In 1684 liet ene William Master vijf Engelse pond na aan de universiteit van Oxford. Master had in zijn testament dit bedrag geoormerkt voor twee jaarlijks te houden ‘preken’, één over de hoofdzonde Hoogmoed en één over de deugd Bescheidenheid.
Ik stuitte op dit verhaal tijdens de voorbereidingen van de oude-kunst tentoonstelling over de zeven hoofdzonden die momenteel in het Bonnefanten te zien is. Zo kwam ik er ook achter dat de Universiteit van Oxford de...
Dit artikel is onderdeel van &PAPER en valt buiten de verantwoordelijkheid van de ZOUT hoofdredactie.