Het plaatje was van mijn vader. Ik nam het zonder te vragen mee naar mijn studentenkamer, driehoog onder de dakpannen. Het was weer wat nieuws om lange, stille dagen mee op te vrolijken. Niemand kende Cabaret Don Quishocking in Leuven.
De eenzaamheid was niet helemaal onontkoombaar. Ik zocht haar ook zelf op. Op het zilverschijfje stond pikwarte humor uit een andere tijd. Vind dat maar eens leuk en vind zo maar eens vrienden. Het lukte maar half, soms. Ik begrijp eigenlijk nu pas waarom. Maar goed, om Don Quishocking heb ik in mijn eentje heel vaak hard gelachen.
De CD was een compilatie van vijf platen tussen 1967 en 1981. Ik spendeerde hele etmalen, in mijn eenpersoonsbed geklemd tussen vensterbank en kleerkast, op een menu van William Blake, Adrian Mole, slaap en Don Quichocking. Soms zette ik mijn pet op voor boodschappen, stak het tochtige plein over, kocht lamsgehakt en puree uit een poederzak. Na 50 keer kende ik de teksten nog niet uit het hoofd, zo proppensvol zaten die liedjes. Razend tempo hadden ze ook. Maar ik herinner me de grappen nog. Ook die over kanker. Het lied heette De K. En Don Quishocking opperde dat je het ook van masturberen kreeg, van masturberen kreeg, van masturberen kreeg. Piano erbij, gegrinnik in de zaal, applaus op de plaat en de glimlach van een meisje van nog geen twintig.
Dat je het ook van masturberen kreeg, van masturberen kreeg, van masturberen kreeg
De K. was een lied van George Groot. Ik kénde zijn naam, maar had hem niet onthouden. Tot bleek dat George Groot dood was. Kanker gekregen. Het was zo’n nacht dat ik niet kon slapen. Naar een podcast luisteren moet dan helpen. Wat blijft is er zo eentje. Ik las in het donker over het onderwerp van de aflevering: George Groot (2 april 1942-14 mei 2024), tekstschrijver en oprichter van Don Quishocking. Daarna deed ik geen oog meer dicht. De uitzending was treurig, pijnlijk en amusant tegelijk. Ik lag opnieuw te lachen en te huilen in bed, helemaal alleen. Iedereen sliep, behalve een vrouw van bijna 50.
14 mei 2024 overleed George Groot. In Leuven kraaide er geen haan naar. Ik dacht na in het donker. 14 mei? Ik was dit jaar in Amsterdam op 14 mei, at een boterham met tonijn aan de Magere Brug, tikte een stukje in de zon, keek naar de mensen, zag Carré liggen aan de Amstel. Die slagroomtaart! Moet ik toch eens heen, bedacht ik, om met een hoop andere mensen in een rood zeteltje te gaan zitten. In plaats van me voor de zoveelste keer te redden met plaatjes en zelfgezochte eenzaamheid. Pikzwarte humor is helemaal niet van een andere tijd. Of toch niet zolang ik leef. De groeten uit Leuven, beste George Groot en andere vrienden van Cabaret Don Quishocking.