Een van de weinige doelen in mijn bestaan is om waar mogelijk weg te blijven van modes en trends – al mag ik er graag over lezen. Zo bleef ik laatst, terwijl ik een artikel las over de psychologie van de mode tijdens corona , kleven aan het woord zoomkleding. Ik leerde dat mensen hun beroep sinds de lockdown, en nog steeds, thuis uitoefenen. Achter een scherm. Ze doen dat, naar verluidt, in wisselend tenue.
Terwijl ik me probeerde voor te stellen welk een waaier aan geuren bezit gaat nemen van zo’n thuiskantoor kreeg ik (de schikgodinnen zijn nooit ver bij me weg) een uitnodiging voor een workshop bij een parfumeur.
Een paar dagen later zat ik tegenover maestro Carlo Sargenti, aan zijn met flesjes, pipetjes en geurstrookjes volgestouwde wortelnoten bureau. Samen zouden we een persoonlijke geur ontwikkelen, een geur die bij me paste als de haren op mijn hoofd.
Hij begon met een kort hoorcollege over de piramidevormige opbouw van een geur. Beneden in de piramide heb je il base, daarboven bevindt zich il cuore, in de spits zit la testa. Basis, hart, hoofd. Klinkt logisch.
Hij drapeerde er nog een verhaal met wat druppels psychologie, filosofie en alchemie omheen – nee, het is niet niks. Daarna kreeg ik tientallen geurtjes onder mijn neus. Met de piramide in mijn hoofd selecteerde ik eerst de basisgeuren, toen de geuren van het hart, toen die van het hoofd. Ik begreep er niet veel van, spannend was het wel.
Vooraf wilde maestro Carlo nog weten of ik een favoriete geur had. Ik dacht aan mijn expedities door de tax free shop en vertelde over het blauwe flesje. Je houdt van legnosa, zei hij, van houtachtige geuren.
Ik knikte, vertelde hoe ik ben opgegroeid tussen gezaagde, gevilde en geschilde bomen, tussen manshoge stapels gezaagd, gedroogd, gefineerd, geperst en geschuurd hout en alle geuren die daarbij horen.
Dat geurgeheugen ging ik samen met maestro Carlo uitdiepen. Ik rook en ik rook en ik rook. Ik rook me wezenloos. Om een beetje op geur te blijven, hing ik tussendoor mijn neus in een kommetje koffiebonen.
Er belandden zeventien parfums in mijn piramide. Naar een door maestro Carlo ontwikkelde formule druppelde ik ze met evenzovele pipetjes in een glaasje, waarna hij het magische mengsel aanvulde met alcohol en musk fissante – er moest per slot van rekening een lichaamseigen geur uitkomen.
Daarna moest het goedje tot rust komen, in een donkere, koele ruimte. Daar zou zich in vier weken tijd mijn unieke profumo dell’anima, de geur van mijn ziel, ontwikkelen.
Dat was vier weken geleden. Vandaag mag de strik eraf en de geur eruit. Laat het toevallig mijn verjaardag zijn. Dank u!
WIDO SMEETS