ik een meditatie-app. Na drie keer in- en uitgeademd te hebben schakel ik over op Candy Crush. Virtuele snoepjes opblazen werkt momenteel een stuk rustgevender. Ik fantaseer over de mogelijkheid om in de gracht te springen en een geweldsdelict te veinzen zodat ik vandaag niet naar mijn werk hoef, maar herinner me op tijd hoe het met Jussie Smollett afliep en zie er toch maar vanaf. In het theater ben ik een sierlijke waarheidsverbuiger, daarbuiten ben ik een belabberde leugenaar.
Backstage leg ik een dertigtal ‘toitoitoitjes’ klaar, kleine flutcadeaus die theatermakers aan hun collega’s geven om elkaar succes mee te wensen voor een voorstelling. Alleen wensen we elkaar dus ‘toi toi toi’, omdat het woord ‘succes’ ongeluk brengt. Net als het uitspreken van de naam Macbeth, of fluiten op het toneel. Ik had ook een normale baan kunnen kiezen.
Tijdens het laatste avondmaal met het team duik ik met mijn curry in een hoekje in de hoop dat mijn zenuwen niet overslaan op een van de acteurs. Los van wat stiekem gefluister met nog een laatste aanwijzing hier en daar kan ik niks meer aan deze voorstelling doen. Het is wat het is. Vanavond moet ik achteroverleunen en ‘genieten’ van mijn ‘voltooide werk’. Welke idioot heeft eigenlijk bedacht dat het leuk is om de voltooiing van je kunstwerk te vieren met een paar honderd roofvogels in het publiek in de vorm van recensenten en familieleden? Wat is er leuk aan het kapotbijten van je kiezen? Waarom ben ik eigenlijk geen tandartsassistent geworden? Ik staar naar een stuk bloemkool en overweeg zeker vier minuten lang een carrièreswitch.
Vlak voor aanvang realiseer ik me hoe trots ik ben op wat we hebben gemaakt. Ik omhels mijn acteurs en doe alsof ik drie keer achter hun oren spuug. Ik geef toe dat ik het spannend vind om ons werk met de rest van de wereld te delen. Ik vertel ze hoe dapper ze zijn dat ze daar gaan staan en hoe dankbaar ik ben dat ze voor dit verhaal gaan strijden, met verbeelding als hun enige wapen.
Terwijl het publiek binnenstroomt verstoppen mijn glitterjurk en ik ons veilig achter de geluidstafel. Het misselijke gevoel van vanochtend bekruipt me weer. Ik adem diep in terwijl ik in gedachten een rijtje van vijf snoepjes transformeer tot kleurenbom. Dan dimt het licht en is het zowel in het publiek als op het podium heel even stil.
Ik ga nooit iets anders doen.