Een koningspoedel. Een slapende labrador. Een Tsjechische wolfshond. Twee cocker spaniels. Twee chihuahua’s. Een pincher, of een verre afstammeling ervan. Overal waar ik kijk, zijn honden. Ze blaffen, en ze stinken. Dat is wat honden doen. En, niet te vergeten, achter hun baasje-met-hondenbrok aanlopen, desnoods door een tunnel en een hoepel, en over een brug. Zeker na de aansporing van een van die baasjes: “Go, Johnny, go!” Ik krijg de slappe lach, iets na de middag op een warme zomerdag...