Met het rijbewijs net op zak en in de auto van mijn ouders, reden we, vriendinnen en broer, één keer per jaar naar mijn grootouders die in hetzelfde dorp een uurtje rijden bij ons vandaan woonden. Na het gebruikelijke kopje koffie en een koekje, vielen er meestal ongemakkelijke stiltes. Zowel onderwerpen als directe naasten lagen nogal ver uit elkaar. Met je handen gevouwen in je schoot, zit ik naast je op de bank. Het zondagochtend-kopje koffie bij mijn moeder verloopt...