Bij mijn mentor Kaat Vrancken op de kunstacademie heb ik geleerd dat een boek veroverd wordt door de krabbels van lezers in de kantlijn. Je moest in conversatie treden met de schrijver. Je moest meer doen dan lezen alleen. Het sloot aan bij mijn overtuiging dat een goed boek me aan het schrijven zou zetten. Sindsdien heb ik nooit meer een boek uitgeleend, want naast diepzinnige en poëtische bedenkingen stond er soms ook gewoon 😉 of LOL in de kantlijn....