Vanaf oktober 2019 vonden in Nederland protesten door boeren plaats. Onder hun druk trokken zelfs provinciebesturen hun besluiten in. De protesten konden rekenen op begrip en boosheid. Even leken er twee kampen, die van de boeren en non-boeren. 

Kunst stimuleert wederzijds begrip. Het brengt mensen samen die elkaar anders niet spreken. Op verschillende plekken zijn momenteel tentoonstellingen te zien waarin de boer de hoofdrol speelt. Het lijkt een collectieve afspraak.

Zo werkt kunstenaar Marthe Sophie Zeevenhooven aan een fietsroute langs boerenbedrijven om creativiteit in het landschap te zien. Kunstenaars Jonas Staal en Radha D’Souza onderzochten hoe de natuur een rechtspersoon kan zijn en of het recht op bescherming kan afdwingen. En kunstenaar Erik van Lieshout bivakkeerde een jaar lang op een vervallen boerderij in De Peel, waar hij een film met de boeren maakte. 

Er is veel over het bezoek van Caroline van der Plas gezegd en gedacht

Onder meer de nabijheid van klimaatverandering en de vermeende kloof tussen boeren en de rest van het land maakt het boerenbestaan interessant voor kunstenaars. Vincent van Gogh was vooral geïnteresseerd in de waarachtige manier van leven op het land, als tegenkracht van de oprukkende industrialisatie. Kunstenaars van dit moment leggen de dilemma’s van de boer bloot, en maken deze zichtbaar voor de stedeling. 

BBB politicus Caroline van der Plas was een van de gastsprekers op de opening van de ‘boerententoonstelling’ Veranderland in ‘s-Hertogenbosch. Het was voor haar een trip buiten haar bubbel. Er is veel over haar bezoek gezegd en gedacht. En mensen vinden er nog steeds iets van. Ik vond het vooral dapper dat ze er was, in het zogenaamde ‘hol van de leeuw’.

Ook het museum trad met haar bezoek buiten de bubbel. Het publiek dat was toegestroomd hoorde iets anders dan ze misschien wilden horen. Er werd gezucht, rollende ogen. Maar er werd vooral geluisterd, gesproken, uitgewisseld. Ook al was niet iedereen het met elkaar eens.

Het zijn de woorden van filosoof Karl Popper die me in dit kader raakten. Hij hield zich, op de vlucht voor het nazisme eind jaren dertig, zijn hele leven bezig met de vraag hoe mensen kunnen kiezen voor uitsluitende, dictatoriale regimes. Zijn uitspraak van toen, ‘De dialoog is het enige wapen dat we hebben’, resoneert ook nu, in deze tijd. 


Dit artikel is onderdeel van &PAPER en valt buiten de verantwoordelijkheid van de ZOUT hoofdredactie.