Vanochtend bladerde ik door een mapje schetsen (begin jaren negentig), op zoek naar de titel “Rare jongen” welke ik gebruikte voor een groot werk op doek. Ik meen me te herinneren dat ik de titel ook voor een langere tekst heb gebruikt, maar tussen de krabbels en aantekeningen vind ik vanalles, behalve wat ik zoek.
Wel stuit ik op een pakkend ritmisch werk op papier. Kwetsbaar maar nooit verder gekomen dan de lade van mijn tekenkast, verdeelt het gekaderd raster een raadselachtig schema van vier kleuren verspreid over 64 vakjes. Ik probeer enige symmetrie te ontdekken, maar loop al snel vast.
Toch weet ik zeker (zo goed ken ik mezelf) dat ik een structuur of telling heb gebruikt bij het plaatsen van de kleurbalkjes. Wat nu echter rest, is een abstract patroon met een speelse invulling.
Het houdt zich prima staande.