Iemand had met een bierflesje de achterruit van mijn auto ingeslagen.

Er is alle reden om te genieten van mijn zomertuin. Vooral de tunnel van jasmijn aan de voorkant van het huis, geduldig georkestreerd om de auto uit de hete zon te houden, is een groenwit feest om te zien, en te ruiken. Vanwege die geur is jasmijn mijn favoriete bloem – of moet ik zeggen plant?

Behalve de jasmijn grijpt ook de brem om zich heen, en bouwt geduldig aan een gele muur die de buren op afstand houdt – helaas niet het geblaf van hun honden. De oleanders zijn al meer dan manshoog nu, de canna’s staan in vuur en vlam. In de schaduw van de muur staan basilicum, salie, rozemarijn en munt te pronken. Het gras is gemaaid, de druiven gesnoeid, er zit (nog) geen ongedierte op de onbespoten ranken. De nieuw lavendel zal volgend jaar van zich laten ruiken.

De zomertuin in Italië is deze maand weer mijn biotoop, ver weg van huis en haard. Vanwege het WK-voetbal is die afstand een dubbele zegen. In de aanloop naar het toernooi is het me gelukt elk krantenartikel en elk tv-programma over te slaan. Toen vrijdagavond de tv-camera langs de gezichten van de spelers gleed, zag ik diverse vreemdelingen voorbijkomen. Om maar te zwijgen van de reservebank. Hé, daar zitten Kuijt en Huntelaar! Maar wie zijn al die anderen?

Toen ik eerder die dag ergens een pizza a taglio scoorde, zag ik een tv-mevrouw op een touch-screen de ene na de andere statistiek tevoorschijn toveren. Het waren ranglijsten met de meest geciteerde spelers en coaches. Er overviel me een diepe tevredenheid over mijn voorbereiding op dit WK.

Om Spanje-Nederland te zien, ging ik naar het dorp, naar bar Pepe Nero. Het grootste deel van de wedstrijd zat ik daar alleen. Dat Italianen van voetbal houden, is een misverstand. Ze houden van het Italiaans elftal. En van zichzelf. De volgorde is afhankelijk van de uitslag.

Over de wedstrijd is alles al gemeld. In een spectaculaire tweede helft stijgt het middelmatige Nederlands elftal zo ver boven zichzelf uit dat de Spanjaarden, net zo onthutst als wij, worden vermalen. Ik vermoed dat behalve Louis van Gaal geen enkele coach dit voor elkaar had gekregen.

Om de dag erna Italië-Engeland te gaan zien, meldde ik me rond middernacht bij het plaatselijke theater. In dit land heeft elk gat een eigen theater, de bestuurder die daaraan durft te tornen, pleegt politieke zelfmoord. Er hing een enorm tv-scherm, maar de wedstrijd en het publiek verveelden snel. Toen ik naar huis wilde gaan, bleek iemand met een bierflesje de achterruit van mijn auto ingeslagen te hebben. Zelfs de tunnel van hemels riekende jasmijn waar ik het tochtende voertuig een kwartier later in parkeerde, kon die kater niet verhelpen.

WIDO SMEETS