Septemberzon. Ik ga geen goud schrijven. Waar een mislukking begint te dagen, daar rijst het risico. Eekhoorns hebben er geen last van. Geen tijd. Geen tijd. Nootjes. Eikels. Dennenappels. Hij moet zich haasten voor hij doodgaat. Eekhoorns die geluk hebben worden maar vijf jaar oud. Komt ervan als je geen risico’s herkent.
Ik wel. Ik houd mijn hart vast. Ik zit aan de keukentafel, zie de eekhoorn in de septemberzon. Het risico dat hij neemt is meer dan twintig meter hoog. Hij springt van de ene kruin naar de andere. Dunne takjes, dunnere takjes, opwaarts en dan even niets meer. Beneden lijkt de tijd te vertragen.
Het hart van de eekhoorn klopt verder. Dat van mij slaat twee tellen over. Ik ben een vrouw van middelbare leeftijd, nog net niet aan de bloedverdunners. Bovendien ben ik de dochter van een verzekeringsmakelaar. Ik ken het belang van een goede polis. Zodra ik het ABC kende, moest ik klanten sorteren. Eekhoorns zaten niet in de portefeuille.
Eekhoorns zijn nooit bang voor wat gaat komen. Ik heb eens ergens gelezen dat je niet moet proberen om een eekhoorn te redden. Of toch niet met de blote hand. Is hij half overhoop gereden, ligt hij te sterven op de stoep, moet je toch nog oppassen dat hij niet bijt. Ik citeer: ‘Uit de informatie van eekhoornopvangcentra blijkt dat eekhoornbijtincidenten regelmatig voorkomen.’
De eekhoorn kent niks van risico’s. Hij is een risico. En intussen schrijft Toon Tellegen maar.
De filosofietjes van de schrijver staan haaks op de zenuwen van het knaagdier. Maar ze zijn zo mooi. En eekhoorns zijn immer charmant. Zie hem in het licht van het najaar de veiligheid toch weer vinden. De eekhoorn ritselt verder door de vingertoppen van de zieke kastanjes. Ik kijk terug in mijn boek: De ontdekking van de curryworst, van Uwe Timm.
Er staat een scène in met 400 eekhoornvellen. Daarvan moet een bontmantel worden gemaakt. Het is in Hamburg te doen. De oorlog is net voorbij. Frau Brücker wil een worstenkraam beginnen, heeft worsten nodig, olie en wat niet meer. Op de zwarte markt wordt het ene voor het andere geruild: een blik currypoeder in de plaats van 400 aan elkaar genaaide eekhoornvellen.
Het was weer een tijdje geleden dat ik zoiets moois las. Waar de vellen vandaan kwamen. De man die in het oorlogspuin een bontstikmachine vond. De English Lady die de mantel komt passen in een Hamburgse kelder. Hoe prachtig de eekhoornvellen haar om de schouders vallen. En hoe Frau Brucker het blik met currypoeder laat vallen op de trap naar boven.
Zouden we een Indian Summer krijgen? Ik kijk op van de keukentafel en wacht op de eekhoorn. Daar gaat ie weer, zijn schaduw in de septemberzon. Zonder besef van zwaartekracht heeft hij niets te vrezen. Risico is het lot van de mens die niet tegen zijn verlies kan.